Neerlandia. Jaargang 93

Vlaanderen en de Spaanse regio Andalousië

In 1992 kan in Sevilla een perceel van bijna 5.000 m² op het eiland Cartuja, langs de Guadalquivir rivier, rechtover het oude stadsgedeelte, Belgisch-Luxemburgs worden. De twee landen hebben de kans om zich daar ge-

[p. 80]

zamenlijk voor te stellen op de laatste wereldtentoonstelling van deze eeuw. Dirk van Sichem de Combe, een onderwijzer uit Zoersel, stelde onlangs vast dat, hoewel beide landen vanaf 1 juli e.k. aan hun paviljoen mogen beginnen bouwen, België nog steeds geen expo-comité en geen commissaris-generaal heeft aangeduid voor deze wereldexpo '92. Hij meent dan ook dat België op de Wereldtentoonstelling '92 een modderfiguur zal slaan. De droom van Van Sichem is eigenlijk een permanente Vlaamse aanwezigheid in Andalousië, een ‘Casa de Flandes’, een Vlaams Huis in Sevilla. Dat Vlaamse Huis zou er ook na de Wereldtentoonstelling voor zorgen dat Vlaanderen in Spanje bekend blijft, zowel cultureel als economisch. Voor de Vlaams-Belgische aanwezigheid op de Wereldtentoonstelling, en voor een Vlaams Huis in Sevilla heeft Van Sichem in de afgelopen drie jaar tientallen brieven geschreven aan ministers, nationale en regionale instanties en verenigingen. De antwoorden die hij ontving, komen er bijna altijd op neer dat ‘men met de zaak bezig is’. Hij heeft de strijd echter nog niet opgegeven: met gelijkgezinden heeft hij zijn inspanningen nu gestructureerd in de vzw Casa de Flandes.