[Nummer 1]
Stoere taal
Al enige maanden lijkt het erop dat het Grote Blufpokerspel tussen de Nederlandse en de Belgische/Vlaamse verantwoordelijken inzake infrastructuurwerken en leefmilieu een bitser karakter krijgt. In een aantal dossiers krijgt men zelfs het gevoel dat er regelrechte chantage wordt gepleegd. Vorig jaar bracht de pers bijvoorbeeld het bericht dat België aanspraak maakte op een deel van de Nederlandse territoriale wateren.
Velen hoopten en hopen dat het groeiende Vlaamse zelfbestuur de dialoog met Nederland zal vergemakkelijken. De kersverse Vlaamse minister van Openbare Werken en Verkeer J. Sauwens verklaarde een paar weken geleden de moeilijkheden tussen Vlaanderen en Nederland inzake de Waterverdragen uit de weg te willen ruimen, door alle aangelegenheden waarin Vlaanderen of Nederland vragende partij is, op een hoopje te gooien en over dit geheel te onderhandelen onder het motto ‘voor wat hoort wat’.
Het stapeltje dossiers is aanzienlijk: Vlaanderen is vragende partij inzake de verdieping van de Westerschelde (ten behoeve van Antwerpen en Gent); de aard van de Vaste Oeververbinding over/onder de Westerschelde (tunnel i.p.v. brug); de uitbaggering van het kanaal Gent-Terneuzen; de nieuwe sluis in Terneuzen; werken aan de Zwingeul om de verzanding van het Zwin tegen te gaan. Nederland is op zijn beurt vragende partij inzake het debiet en de kwaliteit van het Maaswater; de zuiverheid van de Schelde; de uitbreiding van het vliegveld van Beek; de doortocht van de flitstrein (TGV) op een snel, nieuw spoor tot aan de Nederlandse grens; de constructie van aangepaste wegaansluitingen voor de Vaste Oeververbinding over/onder de Westerschelde;...
Of Sauwens door de koppeling van de dossiers vlugger tot een vergelijk zal komen met zijn Nederlandse collega N. Smit-Kroes, is zeer de vraag. Zijn bevoegdheden als Vlaams gemeenschapsminister blijven beperkt: het uitbreiden van de internationale bevoegdheden van de gemeenschappen en gewesten is pas in de ‘derde faze’ van de huidige staatshervorming voorzien, en die faze lijkt nog veraf. Bovendien kan b.v. het debiet en de kwaliteit van het Maaswater niet worden gegarandeerd als met name het Waalse gewest niet akkoord gaat. Een behoorlijk debiet kan slechts worden verzekerd als er in Wallonië stuwdammen worden gebouwd, en daar zijn de Walen - terecht - niet happig op.
Ondertussen volgen de stoere verklaringen aan weerszijden van de grens elkaar in snel tempo op: havenschepen Devroe van Antwerpen bleef ostentatief weg op de viering van 30 jaar Benelux (ondertekening van het Verdrag van de Economische Unie); minister van Verkeer en Waterstaat Smit-Kroes zei dat van het uitbaggeren van het kanaal Gent-Terneuzen geen sprake kan zijn omdat men geen blijf weet met het vervuild slib. Eerder haalde ze heftig uit naar de smeerpijp uit Tessenderlo en naar de vervuiling van Maas en Schelde.
‘Je vangt geen vliegen met azijn’, zeggen anderen weer, en zo werd Neelie Smit-Kroes op 12 januari gepromoveerd tot erelid van de Gentse Havengemeenschap... Over al deze dossiers brengt dit nummer van Neerlandia informatie. Dit is de eerste taak van het tijdschrift. De tweede taak is deze: de beleidsmakers oproepen dat zij - met het algemeen belang voor ogen en met een grote luisterbereidheid - hun uiterste best doen om op korte termijn tot een oplossing te komen in de genoemde dossiers. Als Nederland en Vlaanderen elkaar niet langer als tegenstrever, maar als bondgenoot beschouwen - en daar zijn heel wat redenen toe - dan komen in dit nieuwe klimaat de oplossingen vanzelf.
De redactie