De cultuurtalen daarentegen, die een typisch Europees produkt zijn, vertonen juist standaardisering, normering van buiten af. De schrijftaal, toch reeds minder vrij dan de gesproken taal, werd meer de norm voor het taalgebruik en bereikte dat de Nederlandse taal al twee eeuwen lang niet meer is veranderd. Elite, auteurs, politici en schoolmeesters onderdrukken ieder volksverzet.
- In de eerste werkgroep kwam naar voren dat vastgelegde terminologie, de zogenaamde Zwecksprache, een bijzonder onderdeel van onze taal is. Het is niet de taak van de overheid om deze vast te stellen, maar wel om de vaststelling ervan te bevorderen, het gebruik verplicht te stellen en toe te zien op de naleving daarvan. Bestaande normalisatie-instituten hebben nog veel normen vast te stellen, want veel terminologie is nog nergens vastgelegd. Woordenboeken moeten het feitelijk gebruik registreren, maar zelf geen normen stellen. Het groene boekje, de spellingslijst, is alleen normerend voor de spelling en niet voor de woordenschat. In Noord en Zuid moeten niet verschillende woorden worden gebruikt voor eenzelfde begrip, want dat brengt de onderlinge begrijpelijkheid in het gedrang.
- In de tweede groep werd de moeilijke taak van de taalleraren belicht. Op een elitaire school hebben de kinderen al veel goede taaleigenschappen van huis uit meegekregen, maar op andere scholen moeten de leraren eventueel toegeven aan vrijheden. De leraar moet zelf bepalen hoe streng hij optreedt bij het beoordelen van de uitspraak en de woordkeus van zijn leerlingen. De keuzen die hij doet zijn noodgedwongen wazig.
Het bedrijfsleven heeft behoefte aan een vaste spelling. Sollicitanten moeten met succes hun taal kunnen hanteren. Het schoolvak moedertaal zou aantrekkelijker gemaakt moeten worden; de leraren zouden veeleisender moeten zijn, maar op veel scholen gaan de B-vakken voor. Eenzelfde leerboek voor Noord en Zuid ware gewenst.
- Groep drie wijdde zich aan spelling-beregeling, het streven om door vereenvoudigingen het lerend kind te helpen. Voor het Nederlands is dit begonnen met de invoering van de spelling Marchant, die weer een variant was op de spelling Kollewijn. In Duitsland was er pas in 1901 een in het hele rijk gelijke spelling en sindsdien is alleen in 1941 het Gotische letterschrift vervangen door het Latijnse. Voorstellen tot aanpassing kunnen door elk der Länder worden tegengehouden. In Frankrijk werkt de Académie remmend op vernieuwingsgedachten. Voor de spelling van het Engels bestaat helemaal geen regeling, de Oxford en Webster woordenboeken zijn hierbij toonaangevend. Toch zou voor een taal, waarvan de uitspraak zo afwijkt van de spelling, iedere vereenvoudiging welkom moeten zijn.
Uit de drie genoemde taalgroepen zijn wel waarderende woorden gesproken over de wijze waarop langs democratische weg de spelling van het Nederlands is aangepast. Eigenlijk zou er alle vijf jaren een nieuwe gemeenschappelijke woordenlijst moeten komen.
Op de conferentie is niet veel goeds gezegd over de bestaande leerboeken van de spraakkunst, speciaal die voor de anderstaligen. Als omgangstaal is het Nederlands zeker niet verloren, maar als standaardtaal in zoverre wel dat in diverse wetenschappelijke en vak-publikaties veel in het Engels verschijnt. Er zijn tijdschriften, die moeite hebben goede artikelen in de Nederlandse taal te werven. Zou de Taalunie ook rekening moeten houden met de wensen van Curaçao, Aruba en Suriname voor wat betreft de Nederlandse taal?
- In de vierde groep pleitte een journalist voor centraal advies over spelling van aardrijkskundige namen. Ik moest hierbij denken aan Beijing, Dhaka en Aceh (Peking, Dacca en Atjeh). Enige dagbladen hebben voor eigen gebruik spellingshandboekjes samengesteld. Anderstaligen moeten niet alleen voor grammaticaal inzicht beter worden voorgelicht, maar ook inzake de spelling; zij hebben een afkeer van onze tolerantie voor varianten. Zou er geen gebruiksvriendelijk grammaticaal woordenboek kunnen komen met het karakter van een referentiegrammatica? Overheidsteksten zijn vaak te juridisch. Het is dan ook toe te juichen dat er ministers zijn, die hun begrotingsstukken door een taalwacht laten nakijken.
In de plenaire slotzitting zijn enige ontwerpresoluties besproken die betrekking hadden op eerder vermelde desiderata en waarin de overheden tot nadere actie werden aangemaand. Het lijkt mij nuttig om op deze plaats te vermelden wat medewerkers van de Taalunie, die al deze suggesties op hun brood kregen, erover te zeggen hadden. Zij noemen taalzorg een gevoelig onderwerp en een kwestie die veel tijd kost. Ware de Taalunie supranationaal, dan zouden de zaken eenvoudiger liggen, maar voor intergouvernementele beslissingen moet altijd afstemming op de eigen mensen en diensten in beide landen plaatsvinden. Bovendien moeten de ministers bereid zijn ervoor te betalen. In elk geval bestaat er nu een secretariaat van de Taalunie, dat de problemen kan overzien en coördineren. Het gaat hier niet om terrorisme-bestrijding, dus een langere looptijd voor de uitwerking van het gesuggereerde moet toegestaan zijn. Tot zover een opsomming van punten, die mij de moeite van het vermelden waard leken. Ik ben verbaasd, dat niemand heeft gerefereerd aan de in dit milieu niet onbekende vrees van oud-ambassadeur M. Mourik voor de bedreigingen van de zijde van de Europese gemeenschappen voor het voortbestaan van onze taal. Ook vraag ik mij af waarom niets is gezegd over het Woordenboek van de Nederlandse Taal, waaraan Noord en Zuid al anderhalve eeuw gezamenlijk werken.
Vincent KRAMERS