schap van geven, dat verschillen binnen eenzelfde taal en cultuur tot de maatschappelijke en menselijke werkelijkheid binnen alle talen en culturen behoren. Een uitspraak van Hedy d'Ancona terzake heeft derhalve geen andere betekenis dan deze, en is dus een overbodige, welke tot ernstig misverstand leidt. Als ze iets anders bedoelt, moet ze dat zeggen. Wat kan dat andere dan zijn, zo heb ik me afgevraagd. Zou het kunnen zijn, dat ze bedoeld heeft te zeggen, dat ze de Amsterdamse stadscultuur identiek acht met de Noord-Nederlandse en deze in haar secularisatievorm van het calvinisme plaatst tegen een fictie van de Vlaamse subcultuur die verengd wordt tot enge verroomsing en blokvorming.
Wie zo de werkelijkheid in de Lage Landen ziet, en op zijn minst de zuidelijke helft van Noord-Nederland over het hoofd ziet, heeft geen diepgang in het beschouwen en het denken bereikt. De Nederlanders zijn door de geschiedenis heen altijd zeer pluriform geweest, in levensbeschouwelijke zin, in de staatsinstellingen, in politieke zin en in culturele zin. Die pluriformiteit heeft de wederzijdse beïnvloeding nimmer ontkend. De echte invloed die Noord-Nederlanders hebben uitgeoefend op het zuiden moet nog geschreven worden, de echte invloed die het zuiden op het noorden heeft uitgeoefend is ook nog veruit onbekend.
Vaststaat, dat wie geen historisch inzicht heeft, de werkelijkheid onduidelijk ziet en de toekomst mist.
Het is nodig dat de verenigingen, organisaties, stichtingen, comite's, fondsen, periodieken en mensen die de Algemeen-Nederlandse eenheid in verscheidenheid voorstaan en als een waardevolle inbreng in de Europese en mondiale samenleving beschouwen, actief aan de slag blijven. De lijst van deze groepen en personen is gelukkig lang. Geen van deze heeft het monopolie verworven, geen van deze mag zich erop beroepen, laat staan beroemen meer en beter te zijn, elk doe gewoon zijn eigen werk en plicht, terwille van het geheel.
Dat is de reden, waarom ik ook zo weinig heil zie in het elkaar bevechten, vliegen afvangen en zelfs negeren van groepen en mensen die zeggen hetzelfde doel te dienen. Laat vele bloemen en struiken opbloeien in de openluchttuin van de Nederlandse gemeenschap. Waar nodig en mogelijk zullen we met elkaar samenwerken. Maar laten we ook niet krampachtig naar samenwerking streven als de mensen waarom het gaat of de omstandigheden waarin we verkeren daartoe niet rijp zijn. Waar dat wel kan, en ik denk dan aan de Nederlanders in het buitenland, heeft het bestuur ook onmiddellijk maatregelen getroffen om de dreigende teloorgang van de Vereniging Nederland in den Vreemde te compenseren door hun de mogelijkheid te bieden in het kader van het ANV verder te gaan. De oprichting van de afdelingen Zeeland, Utrecht en Groningen zijn in voorbereiding, in Vlaanderen zal er met kracht naar moeten worden gestreefd de afdeling Antwerpen op te richten. In Zuid-Afrika hopen we naast de afdeling Kaapstad ook in Pretoria een afdeling die open staat voor iedereen te kunnen stichten. Daarnaast overweegt het bestuur persoonlijke vertegenwoordigers van het ANV aan te wijzen in landen waar zich grotere groepen Nederlandssprekenden bevinden, maar waar de oprichting van een afdeling nog niet mogelijk is.
Mijn eerste verantwoordelijkheid als algemeen voorzitter ligt bij het Algemeen-Nederlands Verbond.
Het jaarverslag toont ons waar we het afgelopen jaar succesvol zijn geweest. Het ledental is gestegen. In streken waar dat niet het geval was, zullen we een extra inspanning moeten leveren. Vooral jongere leden hebben we hard nodig. Al diegenen die ons al jarenlang ideeën aandragen voor het werven van nieuwe leden, roep ik op de snelste weg te bewandelen daartoe en zelf nieuwe leden te werven. Dat werkt nu eenmaal het beste. Daarnaast zal het ANV een meer gerichte actie naar jongeren toe moeten opzetten. We zullen ons de vraag ook moeten durven stellen of een verjonging van de functionarissen binnen het Verbond niet een noodzakelijke voorwaarde is om jongeren aan te trekken. Een andere suggestie is de oprichitng van een ANV-Jongerengroep, die als eigen afdeling voor Nederland en Vlaanderen gaat opereren.
De daarvoor benodigde gelden en mankracht zullen we ter beschikking moeten stellen. De begroting voor 1992 zal in dit opzicht taakstellend moeten zijn.
De overheden in Nederland, Vlaanderen en Zuid-Afrika hebben we benaderd daar waar het nodig en nuttig was: het verslag legt ook daarvan getuigenis af. De voortzetting van de jaarlijkse ANV-conferenties De Nederlanden Nu zal de weerklank van het ANV in de gewesten kunnen versterken. Voor 1992 staat de conferentie voor Vlaanderen op het programma, voor 1993 weer Nederland, 1994 Vlaanderen en in 1995 valt ze in het kader van de viering van het Eeuwfeest.
Het is mij een behoefte U allen die als bestuursleden van het ANV, als lid van een der afdelingen of werkgroepen en als werkers op het Verbondskantoor in den Haag en het secretariaat in Brussel en de ANV-Bibliotheek in Kaapstad, uw beste krachten aan het Verbond hebt willen geven, te bedanken en te bemoedigen.
Het ANV is op de goede weg.
Dr. H.J.G. Waltmans
Algemeen Voorzitter A.N.V.