[Nummer 4]
Wel beschouwd
Groeiend algemeen Nederlands besef noopt tot meer samenwerking
Het nationaal besef heeft in Nederland vanouds hoofdzakelijk een staatkundige signatuur met als gevolg een klein-Nederlandse traditie in onze staatkunde, cultuurbeleving en geschiedschrijving. Het besef van een culturele verbondenheid met het Nederlandstalige deel van België was lange tijd slechts in heel beperkte kring aanwezig. De laatste tijd begint dit echter te veranderen, ja, er valt in Nederland zelfs een groeiend algemeen Nederlands besef te bespeuren zowel op het niveau van de overheid als in de samenleving. De Vlaming, zo merkt Vrijzinnig Vizier (juli '93) in dit verband op, blijft zich verbazen over de groeiende waardering en affiniteit van de Noord-Nederlandse intelligentia voor het Vlaamse cultuurgebeuren. Die kentering valt nu ook te bespeuren in kringen van het ministerie van WVC. Zoals bekend, gedroeg de ambtelijke top van dit ministerie zich jarenlang nogal afstandelijk tegenover een culturele samenwerking met Vlaanderen. De strijdlustige oud-ambassadeur voor internationale culturele betrekkingen, M. Mourik, sprak in een bijdrage in NRC-Handelsblad van 19 mei 1990 zelfs van een anti-Vlaams beleid dat die top zou voeren. Dat kan nu zeker niet meer gezegd worden. De al te krampachtige afweerhouding op dit ministerie jegens onze Nederlandstalige zuiderburen is snel aan het verdampen, zo meldt drs. J.C. Mulder, hoofd van de Centrale Directie Voorlichting, Documentatie en Bibliotheek van dit ministerie, in Internationale Spectator, juni 1993. Men koestert daar nu hoge verwachtingen van culturele samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap.
Aan de linkerzijde van het politieke spectrum toonde men zich lange tijd weinig geïnteresseerd in Nederlands-Vlaamse samenwerking. Dit liet men liever maar rechts liggen, aldus het blad Groen Links in een recent nummer, besmet als die samenwerking was door de Groot-Nederlandse gedachte en dubieus gedrag van voorstanders in de beide wereldoorlogen. Maar de Europese eenwording maakt die samenwerking nu ook urgent voor links, zo stelt het blad. En vandaar dat Groen Links samen met haar Belgische zusterpartij Agalev op 11 september 1993 in Antwerpen een cultuurdag organiseerde met als thema de Vlaams-Nederlandse samenwerking in een eenwordend Europa. En zo zijn er nog tal van andere tekenen die erop duiden dat wat het ANV al bijna 100 jaar bepleit en propageert, eindelijk in bredere kring aanslaat en weerklank vindt.
Naast het ANV zijn overigens de laatste kwarteeuw tal van andere organisaties en instellingen ontstaan, die zich inzetten voor de verbreiding en verdieping van algemeen-Nederlands cultureel besef zoals
- | de Vlaams-Nederlandse stichting Ons Erfdeel die sinds 1970 met enige prominente tijdschriften en andere interessante publicaties een belangrijke bijdrage levert aan de ontwikkelingen van algemeen-Nederlands cultureel besef en de uitstraling van de cultuur der Lage Landen in het buitenland; |
- | het Algemeen-Nederlands Congres, dat sinds 1979 alle mogelijke vormen van Nederlands-Vlaamse samenwerking wil stimuleren en zich ontwikkelt als een contact-, studie- en documentatiecentrum op dit terrein; |
- | de Orde van den Prince, een genootschap van Vlamingen, Nederlanders en andere Nederlandstaligen, die elders in Europa of de wereld woonachtig zijn en zich met de Nederlandse beschaving verbonden voelen. Dit genootschap streeft op zijn beurt op eigen wijze naar versterking van de onderlinge verstandhouding en samenwerking van alle Nederlandstaligen; |
- | de Marnixring die praktisch dezelfde opzet en doelstelling heeft, al is dit genootschap er nog niet in geslaagd Nederlandse leden aan te trekken; |
- | de stichting Noord-Zuid en de Willem de Zwijgerstichting die financiële steun verlenen aan initiatieven op het terrein van Vlaams-Nederlandse samenwerking; |
- | het Nederlands-Vlaams Comité Buitenlands Cultureel Beleid dat sinds 1990 opkomt voor het waarborgen van de autonomie van de cultuur en het cultuurbeleid van de lidstaten en regio's in de Europese Gemeenschap - met het oog daarop ontwierp het bij de voorbereiding van het Verdrag van Maastricht een eigen culturele paragraaf - en zich tevens inzet voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijk buitenlands cultureel beleid van Nederland en Vlaanderen; |
- | in oprichting is inmiddels de stichting Cultuurspiegel met als doel de bevordering van de kennis van de cultuur der Lage Landen in het Duitse taalgebied. |
Op wetenschappelijk niveau valt voorts volgend jaar de vestiging te verwachten van een bijzondere leerstoel Algemeen-Nederlandse Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam. Het initiatief hiertoe is genomen door de stichting ANV-Tijmen Knecht Fonds. Die leerstoel dient ter vermeerdering en verspreiding van kennis en inzicht inzake de plaats en betekenis van de Nederlandse taal- en cultuurgemeenschap in Europa en de wereld in het algemeen.
Deze proliferatie van organisaties ten dienste van het lange tijd zwak ontwikkelde algemeen-Nederlands cultuurbesef is op zichzelf een verheugende ontwikkeling. Dat daarbij ook een zekere rivaliteit aan de dag treedt, is in onze burgelijk-liberale samenleving een normaal verschijnsel. We zien dit ook op ander terreinen, zelfs als het gaat om organisaties met een sterk