Neerlandia. Jaargang 93

[p. 22]

nieuwsbrief
algemeen-nederlands congres

Werkgroep leefmilieu

Op 30 september 1988 vergaderde de werkgroep Leefmilieu te Gent, en op 20 januari 1989 te Antwerpen.

Ter voorbereiding van het congresthema ‘1992’ werd enige documentatie verzameld en aan de hand daarvan wordt door een beperkt redactiecomité een basistekst opgesteld. Henk Vijverberg (Limburgse Milieufederatie) stelt een rapport samen waarin de bevoegdheden inzake leefmilieu in Nederland en België/Vlaanderen op bevattelijke wijze in kaart worden gebracht.

De werkgroep maakte ook een vogelvlucht over een aantal dossiers waarvan de stand van zaken op elke vergadering wordt geevalueerd: afval (drijfmest, chemisch afval); luchtverontreiniging; alarmregelingen; watervervuiling (Schelde, Maas, Laak); Watertractaten; kernenergie; infrastructuur (vaste oeververbinding Westerschelde, vliegveld Beek, TGV); delfstoffenwinning (grind, mergel); landinrichting; grote industriegebieden; grensoverschrijdende natuurgebieden ('t Zwin); ruimtelijke ordening (golfterreinen); recreatie; bodemverontreining en verdroging (vliegasse).

Over een aantal concrete dossiers (b.v. recreatiepark Mol-Rau/Postel; recreatieve druk op Dommel;...) wordt een persbericht verspreid.

Werkgroep medische samenwerking

Op 16 januari 1989 vond in het gemeentehuis van Essen een werkvergadering plaats van een delegatie van de werkgroep Medische Samenwerking met afgevaardigden van de projectgroep Ambulances die in de schoot van Benego werd opgericht. De heer Letchert, oud-burgemester van Tilburg, is voorzitter van deze Benego-projectgroep. Het is de bedoeling de overheden te wijzen op een aantal praktische problemen bij het dringend grensoverschrijdend ziekenvervoer. Voorbeeld: iemand die in Essen een ongeval krijgt, moet naar het dichtstbijgelegen ziekenhuis in België worden gebracht (Kapellen) en niet naar het Nederlandse Roosendaal dat vlakbij ligt. Ander voorbeeld: de klinimobiel van Roosendaal staat geparkeerd op een paar minuten van het centrum van Essen, maar in geval van nood moet men in Essen een beroep doen op de klinimobiel van Merksem. Van belang is ook de bevoegdheid van de ambulancebemanning: een Nederlandse verpleger mag b.v, defibrilleren, een Belgische verpleger niet. Ook de uitrusting van de ambulances is verschillend (de Nederlandse zijn beter uitgerust dan de Belgische). Daar bovenop komen dan nog de problemen van terugbetaling van de ziektekosten door de ziekenfondsen; de verzekering van de voertuigen; enz.

De ANC-werkgroep en de Benego-werkgroep besloten informatie uit te wisselen en de resultaten te bundelen. Op een Benego-studiedag op 7 juni zal een (eerste) rapport worden voorgesteld. De najaarsvergadering van het Vlaams Geneesherenverbond zal eveneens in het teken staan van grensoverschrijdende medische aangelegenheden.

Werkgroep studentenoverleg

Op 26 november 1988 en op 21 januari 1989 vergaderde de werkgroep Studentenoverleg te Antwerpen.

Beslist werd de publikatie ‘Studentenverenigingen in Nederland en Vlaanderen’ bij te werken. De gegevens van de verenigingen worden gecontroleerd en de inleidende teksten worden aangevuld.

Met het oog op het congres van 1990 zal de werkgroep nagaan wat kan gebeuren op het vlak van de buitenlandse studenten. Het Erasmusproject staat daarbij centraal. Vastgesteld wordt dat dit project mogelijkheden biedt om enerzijds Vlaamse en Nederlandse studenten met elkaar in contact te brengen via uitwisseling, en anderzijds derden in contact te brengen met de cultuur van onze Lage Landen (ten eerste via de Nederlandse en Vlaamse studenten die naar het buitenland trekken en daar een soort ambassadeur zijn, ten tweede door vreemde studenten bij ons in contact te brengen met de gemeenschappelijke Nederlands-Vlaamse taal en cultuur).

Praktische ervaringen van Vlaamse studenten die in Nederland studeren, en omgekeerd, zullen worden samengebracht, en die gegevens kunnen eventueel in een brochure worden gebundeld.

Michel Collet (Maastricht) wordt verkozen tot werkgroepvoorzitter en Steven Vandeput (Leuven) tot co-voorzitter.

Werkgroep de Franse Nederlanden

Op zaterdag 21 januari 1989 werd in het kader van de jaarvergadering van het Komitee voor Frans-Vlaanderen de voorbereiding aangevat van het 40ste Algemeen-Nederlands Congres, met name wat de sectie De Franse Nederlanden betreft.

Het algemene congresthema ‘De Nederlanden in het Europa van na 1992’ biedt voor Noord-Frankrijk heel wat gespreks-

[p. 23]

stof: zal het opheffen van de grenzen meer contacten met Belgisch Vlaanderen - en dus meer belangstelling voor het onderwijs Nederlands - meebrengen? Is de Kanaaltunnel, met de economische impulsen die ermee samenhangen, een gunstig element voor het in stand houden van de Nederlandse cultuur in Frans-Vlaanderen, of integendeel een bedreiging (grotere druk van het Engels)?

Werkgroep de Nederlanden in de wereld

De jongste vergadering van de werkgroep De Nederlanden in de Wereld vond plaats op 16 december 1988 in Den Haag. Centraal stond het thema van de culturele attachés. Naar analogie van de landbouwattachés en de attachés voor militaire aangelegenheden, dienen de ambassades ook over een cultureel attaché te beschikken. Deze moet de Nederlandse cultuur in het buitenland aan de man brengen en - hoewel een en ander vaak afhangt van persoonlijke factoren - tussen de Nederlandse en Belgische/Vlaamse attachés dient hier overleg en samenwerking plaats te vinden. In het Belgische-Nederlands Cultureel Akkoord staat trouwens letterlijk vermeld: ‘De Verdragsluitende Partijen zullen overleg plegen omtrent de instandhouding en de uitbreiding van hare gemeenschappelijke culturele belangen in het buitenland’ (artikel 13).

Werkgroep toerisme

De werkgroep Toerisme vergaderde op 9 november 1988 in de gebouwen van het Vlaams Commissariaat-Generaal voor Toerisme te Brussel. Allereerst werd kennis gemaakt met mevr. A. Bakker, sinds 1 juli 1988 directeur bij het Nederlands Bureau voor Toerisme te Brussel (in opvolging van de heer S.T. Hiddink), en met de heer U. Claeys, per 1 april 1988 benoemd tot Vlaams Commissaris-Generaal voor Toerisme. Van gedachten werd o.m. gewisseld over de toeristische opleidingen in Nederland en Vlaanderen (respectievelijk 4 en 2 jaar), en de scriptieprijs Toerisme, ingesteld door de werkgroep. Met het oog op het congres van 1990 wordt het materiaal van de voorbije themadagen (b.v. educatief toerisme, gidsenopleidingen,...) gesynthetiseerd. Alle werkgroepleden worden verzocht hun ideeën rond het thema ‘1992’ op papier te zetten. De gevolgen van 1992 zullen zich zowel laten voelen op het vlak van de toeristische industrie (nu reeds zijn volop fusies aan de gang) als van het toerisme tussen Vlaanderen en Nederland onderling. Het lijkt ook steeds onzinniger Vlaanderen en Nederland als twee aparte bestemmingen aan te bieden aan het buitenland. In die zin kunnen interessante pakketten worden samengesteld: b.v. Belgisch en Nederlands Limburg beschikken over het grootste binnenjachthavengebied in Europa (Maas); er is de grensoverschrijdende textielroute (Frans-Vlaanderen/ West-Vlaanderen/Brabant/Limburg); er zijn de grensoverschrijdende fietsarrangementen;...

Werkgroep onderwijs

Op dinsdag 20 december 1988 werd in de gebouwen van de Vlaamse Raad te Brussel door een beperkt redactiecomité, bestaande uit afgevaardigden van de Vereniging van Vlaamse Leerkrachten, het Nederlands Genootschap van Leraren en de Stichting Algemeen-Nederlands Congres, verder gewerkt aan de lestekst over Nederlands-Vlaamse samenwerking. Deze lestekst zal in de loop van 1989 in Nederland en Vlaanderen worden verspreid onder de leerlingen van het middelbaar onderwijs.

Werkgroep volkscultuur

Op 14 januari 1989 kwam de werkgroep Volkscultuur bijeen in de lokalen van de Vlaamse Volkskunstbeweging (VVKB) te Antwerpen. Vertegenwoordigers van het Algemeen Nederlands Zangverbond, de VVKB, de Nederlandse Vereniging voor de Volkszang, de Nederlandse Stichting Informatiecentrum Volkscultuur en het ANC namen aan het overleg deel.

In een eerste fase zal een inventaris worden opgesteld van alle landelijke organisaties die in Nederland en Vlaanderen actief zijn op het vlak van de volkszang, de volksdans en de volksmuziek. Ook een organigram voor Nederland en Vlaanderen wordt uitgewerkt.

Vervolgens wordt - via een enquête - een inventaris gemaakt van de bestaande Nederlands-Vlaamse contacten op het vlak van de volkscultuur. De (voorlopige) resultaten van een en ander zullen op het 40ste Algemeen-Nederlands Congres worden meegedeeld. Het Algemeen Nederlands Zangfeest van 1990 zal bovendien in het teken staan van de muzikale uitwisseling tussen Nederland en Vlaanderen.