Ondertekening Interregio-overeenkomst in het stadhuis van Bremen. Van links naar rechts commissaris Wiegel (Friesland), minister-president Schröder (Nedersaksen), minister-president Lubbers (Nederland), burgemeester Wedemeier (Bremen) en commissaris Vonhoff (Groningen). - Foto Harry Tielman.
oprichters zullen de staatsgrenzen na 1992 gaandeweg aan betekenis verliezen en worden de regio's met een gemeenschappelijke identiteit steeds belangrijker. De belangrijkheid van de regio waarop de overeenkomst betrekking heeft, gaat met name schuil in de spilfunctie tussen Scandinavië, Oost-Europa en Engeland.
Hoofdpunten van de nieuwe overeenkomst zijn: een regionaal economisch beleid, een opwaardering van de infrastructuur, maatregelen en milieu en natuur beter te beschermen en plannen voor milieuvriendelijke landbouw en agrarische industrie. Maar ook de voornemens op het gebied van cultuur en onderwijs ontbreken niet. Het ligt in de bedoeling de bestaande betrekkingen op dit vlak tussen Noord-Nederland en Noord-Duitsland verder uit te bouwen.
In dit kader zal zeker ook plaats zijn voor ijveren voor het behoud van de sterk op elkaar gelijkende streektalen in het grootste deel van deze ‘interregio’. Met name in Noord-Duitsland heeft men grote zorg over het voortbestaan van het Nederduits en wel omdat ze niet wordt overgedragen aan de volgende generatie. In dit verband heeft de in Leer woonachtige Amerikaanse taalgeleerde Maron C. Fort, die zelf vlekkeloos Nederduits spreekt, kennis van de Nederlandse taal aanbevolen als wapen in de strijd tegen de teloorgang van het Nederduits.
De Nederlandse minister-president Lubbers die bij de ondertekening in Bremen aanwezig was, liet zich in zijn toespraak opvallend kritisch uit over de opstelling van de Nederlandse regering in het verleden. ‘Den Haag heeft lange tijd een gereserveerde houding ingenomen ten aanzien van grensoverschrijdende activiteiten. Door de inspanningen van gemeenten en provincies is men tot het inzicht gekomen dat dergelijke activiteiten zeer de moeite waard zijn’. Deze uitlating, en de door Nederland ondertekende Benelux-overeenkomst grensoverschrijdende samenwerking (zie elders in dit nummer) is niet alleen van belang voor het overschrijdend gebeuren in het Duits-Nederlandse grensvlak. Ze biedt evenzeer perspectieven met betrekking tot dit soort activiteiten in het grensgebied van Nederland en Vlaanderen.