De Nederlanders over Vlaanderen
In 1830 had Jacob van Lennep voor het Vlamingendom maar 3 woorden over: ‘Wind, zotteklap en onverstand’. Van datzelfde jaar deed waarschijnlijk ook de eerste ‘Belgenmop’ de ronde. Vandaag, 158 jaar later leeft in bepaalde Nederlandse milieus blijkbaar nog steeds eenzelfde opinie over Vlaanderen/België. Zoveel werd althans duidelijk na het beluisteren van het BRT-radioprogramma ‘Het Kraaienest’ van 16 april 1988 over het thema ‘De Nederlanders over ons’.
In een zeventiende-eeuws lied van een onbekend gebleven dichter luidde het dat ‘wy syn een volck van bloet te saemen’. Willem Frederik Hermans daarentegen schreef in 1979 dat het Vlaams en het Nederlands zo ongeveer dezelfde verschillen en overeenkomsten hebben als twee dochters van een moeder, die in verschillende gezinnen zijn grootgebracht. De Nederlanders over de Vlamingen; het is een oud thema dat sporadisch de kop opsteekt.
Het programma opende met de conclusie van de scriptie van de Nederlandse Gemma Smeets over ‘Het beeld van België in de Nederlandse opinieweekbladpers’ (1984). Zij kwam tot het besluit dat de berichtgeving over België, meer bepaald over Vlaanderen, overwegend negatief gekleurd is. Niet zozeer negatief in de zin van gezonde kritiek, maar veeleer in de zin van ‘wat zijn ze daar weer dom bezig; kritiek op een neerbuigende en arrogante manier’, aldus Smeets.
Vlaanderen dus als een conservatief-katholiek en puriteins land waar men een raar taaltje spreekt. ‘Het’ cliché bij uitstek, en het Kraaienest bracht hiervan een mooi staaltje van Nederlandse satire:
- | ‘In dit NVSH-programma begroeten wij vanavond een gast, en wel een gast uit Vlaanderen, van onze Vlaamse zusterorganisatie...’ |
- | ‘Merci. De NVSH heet bij ons de Vlaamse Commanditeit zonder winstoogmerk voor Geslachtsuitbating.’ |
- | ‘Juist. Dokter van Uffel, hoe is de toestand in uw land?’ |
- | ‘Allez, 't is gekend dat wij veel minder van vrijheid kunnen komen te spreken dan hier in Holland.’ |
- | ‘Ons blad Sekstant is bij jullie verboden?’ |
- | ‘Zij maar zeker, en 't is daarom dat wij zinnens zijn van een eigen orgaan in het licht te werpen, getiteld Het Zuidnederlands Geslachtsorgaan Omhoog.’ |
(En zo gaat het nog een tijdje door).
Wanneer een Vlaming door de Nederlandse pers wordt geínterviewd is het haast onvermijdelijk dat Vlaamse dialectwoorden zo letterlijk mogelijk worden afgedrukt. Vaak wordt ook maar wat gefantaseerd over hoe een Vlaming praat. Zelfs de achtbare NOS bezondigt zich hier wel eens aan. Toen Carlo de Benedetti aankondigde de Belgische holding Generale te willen overnemen bracht het NOS-journaal hiervan melding. Dat bewuste bericht eindigde toen met de voor vele Vlamingen verrassende mededeling dat men in België zegt dat ‘De Général Bels moet blijven’. Hierover ondervraagd verklaarde hoofdredacteur Gerard van der Wulp dat bovenstaande zinsnede een zaak van ‘couleur locale’ betrof. Verhakkeld dialectisch Zuidnederlands omwille van de couleur locale dus.
Pijnlijker en bedenkelijker wordt het evenwel wanneer het ministerie van WVC in zijn officiële publikatie Dutch Heights vermeldt dat het Vlaams een taal is die, zoals het Fries, verwant is aan het Nederlands. Diplomatiek protest en een berisping vanwege de Taalunie leidde tot een rectificatie in een volgend nummer van het prestigieuze Nederlandse cultuurblad.
Jeroen Brouwers en de Vlamingen is altijd al een moeilijke verhouding geweest. Niet in het minst omdat Brouwers graag ongenuanceerd en scherp uithaalt. (Niet altijd onterecht overigens, maar dit terzijde.) Enkele jaren geleden wist hij te melden dat ‘een niet-intellectuele Vlaming op de Nederlandse televisie nog altijd moet ondertiteld worden, als sprak hij inderdaad Hottentots’. In het ‘Nederlandsklankige’ gedeelte van België kan hij het aldaar gesproken sprokkeltaaltje van dialecten geen Nederlands noemen.
Maar niet enkel de niet-intellectuele Vlaming krijgt weleens een veeg uit de pan. De criticus Ten Braven had enkel al door het taalgebruik de grootste moeite om zich doorheen ‘Het verdriet van België’ te martelen. Ten Braven had de grootste moeite met: ‘Het brabbelnederlands van Claus, samengesteld uit een kunstmatig samenraapsel van gallicismen, fantasievlaams, namaakvlaams, boerevlaams en Nederlands. De ABN-spreker verkneukelt zich in de kinderlijke bloemrijkheid van het onbedorven boerevolkje.
‘Holland gedraagt zich tegenover Vlaanderen als een zeer geleerde professor tegenover een blozend boerenkind.’ Deze uitspraak wordt anno 1988 nog wel gehoord, maar dateert toch al van 1916. Dat er niet veel veranderd is, noopte prof. H. Brugmans in 1981 tot volgend schrijven aan NRC: ‘Hoe komt het toch dat de Nederlander vaak zo oncompetent en hooghartig oordeelt wanneer het over België en speciaal over Vlaanderen gaat? In Nederland heeft men veelal een instinctieve sympathie voor elke underdog en dat is een van onze beste eigenschappen. Maar de ontvoogdingsstrijd van het Vlaamse volk, zijn opstand tegen de franskiljonse bourgeoisie en ook zijn worsteling om onze gemeenschappelijke taal te kunnen handhaven, dat alles wekt bij ons wrevel, afkeer en hoogstens een soort neerbuigend medelijden. Waarom toch steeds die rare hatelijkheid?’
Na de reportage over ‘Nederlanders over Vlaanderen’ konden de luisteraars telefonisch reageren. Drie al vaker gehoorde bemerkingen stonden centraal:
- | Het is voornamelijk de randstadbewoner die een arrogante houding aanneemt
|