| |
Leefmilieu
Studiebijeenkomst krekenbeheer
Op vrijdag 2 juni 1989 van 9.30 u. tot 12.30 u., vindt in het Churchillhotel, Churchill-laan 700 te Terneuzen, een studiedag plaats over water- en natuurbeheer inzake de kreken. Kreken zijn restanten van rampzalige dijkdoorbraken of gewaagde inpolderingen. De studiebijeenkomst wil een dialoog op gang brengen tussen de waterbeheerder en de natuurbeheerder/beschermer. Na de opening door mr. J.A. Lantsheer, voorzitter van de Zeeuwse Waterschapsbond, heeft dr. K. Kuijken, directeur van het Vlaams Instituut voor Natuurbehoud, het over ‘Natuurbeheer van kreken’.
Drs. J.E. Haarlem, medewerker Waterschap Noord- en Zuid-Beveland, spreekt over ‘Het Waterschap en de kreken’. Dr. ir. T.S. Blauw, medewerker Provinciale Waterstaat Zeeland, behandelt de instrumenten die een ‘Samenspraak krekenbeheer’ mogelijk kunnen maken. De studiedag wordt afgesloten door mevr. G. de Vries-Hommes, lid Gedeputeerde Staten van Zeeland. De studiedag wordt georganiseerd door de Zeeuwse Waterschapsbond, de Provincie Zeeland en de Zeeuwse Milieufederatie.
Voor meer informatie: tel. 01180-31396, vanuit België: 00/31/1180-31396.
| |
Grondwatervervuiling in Stein
In Urmond, een deelgemeente van het Nederlands-Limburgse Stein, is een ernstige grondwatervervuiling geconstateerd met sulfaat en ammonia. Stein ligt op ongeveer 1 km afstand van het Belgisch-Limburgse waterzuiveringsgebied Leut-Meeswijk en Eisden. In opdracht van het provinciebestuur van Nederlands-Limburg verrichtte het onderzoeksbureau Iwaco proefnemingen in Stein, en bezorgde dienaangaande een alarmerend rapport aan het provinciebestuur. Uit dat rapport blijkt niet alleen dat het grondwater van Stein sterk vervuild is, maar ook dat het absoluut niet meer geschikt is voor menselijke consumptie. In dat verband wordt ook het grondwater onderzocht in de buurt van het DSM-chemieconcern in Geleen. Het is nog niet bekend of deze grondwatervervuiling in Stein ook gevolgen heeft voor het Belgische waterwinningsgebied van Leut-Meeswijk en Eisden. Wel is bekend gemaakt dat er over deze verontreiniging door de gemeente-autoriteiten van Stein nooit overleg werd gepleegd met de Belgische gemeente Maasmechelen.
| |
Nederlandse milieustudie
Ter voorbereiding van het Nationaal Milieubeleidsplan (NMP), dat nog dit jaar door de Nederlandse regering vastgelegd zal worden, maakte het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) een rapport, onder de titel ‘Zorgen voor Morgen - nationale Milieuverkenning 1985-2010’. In het rapport wordt haarfijn uiteengezet wat er met ons leefmilieu precies fout gaat, en wat daarvan de gevolgen zullen zijn. Of zouden kunnen zijn, want uiteraard gaat het bij die gevolgen om toekomstvoorspelling.
Ook voor België worden aanbevelingen geformuleerd: de S02-uitstoot b.v. zou tussen 1985 en 2010 met vier vijfden moeten verminderen, de cadmium- en zinkvervuiling door de Kempense industrie moet flink aangepakt worden, de Westerschelde brengt zware metalen aan uit België, enz. De effecten op de volksgezondheid en de kosten en baten van milieumaatregelen komen eveneens aan de orde.
| |
| |
| |
Benelux-prijs natuur- en milieu-educatie
Op 26 april werd in het Milieu-Educatie-Centrum te Eindhoven de Benelux-prijs Natuur- en Milieu-educatie 1988 uitgereikt. De prijs werd enige jaren geleden ingesteld om de belangstelling voor het behoud van natuur en milieu aan te moedigen bij de studenten in de educatieve sector, de aankomende leerkrachten en vormingswerkers dus. Een onafhankelijke jury van deskundigen uit de EG-lidstaten beoordeelt daartoe werkstukken (uitgewerkte ideeën, studies of verhandelingen) die door studerenden in het kader van hun studie werden vervaardigd.
| |
Cadmium in Schelde-Uiterwaarden
De Bond Beter Leefmilieu (BBL) stelde in de uiterwaarden van de Schelde in Moerzeke-Kastel en van de Rupel in Heindonk de aanwezigheid vast van hoge concentraties cadmium en lood. Die metalen zijn door het verontreinigde water afgezet. De BBL trof bij beperkte bemonsteringen waarden aan die ver de in Nederland gehanteerde norm overtreffen. De Bond drong er dan ook op aan dat de uiterwaarden van rivieren niet langer voor landbouwdoeleinden zouden gebruikt worden, en pleitte voor een aangepast saneringsplan vanwege de overheid.
| |
Uitwisseling gegevens vervuiling
Het Zeeuwse provinciebestuur kan er in de naaste toekomst op rekenen dat de Vlaamse instanties correcte gegevens zullen verstrekken over de uitstoot van schadelijke stoffen door de Vlaamse industrieën.
Met die toezegging is de Zeeuwse milieugedeputeerde G. de Vries begin maart teruggekomen uit Brussel, waar zij een werkbezoek bracht aan het Vlaamse ministerie van Leefmilieu.
Tijdens het overleg werd de gedeputeerde uitvoerig geïnformeerd over het zogeheten Minaplan, een milieusaneringsplan waarmee de Vlamingen de verontreiniging van de Schelde vóór 1995 volledig teniet willen doen.
‘Hoge ambtenaren hebben ons bepaalde toezeggingen gedaan, zoals op het gebied van de uitwisseling van de emissiecijfers tussen Zeeland en de Vlaamse provincies’, aldus Mevr. de Vries.
Volgens haar is beloofd ‘dat uit een oogpunt van de veiligheid van de bewoners van de hele kanaalzone gekeken zal worden naar de totale organisatie in geval van rampen’.
‘Wij hebben allerlei adressen gekregen waar wij, als Zeeuwse instanties, in geval van rampen zonder meer terecht kunnen voor informatie.’
De gedeputeerde verwacht dat, gezien de positieve opstelling van de Vlamingen, een regelmatig overleg tussen de instanties aan weerszijden van de grens in het verschiet ligt.
| |
Kelchtermans wil snelle zuivering kanaal Gent-Terneuzen
Onlangs verklaarde gemeenschapsminister van Leefmilieu Kelchtermans dat hij spoed wil zetten achter de zuivering van het kanaal Gent-Terneuzen. Hij wil snel een milieuvriendelijke oplossing voor de opvang van vervuild baggerslib uit het kanaal, en zal een verdere verbetering doorvoeren van de kwaliteit van het kanaalwater door nauwgezette controle van de saneringswerken die aan in het kanaal lozende bedrijven werden opgelegd. Kelchtermans zal hiertoe opdracht geven aan de Vlaamse Maatschappij voor Waterzuivering, die met het toezicht belast is.
| |
Zwingeul wordt uitgediept
Begin februari maakte gemeenschapsminister van Openbare Werken Johan Sauwens bekend dat hij een bedrag van 19 miljoen BF heeft uitgetrokken voor werken aan de Zwingeul. Die werken moeten de verdere verzanding van de Zwinvlakte tegengaan. De Zwingeul, die nu nog voor een deel op Nederlands grondgebied ligt, zal verlegd worden, en zal nadien worden uitgebaggerd tot aan de Zwinmonding. Bovendien zal ook een te hoge zandrug worden doorgestoken, waardoor de bevloeiing van de hele Zwinvlakte zal verbeterd worden. Met het uitgegraven zand zullen de duinen in het Zeeuwse Cadzand versterkt worden. Dit alles werd overeengekomen op verscheidene bijeenkomsten van de Internationale Zwincommissie, waarin zowel de Vlaamse als de Nederlandse autoriteiten vertegenwoordigd zijn. Gemeenschapsminister Sauwens deelde mee dat de werken in september zullen beginnen, na het broedseizoen in de Zwinvlakte. Ze zullen een drietal maanden in beslag nemen.
| |
Kerncentrales Doel veilig
De kerncentrales in het Belgische Doel zijn veilig genoeg. Het Internationale Atoomenergie Agentschap (IAEA) zal binnenkort een inspectie houden.
Gedeputeerde Staten (GS) van Brabant antwoordden dat op vragen uit Provinciale Staten over vermeende lekken en onveiligheid van de centrales in Doel. GS van Brabant hebben hun kennis van minister Nijpels.
| |
Sauwens over waterverdragen
Gemeenschapsminister van Openbare Werken en Verkeer Johan Sauwens verklaarde in januari jl. dat, als gevolg van de staatshervorming, Vlaanderen nu bevoegd is voor het gehele beleid van de waterwegen. Volgens Sauwens is het daarom niet meer dan logisch dat - hoewel de verdragrechtelijke bevoegdheid van gewesten en gemeenschappen pas
| |
| |
in de derde fase van de staatshervorming zal geregeld worden - Vlaanderen voortaan rechtstreeks met Nederland over de waterverdragen onderhandelt. Wel gaf Sauwens toe dat de Vlaamse regering daarbij een beroep zal moeten doen op de diensten van het nationaal ministerie van Buitenlandse Zaken.
Gemeenschapsminister Sauwens benadrukte dat zowel Nederland als België vragende partij zijn m.b.t. de waterverdragen: Vlaanderen vraagt Nederland de toegang tot de havens van Gent en Antwerpen te waarborgen, en Nederland vraagt in ruil een voldoende debiet van de Maas en een betere kwaliteit van het Maas- en Scheldewater.
| |
Revolutionaire verwerking giftig afval
Vader Machiel en zoon Patrick Duivelaar, befaamde ingenieurs-uitvinders uit het Nederlandse Maassluis, ontwikkelden enkele jaren geleden een systeem waarbij gevaarlijk toxisch afval kan verwerkt worden tot een volkomen onschadelijk eindprodukt. Dit Duivelaar Anti Pollution System (DAPS) bleek de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) toen zo sterk te interesseren, dat op 22 december 1986 de toenmalige gemeenschapsminister van Leefmilieu Lenssens een samenwerkingsovereenkomst ondertekende tussen de Duivelaars en de Vlaamse regering, via OVAM.
De Duivelaars zijn nu van mening dat de Vlaamse regering dit in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde contract niet naleeft, ‘onder druk van de afvalmaffia’. Ze hebben een aantal processen aangespannen: een eerste om de contractueel voorziene betaling te bekomen van de gemaakte kosten (5 miljoen BF), en een tweede proces om een schadevergoeding te vragen van 20 miljoen BF voor het opgelopen tijdverlies. In een kortgeding ten slotte vragen ze dat ze opnieuw de eigendom zouden verwerven over de door hen ingebrachte octrooien, zodat ze met andere geïnteresseerde Europese bedrijven kunnen scheepgaan.
De Duivelaars staan aan de rand van het faillissement en willen zo vlug mogelijk een einde maken aan hun ‘samenwerking’ met de Vlaamse regering.
| |
Dupré over Laak
Staatssecretaris Jos Dupré van Institutionele Hervormingen - voorheen verantwoordelijk voor Leefmilieu in de Vlaamse regering - weerlegde eind februari in een uitvoerige mededeling de kritiek van de Agalev-afdelingen van Laakdal, Tessenderlo en Westerlo op het saneringsplan voor de zwaar vervuilde Laak dat hij in zijn vorige functie opstelde.
Dupré wees erop dat zijn oplossing, die bestaat uit strengere lozingsvoorwaarden voor Tessenderlo Chemie, ruiming van het vervuilde Laakslib en ingebruikneming van een afvalcollector langs het Albertkanaal voor de afvoer van gezuiverd afvalwater van het bedrijf, een samenhangend geheel vormt. Volgens de staatssecretaris is de voorgestelde slibbehandeling wel degelijk verantwoord, omdat alle chemische vervuiling wordt verwijderd en op een gecontroleerde manier wordt gestort. Dupré verklaarde nog dat het door Agalev aangehaalde probleem van de radioactiviteit van het afvalwater en van het slib steunt op een onjuiste interpretatie.
| |
Schadelijk ontstoppingsmiddel
De organisatie Milieudefensie is in de loop van januari in een aantal steden in Nederland in actie gekomen tegen een Belgisch ontstoppingsmiddel. Het middel, dat onder de naam ‘Strong’ aan horeca-ondernemers wordt verkocht, bestaat voor 96 procent uit zwavelzuur en is volgens Milieudefensie zeer schadelijk voor gezondheid en milieu. De keuringsdienst van waren in Nijmegen bevestigde inmiddels dat het om een uiterst sterke zwavelzuuroplossing gaat die gevaarlijk is bij ondeskundig gebruik. Een woordvoerder van die dienst verklaarde bovendien dat optreden tegen de verkoop van het middel als gevolg van de nieuwe warenwet onmogelijk is. ‘Strong’ wordt immers verkocht aan bedrijven, en volgens de warenwet kan de keuringsdienst alleen optreden als een schadelijke stof wordt verkocht aan particulieren.
| |
Scheldevervuiling aangepakt
Uit een recente nota van de Internationale Scheldewerkgroep blijkt dat de Schelde jaarlijks 7000 ton nitraat, 3000 ton fosfaat, 220 ton lood, 93 ton chroom, 46 ton cadmium en grote hoeveelheden giftige organische verbindingen naar de Noordzee meevoert.
De heer Gryp, lid van de Vlaamse Raad, richtte aangaande deze onrustwekkende Scheldevervuiling een interpellatie tot gemeenschapsminister van Leefmilieu Kelchtermans. In zijn antwoord wees de gemeenschapsminister erop dat iedereen, ook de Internationale Scheldewerkgroep, het erover eens is dat de Scheldewaterkwaliteit verbetert, maar wel te traag. De kwaliteit van het Scheldewater wordt echter beïnvloed door 3 soorten van geloosde afvalwaters. Er zijn de huishoudelijke afvalwaters, die een equivalent hebben van 6 miljoen inwoners (waarvan 2 miljoen inwoners-equivalenten aangevoerd worden vanuit Frankrijk en 1,5 miljoen vanuit Brussel).
Kelchtermans benadrukte dat de zuivering van deze voor Vlaanderen vreemde vuilvrachten geen Vlaamse bevoegdheid vormt, en dat hij al bilaterale gesprekken heeft aangevat met de overheid van Frankrijk en van het Brusselse gewest. Tevens verklaarde hij zich bereid bij te dragen tot de realisatie van een waterzuiveringseenheid voor Brussel. Wat Vlaanderen betreft, heeft de gemeenschapsminister forse extra kredieten nodig om tot een betere en snellere collectering en zuivering te kunnen komen. In de tweede plaats komen de industriële afvalwaters, die nog 3,4 miljoen inwonersequivalenten omvatten. Hoewel aanzienlijk, daalt deze vuilvracht jaarlijks. Via individueel opgelegde saneringsprogramma's wil Kelchtermans dit verder reduceren, en aldus tegen 1991-1993 een maximale zuivering bereiken.
Ten slotte is er het afvalwater afkomstig van veeteelt en landbouwactiviteiten, geraamd op 9 miljoen inwonersequivalenten, meteen de grootste afvalwaterproduktie. De minister betreurde dat er op dat vlak geen adequate wetgeving bestaat, maar nam zich voor over te gaan tot de sanering van de landbouwsector via een snelle uitvoering van het mestdecreet en het milieuvergunningendecreet. De Raad van State moet echter eerst nog een advies uitbrengen over beide decreten.
Ook de Europese richtlijnen terzake zullen alle op korte termijn door de Vlaamse regering worden goedgekeurd. Kelchtermans beloofde nog de Scheldewatervervuiling voortaan blijvend aan te pakken, dit zoveel mogelijk in akkoord met zijn Nederlandse collega's.
| |
Kanaal Gent-Terneuzen
In de Vlaamse Raad werd eind januari de problematiek van het kanaal Gent-Terneuzen aan de orde gesteld. Raadslid Flamant informeerde naar de mening van gemeenschapsminister Sauwens van Openbare Werken en Verkeer over een eventueel havenschap Gent-Terneuzen, dat zou zorgen voor de contacten met andere havens en met Nederland. Verder
| |
| |
wilde Flamant weten of het dossier aangaande een nieuwe zeesluis op het kanaal uitvoeringsklaar is, en of de afvalverwerking en slibruiming in het kanaal nu eindelijk aangepakt zullen worden. Deze aanpak wordt immers door de Nederlandse overheid als voorwaarde gesteld voor de bouw van een nieuwe zeesluis. In zijn antwoord verheugde de gemeenschapsminister zich over het feit dat Vlaanderen nu zelf bevoegd is voor zijn havens, en kondigde hij een bestendig overleg aan over deze havens. Gemeenschapsminister Sauwens verklaarde bovendien ter zake voorstander te zijn van samenwerking met Nederland. Wat de nieuwe zeesluis betreft, kon Sauwens meedelen dat hij opdracht had gegeven om een kosten-baten analyse uit te voeren, en dat het zowel van budgettaire als technische gegevens zal afhangen of de sluis er komt. De minister bevestigde ook dat Vlaanderen een reuzegrote opdracht heeft inzake zuivering van het oppervlaktewater. Hiertoe moeten de nodige middelen worden vrijgemaakt, en het principe ‘de vervuiler betaalt’ moet worden toegepast. De problemen i.v.m. de baggerspecie maken deel uit van het pakket dat met Nederland zal worden besproken, aldus nog Sauwens.
|
|