Vlaams en Nederlands in België
De vervanging van Nederlands door Vlaams in de benaming van allerlei instellingen en, onlangs, de overgang van ‘Nederlandse Commissie voor de Cultuur’ in ‘Vlaamse Gemeenschapscommissie’, getuigt van de volharding in een strekking die in juli 1980 haar aanvang nam met de nieuwe formulering van artikel 3ter van de Grondwet waar de evenwichtige opsomming Nederlands, Frans, Duits, de plaats moest ruimen voor de kreupele drievuldigheid: Frans, Vlaams en Duitstalig. Opdat iedereen zou beseffen dat er aan de ‘vervlaamsing’ duidelijke perken zijn, meer in het bijzonder wat de benaming van onze taal betreft, is het wellicht niet overbodig aan vier fundamentele beschikkingen te herinneren:
Artikel 140 van de Belgische Grondwet verklaart: ‘De tekst van de Grondwet is in het Nederlands en in het Frans gesteld’.
Het decreet van 10 december 1973 verklaart in zijn artikel 1: ‘De officiële benaming van de taal gebruikt door de Nederlandse cultuurgemeenschap van België is ‘het Nederlands’ of ‘de Nederlandse taal’.
Door artikel 1 van het verdrag van 9 september 1980 werd de Nederlandse Taalunie opgericht. Artikel 2 van dit verdrag bepaalt dat de Taalunie tot doel heeft de integratie van Nederland en de Nederlandse gemeenschap in België op het gebied van de Nederlandse taal en letteren in de ruimste zin.
Door het decreet van 30 juni 1981 wordt op grond van artikel 59bis van de Grondwet en tot aanvulling van de artikelen 12 en 33 van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken aan de particulieren en bedrijven, gevestigd in een gemeente zonder speciale taalregeling uit het Nederlands taalgebied, opgelegd uitsluitend het Nederlands te gebruiken met de plaatselijke en gewestelijke diensten van het Nederlands taalgebied met uitzondering voor de gemeenten met speciale taairegeling.
H. FAYAT
ere voorzitter ANC