Mr. E.J. Raskin, ANV-Voorzitter Vlaanderen, opent de persconferentie in het Haagse Nieuwspoort ter aanbieding van het CICS-rapport aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken P. Dankert. (zie foto onderaan) Voorts op de foto v.l.n.r. oud-ambassadeur J.R. vanden Bloock (Brussel), mr. J.G.N. de Hoop Scheffer (voorzitter van de commissie) en drs. J.L.M. Kits Nieuwenkamp (algemeen secretaris ANV).
(foto's: Thuring)
WVC en Onderwijs over de dreigende terugtrekking van Nederland als themaland bij de Frankfurter Buchmesse (zie ook Neerlandia 1991-2 Wel Beschouwd). Hierin staan als voornaamste passages: ‘De opzet en het unieke karakter van de Buchmesse als uitzonderlijk vehikel voor de presentie en presentatie van taal en cultuur behoeven geen nader betoog. Het gegeven dat Nederland samen met Vlaanderen als “Schwerpunkt” zou optreden - afspraak tussen de beide ministers van Cultuur van Nederland en Vlaanderen vorig jaar gemaakt - bood een niet te evenaren gelegenheid om, geheel in overeenstemming met het Taalunieverdrag van 1980, de Nederlandse taal en letteren internationaal bekend te maken. Dat aan die bekendheid nog veel schort, getuigt het feit, dat alom nog steeds op grote schaal onderscheid gemaakt wordt tussen Niederländisch und Flämisch, Dutch and Flemish,. le Néerlandais et le Flamand enz. Deze fragmentatie van het Nederlandse taalgebied levert een direct nadeel op voor de internationale positie van de Nederlanden.
Het terrein van taal en cultuur vormt in toenemende mate het veld van actie voor de positiebepaling van de afzonderlijke entiteiten in het Europese mozaiek.
In een Europa, waarin militair geweld onwaarschijnlijk geworden is, de sociaal-economische integratie gestaag voortschrijdt en ook op andere gebieden de nationale autonomie “weglekt”, zullen taal- en cultuurpolitiek aan betekenis winnen als een der weinige nog zelfstandig te hanteren instrumenten van nationale of regionale eigenheid.
Gezien de actieve buitenlandse cultuurpolitiek van de ons omringende grotere EG-lidstaten zullen Nederland en Vlaanderen een gezamenlijk beleid van presentie en presentatie in het buitenland moeten voeren dat de uitgangspositie van de Nederlanden in het algemeen in het internationale strijdperk verstevigt.
Dit is onversneden buitenlands beleid.
Het bestuur van het ANV doet dan ook een dringend beroep op u de genomen beslissing ten spoedigste te (doen) herzien, een breed samengestelde projectgroep te (laten) installeren en een brede steunactie te starten. Deze ernstige vorm van falend buitenlands (cultureel) beleid dient zo spoedig mogelijk ongedaan te worden gemaakt.’