Europese politici over Nederlands-Vlaamse samenwerking in Europa
Op 26 april 1989 vond op initiatief van de Stichting Algemeen-Nederlands Congres v.z.w. op de redactie van De Standaard te Groot-Bijgaarden een colloquium plaats met Europese politici uit Vlaanderen en Nederland.
De vier grote partijen uit Nederland en Vlaanderen werden uitgenodigd: CDA-CVP/PvdA-SP/VVD-PVV/VU-D66. Zij vormen telkens duo's die elkaars evenknie zijn en een vergelijkbaar programma hebben.
De Vlaamse partijen stuurden alle hun lijsttrekkers: Willy de Clercq (PVV), gewezen minister, gewezen Europees commissaris; Mark Galle (SP), gewezen minister; Leo Tindemans (CVP), minister van Buitenlandse Betrekkingen; Jaak Vandemeulebroucke (VU), Europarlementslid.
De Nederlandse lijsttrekkers stuurden plaatsvervangers: Pam Cornelissen (CDA), Europees parlementslid; Hans Glaubitz (D66), ambtenaar bij de Europese Commissie; Hans Nord (VVD), Europees parlementslid en gewezen secretaris-generaal van het Europees Parlement; Eisso Woltjer (PvdA), Europees parlementslid.
Thema van het colloquium was de Nederlands-Vlaamse samenwerking in de Europese context. Zowel op het gebied van de politiek, van de cultuur, van de economie als van het sociale werden de politici aan de tand gevoeld door Dirk Achten en Guido Boodts van De Standaard en door Frits Schaling en Wim Weenink van NRC Handelsblad.
Namens het Algemeen-Nederlands Congres leidde hoofdbestuurslid Jan de Graeve het colloquium in, en algemeen secretaris Wilfried Vandaele trad op als moderator.
Een verslag van het colloquium verscheen in NRC Handelsblad van 26 mei en in De Standaard van 31 mei.
NRC opende als volgt: ‘Hoe Nederlanders over Vlamingen denken kwam onlangs weer aan het licht toen Nederlandse en Vlaamse lijsttrekkers voor de Europese verkiezingen elkaar in Brussel zouden ontmoeten. Terwijl de Vlaamse politici zonder uitzondering een middag konden vrijmaken - zelfs voor minister Leo Tindemans van buitenlandse zaken, was dat kennelijk geen probleem - liet de ene na de andere Nederlandse collega zich excuseren en werden vervangers gestuurd’.
Op 31 mei wijdde De Standaard een volle pagina aan het colloquium en ook Het Nieuwsblad en De Gentenaar namen het artikel over.
Nagegaan werd o.m. hoe het komt dat er tussen Nederlandssprekende Europarlementsleden geen nauwere banden bestaan dan met parlementsleden van andere nationaliteiten, hoewel er toch heel wat gelijkenissen en gemeenschappelijke belangen zijn die overleg of gezamenlijk optreden vragen.
Vervolgens werd bekeken in hoeverre de - op de eerste plaats economisch geïnspireerde - Europese constructie een culturele dimensie heeft. Moeten er beschermende en stimulerende maatregelen worden ingevoerd om de kleinere culturen in stand te houden in het grotere Europa?
De Europese Commissie pakt immers het Vlaamse kabeldecreet aan, o.a. omdat het voorziet dat meer dan de helft van de uitzendingen eigen Vlaamse produkties moeten zijn; Nederland krijgt verbod in het buitenland uitgezonden, maar op de Nederlandse markt gerichte reclameboodschappen te