Neerlandia. Jaargang 93

Onderwijs

Samenwerking VU Brussel en Erasmus-Universiteit Rotterdam

De Vrije Universiteit Brussel (VUB) en de Erasmusuniversiteit Rotterdam (EUR) hebben op 29 mei een samenwerkingsakkoord ondertekend over postdoctorale studies voor wetenschapsontwikkeling. Door het akkoord, dat loopt over 3 jaar, met mogelijke verlenging, zal er een uitwisseling plaatshebben van studenten, docenten en assistenten tussen beide universiteiten. Volgend academiejaar wordt gestart met een gezamenlijk onderwijsprogramma.

Erasmusprogramma

Op grond van de positieve beoordeling van de eerste fase van het Erasmusprogramma (1987-1989) heeft de Europese Commissie

[p. 149]

eind april het programma aangepast. In de tweede fase (1990-1994) zal het verblijf van de studenten in een andere EG-lidstaat minimaal 6 maanden bedragen, en worden de financiële middelen meer dan verdubbeld. Voor 1990-1992 alleen al voorziet de Commissie in 8,2 miljard BF. Bovendien wordt overgeschakeld naar een meerjarige financiering van de interuniversitaire samenwerking; de Commissie hoopt zo de universiteiten te kunnen bewegen tot verbintenissen op langere termijn.

Erasmus in Antwerpen en Gent

In het kader van het Erasmusprogramma van de EG werden voor volgend academiejaar aan de Universitaire Instelling Antwerpen (UIA) 9 projecten ingediend. Voor deze eigen projecten is men al druk bezig met het selecteren van studenten.

In totaal zullen zo'n 60 UIA-studenten op één of andere manier bij een Erasmusproject betrokken kunnen worden.

Aan de UFSIA zullen volgend academiejaar eveneens een aantal eigen projecten lopen. Voor één ervan zouden een 15tal buitenlandse studenten worden aangetrokken. Daarnaast bestaat er een uitwisselingsprogramma met de universiteit van Tilburg. Hier zouden 4 studenten bij betrokken worden.

De Rijksuniversiteit Gent heeft dit academiejaar 28 Erasmus-studenten in het kader van 10 projecten uitgestuurd, en zelf 14 EG-studenten op bezoek gehad. Voor het academiejaar 1989-1990 heeft de RUG 103 projecten ingediend. Aldus zijn er nu al 130 professoren actief bij Erasmus betrokken.

Limburgse lesbrieven

Studenten en docenten van de Hogeschool Katholieke Leergangen Sittard ontwikkelden in samenwerking met Belgisch-Limburgse docenten zgn. lesbrieven voor het secundair onderwijs. Het initiatief maakt deel uit van de viering ‘150 jaar Limburg’.

De provinciale besturen van de beide Limburgen bieden deze lesbrieven aan aan alle scholen voor voortgezet onderwijs, zodat ze vanaf het schooljaar 1989-'90 kunnen worden gebruikt. De lesbrieven hebben betrekking op aardrijks- en geschiedkundige onderwerpen zoals ‘Steenkool vroeger en nu’, ‘Stadsvernieuwing Maastricht en Hasselt’, ‘De boerderij’, ‘Migratie en pendel’, ‘Grindwinning’, ‘Middeleeuws dorp’, ‘De sociaal-economische geschiedenis van de 19de eeuw’ en ‘Toeristisch aantrekkelijk Limburg’. Naast deze lesbrieven worden op onderwijsgebied tal van andere activiteiten uitgevoerd in de beide Limburgen.

Zo wordt ook een computerwedstrijd voor jongeren tussen 13 en 19 jaar georganiseerd door de Hogeschool Katholieke Leergangen Sittard en het Provinciaal Hoger Handelsinstituut in Hasselt.

Een ander onderwijsinitiatief is de publikatie van de brochure ‘Studiemogelijkheden in de beide Limburgen’. Het gaat om de neerslag van een onderzoek naar de onderwijssystemen en het onderwijsaanbod door het Instituut Mens en Arbeid in Heerlen en het Psycho Medisch Sociaal Centrum in Hasselt. De brochure beschrijft het onderwijs vanaf het secundair onderwijs tot en met het universitaire stelsel en het volwassenenonderwijs. De publikatie wordt eind september 1989 gepresenteerd.

Europees Hof: student uit EG heeft recht op beurs

Kinderen van ouders uit EG-landen die in Nederland studeren, hebben hetzelfde recht op studiefinanciering als Nederlanders. Aldus luidt een recente uitspraak van het Europese Hof van Justitie.

Volgens het Europese Hof hoeven (kinderen van) werknemers uit EG-landen niet formeel over een verblijfsvergunning te beschikken om aanspraak te kunnen maken op studiefinanciering. Buitenlanders die bij internationale organisaties werken, hebben dezelfde rechten als zij die hier bijvoorbeeld bij een bedrijf werken. Ook vindt het Hof de Europese integratie van een hoger belang dan de toevallige omstandigheid dat de verdienende ouder van een student niet meer in Nederland woont.

Onderwijssamenwerking provincies Zeeland en West-Vlaanderen

Met ingang van het schooljaar 1988-1989 is een onderwijssamenwerking tussen de provincies Zeeland en West-Vlaanderen gestart. In het kader van deze samenwerking en gelet op het toenemend belang van talenkennis in Europa, werd het grensoverschrijdend project ‘Moderne Vreemde Talen in het Technisch Onderwijs’ uitgewerkt.

Met het project wil men, met behulp van moderne technologieën, een vernieuwd onderwijs in moderne vreemde talen doen ontstaan dat beter aansluit bij de interessesfeer van de leerlingen in het technisch onderwijs. In de beginfase worden drie scholen bij het experiment betrokken: de MTS/MEAO in Terneuzen; de LBO ‘De Wellinge’ in Middelburg en het provinciaal technisch instituut Kortrijk.

Het taalprogramma zal met behulp van een netwerk van computers worden gedoceerd. Per school is een hardware en practicum nodig met twintig werkstations en een docentencomputer. Per school gaat het om een investering van 6 miljoen BF. voor de apparatuur. Het onderwijssoftware-programma wordt door de drie scholen op 2,5 miljoen BF. geraamd. De betrokken provinciebesturen hebben zich verbonden het project voor te dragen voor (gedeeltelijke) financiering uit het Europees Sociaal Fonds van de Europese Gemeenschap.

Samenwerkingsakkoord universiteiten Groningen en Leuven

Op 31 mei ondertekenden de Rijksuniversiteit Groningen en de Katholieke Universiteit Leuven een samenwerkingsakkoord op het gebied van onderwijs en onderzoek. De samenwerking, die ingaat op 1 september 1989, geldt voor alle disciplines die aan beide universiteiten zijn vertegenwoordigd, en zal plaatsvinden op het niveau van faculteiten, studierichtingen en vakgebieden.

Congres historici over 150 jaar Nederland en België

In de eerste helft van mei wijdde het Nederlands-Belgisch Congres zijn 38ste driedaagse bijeenkomst aan honderdvijftig jaar Nederland en België (1839-1989). Het Nederlands-Belgisch Congres, een vereniging van een zestigtal historici uit Nederland en België, werd 50 jaar geleden gesticht. Tijdens het congres werden vergelijkingen gemaakt tussen de geschiedeniswetenschappen, de koloniale politiek en de economische ontwikkeling van beide landen. In een inleidend referaat wees professor E.H. Kossmann (RU Groningen) o.m. op het grote nut van comparatisme in de geschiedenisstudie van België en Nederland. Volgens Kossmann moet gestreefd worden naar een visie die het incidentele van de nationale fase uit de geschiedenis der Nederlanden relativeert. De geschiedschrijving in de Nederlanden, zo verklaarde Kossmann, is nog te veel voortgekomen uit de tijd der nationale staten.