Belgen in Nederland 1914-1918: leven in ballingschap
Op 22 november 1938 werd te Amersfoort in tegenwoordigheid van Koningin Wilhelmina en Koning Leopold III het gedenkteken onthuld dat de dank zou uitdrukken voor de opvang van de Belgische vluchtelingen die gedurende de Eerste Wereldoorlog in Nederland een gastvrij onderkomen vonden. Het was trouwens wel een erg verlate plechtigheid; het monument was immers al in 1917 opgericht. Echter als gevolg van de naoorlogse politieke verwikkelingen tussen Nederland en België (bepaalde kringen in België maakten aanspraak op Zuid-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen) kon er onmiddellijk na beëindiging van de oorlogshandelingen niets komen van een officiële onthulling. Daarvan kon eerst sprake zijn toen de betrekkingen weer genormaliseerd waren. En zo kon het gebeuren dat eerst ruim twintig jaar na de oprichting van het Belgenmonument de beide staatshoofden in de gelegenheid werden gesteld hun handtekeningen in het gastenboek te plaatsen.
Naar aanleiding van het feit dat deze plechtigheid een halve eeuw geleden heeft plaats gevonden, zijn in Amersfoort en Harderwijk
Aankomst van vluchtelingen in Amsterdam, tekening door Jan Sluijter.
vier tentoonstellingen opgezet die ruime aandacht besteden aan zowel de vele teruggekeerde vluchtelingen als aan hen die hier gedurende de volle periode van de oorlog als onvrijwillige ballingen moesten verblijven.
In het Amersfoortse Museum Flehite ligt de nadruk op allerlei kunstzinnige aspecten rond de vlucht en het verblijf in Nederland. Onder de vluchtelingen waren tal van kunstenaars die in bijtende spotprenten het Duitse optreden in België hekelden; één van hen was Louis Ramaekers. Anderen, zoals Leo Gestel, Alfred Ost en Jan Sluijter brachten vooral het leed in beeld. En dan zijn er nog de speciale affiches te bewonderen die ontworpen werden ter gelegenheid van tentoonstellingen en voorstellingen die ten behoeve van de vluchtelingen werden opgezet.
In het Veluws Museum te Harderwijk wordt met name aandacht besteed aan het leven in de kampen waarin de vluchtelingen waren gehuisvest. Eensdeels gebeurt dat aan de hand van foto's en documenten, anderdeels door middel van uitrustingsstukken en voorwerpen die door de geïnterneerden zijn gemaakt. En om inzicht te geven in de omstandigheden waaronder geleefd moest worden, is een deel van hun onderkomen gereconstrueerd.
Het derde tentoonstellingsgebeuren speelt zich af rond het Belgenmonument. Alles wat daarmee te maken heeft, is te bezichtigen in het gebouw van de Amersfoortse Gemeentelijke Archiefdienst. Men is er zelfs in geslaagd in samenwerking met de afdelingen Bouwkunde en Monumentenzorg van de Dienst Gemeentewerken een passend klankbeeld samen te stellen.
Zeer uitzonderlijk is de vierde tentoonstelling; ze is namelijk gewijd aan het werk van de Vlaamse schilder Rik Wouters (1882-1916), die zijn laatste levensjaren onder zeer slechte gezondheidsomstandigheden in Nederland heeft doorgebracht. In zijn korte leven heeft hij een indrukwekkend én veelzijdig oeuvre nagelaten. Op de tentoonstelling in ‘De Zonnehof’ is een overzicht te zien van zijn werken die ontstaan zijn tussen 1907 en 1915. Het bijzondere van deze uitstalling is, dat naast bekende werken uit musea in België en Nederland ook een groot aantal uit particulier bezit aanwezig is.
De tentoonstellingen gaan vergezeld van twee boekwerken. Het eerste heeft als titel meegekregen ‘Vluchten voor de Groote Oorlog’; het is voor de prijs van f 29,50/BF 580 verkrijgbaar, zowel in de boekhandel als bij het Museum Flehite en het Veluws Museum. Het tweede is een uitgebreide catalogus over het leven en werk van Rik Wouters en is verkrijgbaar bij De Zonnehof.
Marten HEIDA