Haan (3)
Al enkele decennia haantje de voorste in zijn eigen land, dertig jaar geleden nog Belgisch Congo geheten: Mobutu Sese Seko Kuku Ngbeandoe Wa Za Banga, wat zoiets betekent als ‘de haan die geen kip gerust laat’.
Mobutu en Zaïre zijn sinds het jaareinde niet meer uit de Belgische actualiteit weg te branden. De Zaïrese leider liet Brussel weten niet meer gesteld te zijn op een geprivilegieerde band met het voormalige moederland. De houding die België zou innemen in de schuldenproblematiek van Zaïre had hem ontstemd. Dit alles speelde zich merkwaardig snel af na een Zaïrereis van premier Martens. Sedertdien reisden minister van Buitenlandse Betrekkingen Tindemans en minister van Ontwikkelingssamenwerking Geens af naar Kinsjasa. Want Zaïre besloot de relaties met België flink onder spanning te zetten. Zelfs werden alle Zaïrese bedrijven met vestigingen in België verplicht hun kantoren onmiddellijk te sluiten en eigendommen in België af te stoten. Zaïrese studenten kregen te horen dat ze vanaf het volgende academiejaar België zouden moeten verlaten. In januari werden de landingsfaciliteiten van Sabena ingeperkt en AZAP, het Zaïrese persbureau (een spreekbuis van de president) achtte het zelfs van belang te melden dat Zaïre een zending van 4000 winterjassen afwees, omdat die zending een uiting was van neokolonialisme. Mobutu is boos. Dat zou alles te maken hebben met de manier waarop de Belgische pers met het bevriende staatshoofd omspringt. Men zou overigens wel iets meer incasseringsvermogen verwachten van een president die zelf dertig jaar geleden het journalistenberoep uitoefende.
Het centrale punt in iedere Mobutu-verslaggeving is wel de exorbitant grote rijkdom van de Zaïrese president, de wijze waarop hij die verkregen heeft en de prestigeprojecten die hij met zijn geld financiert. Ondanks alle spanningen blijft er gelukkig ook nog een punt van opvallende stabiliteit in de Belgisch-Zaïrese betrekkingen vast te stellen: de grote eerbied die Mobutu steeds zegt te hebben voor de Belgische koning (die hij zelf vóór de dekolonisatie nog gediend heeft als militair).
Het is niet geheel onmogelijk dat de grote vriendschap terug te voeren is op de voorbeeldfunctie van een vroegere Van Saksen-Coburg, koning Leopold II, die in handel en wandel veel weg heeft van de Zaïrese president. Leopold II had Congo als een eigen staat weten te verwerven (de zogenaamde Congo Vrijstaat) en haalde uit dit privédomein dan de nodige financiële voordelen.
Leopold investeerde daarenboven grote sommen in allerlei grote bouwprojecten in en om Brussel. De Belgische koning bleek zeer gevoelig voor de wijze waarop de pers zich over zijn zaken uitliet. Die pers probeerde hij dan ook zo goed en zo kwaad als het ging te beïnvloeden. En dat is precies wat Mobutu nu meent te moeten doen: kritische geluiden in de Belgische pers te lijf gaan. Hij slaagde er zo in Tindemans de Belgische pers tot voorzichtigheid te doen manen.
Zal de relatieverstoring tussen Zaïre en België blijvende gevolgen hebben? Ieder antwoord op die vraag blijft in zekere mate koffiedik kijken. Het is niet de eerste keer dat de verhoudingen erg minnetjes zijn.
Vijftien jaar geleden al speelden gekwetste gevoelens bij Mobutu daarbij een rol: België weigerde, in tegenstelling tot Frankrijk, een boek te verbieden dat niet zo vriendelijk was voor Mobutu. Gevolg: aanvallen van het persbureau AZAP, het terugroepen van de Zaïrese ambassadeur in Brussel, het ontnemen van elk geprivilegieerde karakter aan de betrekkingen tussen Zaïre en het oud-moederland. In 1974 kon de ruzie nog hetzelfde jaar bijgelegd worden. Mobutu genoot toen overigens nog de forse steun van socialistische zijde, vooral in de persoon van premier Leburton. De jongste jaren blijken de socialisten heel weinig op te hebben met het Zaïrese regime. De socialisten regeren nu mee en kunnen blijkbaar voorkomen dat België op een makkelijke manier toegeeft aan Mobutu's wensen inzake de Zaïrese schuldenproblematiek.
A. OVERBEEKE