[Nummer 4]
Wel beschouwd
Het Nederlands en zijn taalgebied
Aan de achterzijde van dit blad treft u tijdens de gehele jaargang een gestileerde kaart van het Benelux-gebied aan.
Daarbinnen is met een wat donkerder kleur het aaneengesloten Nederlandse taalgebied aangegeven, dat Nederland en Vlaanderen omvat.
In België is zowel de taalgrens als het officieel gebruik van de taal wettelijk vastgelegd.
Het Nederlandse taalgebied in zijn geheel en het gebruik van de Nederlandse taal in dat gebied vinden erkenning in het tussen Nederland en België gesloten Taalunieverdrag van 1980.
In Nederland is het gebruik van het Nederlands niet officieel vastgelegd. Dat hieraan, gegeven de geluiden tot verengelsing, wellicht zo langzamerhand behoefte bestaat, heeft prof. mr. A. Postma in de Eerste Kamer en in Neerlandia (1990/2, blz. 50-53) uiteengezet.
Hoe dit ook zij, er zou al veel gewonnen zijn indien algemeen bekend was dat er in Europa een aaneengesloten Nederlands taalgebied met 21 miljoen Nederlandssprekenden bestaat. Dit is helaas niet algemeen bekend, althans men is zich er niet van bewust en men handelt er dus niet naar.
Zelfs in 1990 komt het nog voor dat de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten een brief aan instellingen in Vlaanderen in het Frans schrijft, dat op sommige verpakkingen en bijsluiters - indien er al Nederlands op staat - tweemaal Nederlands wordt aangetroffen, nl. eenmaal Nederlands (met een Nederlands vlaggetje) en eenmaal ‘Vlaams’ (met een Belgisch vlaggetje) en dat alom in de ons omringende cultuurgebieden nog steeds onderscheidt wordt gemaakt tussen Neérlandais et Flamand, Dutch and Flemish en Niederländisch and Flämisch.
Deze opdeling van het Nederlands en het Nederlandse taalgebied schaadt de positie van Nederland, van Vlaanderen, zelfs van België en dus de plaats - of het ‘imago’ - van de Nederlanden in Europa en daarbuiten.
Hier ligt een taak voor de Nederlandse Taalunie. Maar ook voor de afzonderlijke regeringen, zowel binnen- als buitenlands.
Nederlandse en Belgische instanties beschouwen elkaar, ondanks het bestaan van het door de Nederlandse Taalunie geïnstitutionaliseerde aaneengesloten Nederlandse taalgebied, als buitenland. Zo wordt het nemen van een abonnement op een Nederlandse krant in Vlaanderen en omgekeerd wel heel erg duur door het hanteren van het ‘buitenlands’ posttarief. En dus gebeurt dit veel te weinig en wordt samenwerking en integratie geremd (zie blz. 174).
Het bestaan van één Nederlands taalgebied en het hebben van één Nederlandse taal wordt (nog) niet of te weinig als doorslaggevend criterium gebruikt bij het vaststellen van het beleid