[Nummer 2]
Wel beschouwd
Nederland niet op de Buchmesse
De Frankfurter Buchmesse, die jaarlijks in het najaar wordt gehouden, is zowel in Europa als daarbuiten een begrip geworden. In Frankfurt presenteren uitgevers uit vele landen hun nieuwe uitgaven, met als voornaamste doel de in- en verkoop van rechten.
Ongeveer 10 jaar geleden heeft de Messe er een dimensie bij gekregen: men stelt een land of natie in de gelegenheid zich cultureel te presenteren, waarvoor een aparte hal van het Messecomplex ter beschikking wordt gesteld.
Ook elders in de stad vinden dan tal van tentoonstellingen en andere manifestaties plaats, die de desbetreffende cultuurgemeenschap in de schijnwerper zetten. Dat het boek daarbij een belangrijke plaats inneemt, behoeft geen betoog.
Verheugend en hoopgevend was dan ook het feit dat vorig jaar de Nederlandse en Vlaamse ministers van Cultuur mevrouw H. d'Ancona en de heer P. Dewael, besloten de uitnodiging van de Messedirectie te aanvaarden om in 1993 het ‘Schwerpunkt’ te zijn. Een unieke gelegenheid om de Nederlandse taal en cultuur prominent en effectief naar voren te brengen.
De wens van de eerste ministers van Nederland en Vlaanderen, R. Lubbers en G. Geens, tot gezamenlijke presentie en presentatie (zie Neerlandia 1990/3, blz. 97) geuit tijdens de ANV-conferentie ‘De Nederlanden Nu’ in 1989 leek in vervulling te gaan.
Het lijkt niet zo te mogen zijn. Het Nederlandse ministerie van Cultuur heeft de organisatoren eind maart laten weten onvoldoende geldelijke middelen te kunnen vinden om de minimaal benodigde 10 miljoen gulden te kunnen investeren. Japan besteedde vorig jaar 25 miljoen gulden. Nederland en Vlaanderen hebben voor 1993 elk twee-en-een-half miljoen beschikbaar.
‘Als het over Nederlandse cultuur in het buitenland gaat, schijnt het altijd te moeten mislukken’, aldus VVD-fractieleider in de Tweede Kamer F. Bolkestein in NRC-Handelsblad van 29 maart 1991. Dezelfde krant schrijft op 30 maart:
‘Met haar vorige week verzonden brief naar de organisatie van de Frankfurter Buchmesse heeft minister d'Ancona voorgoed duidelijk gemaakt dat Nederland in wezen geen enkele belangstelling heeft voor de bevordering van zijn cultuur in het buitenland.’
Is dit nu een zaak van cultuur alleen?
Is hier niet zodanig de positie van Nederland en Vlaanderen in het geding dat van buitenlands beleid en dus van verantwoordelijkheid van de minister(s) van Buitenlandse Zaken gesproken moet worden? Zeker, Buitenlandse Zaken is betrokken, net als Economische Zaken, maar het gaat om het primaat. Het terrein van taal en cultuur vormt in toenemende mate het veld van actie voor de positiebepaling van de afzonderlijke entiteiten in het Europese mozaïek.
In een Europa, waarin militair geweld onwaarschijnlijk geworden is, de sociaal-economische integratie gestaag voortschrijdt en ook op andere gebieden de nationale autonomie ‘weglekt’, zullen taal- en cultuurpolitiek aan betekenis winnen als een der weinige nog zelfstandig te hanteren instrumenten van nationale of regionale eigenheid.
Gezien de actieve buitenlandse cultuurpolitiek van de ons omringende grotere EG-lidstaten zullen Nederland en Vlaanderen een gezamenlijk beleid van presentie en presentatie in het buitenland moeten voeren dat de uitgangspositie van de Nederlanden in het algemeen in het internationale strijdperk verstevigt. Dit is onversneden buitenlands beleid. Een weloverwogen, samenhangend taal- en cultuurbeleid vormt een der onmisbare hoekstenen van het buitenlands beleid.
Op het moment, dat wij dit schrijven, is nog niet alle hoop op deelname verdwenen. Moge, wanneer de lezers deze regels onder ogen krijgen, deze belangrijke zaak toch nog een positieve wending hebben gekregen.
In dat kader past de vraag of de algemeen-Nederlandse presentie en presentatie op de Frankfurter Buchmesse niet ook de Afrikaanse letterkunde moet omvatten en of de Zuidafrikaanse regering daaraan haar medewerking niet zou willen verlenen. Tenslotte heeft Elisabeth Eybers onlangs Nederlands hoogste letterkundige onderscheiding, de P.C. Hooftprijs, voor haar werk in het Afrikaans ontvangen.
De Redactie