Onderwijsresearchdagen
Voor het eerst in hun tienjarig bestaan werden (op 30 en 31 mei) de ‘Onderwijsresearchdagen’ (ORD) in Vlaanderen gehouden, aan de Katholieke Universiteit (KU) van Leuven.
De ORD, een organisatie van de Vereniging voor Onderwijsresearch (VOR), werden tot nu alleen in Nederland gehouden. Ze bieden onderwijskundigen de gelegenheid te tonen waar ze mee bezig zijn. Dit keer haalden ze 650 deelnemers naar Leuven. Er werden 237 uiteenzettingen gehouden. Voor 40% gaat het om onderzoek van of met Vlamingen. Dat is een behoorlijk hoger percentage dan vroeger. De lokalisatie in Leuven kan gezien worden als een erkenning van en een aanmoediging voor de Vlaamse onderwijskunde, die toch nog bij de Nederlandse achterop loopt.
Congresvoorzitter R. Vandenberghe: ‘Die Vlaamse achterstand wordt door twee feiten verklaard. Terwijl wij moeilijk onderzoek tot stand brengen waarvoor men door de beschotten van de vakken heen moet, heeft Nederland al twintig jaar geleden de onderwijskunde als een afzonderlijke discipline in het leven geroepen. Het tweede feit: in Nederland worden stelselmatig geld en mensen ter beschikking gesteld’.
In zijn openingstoespraak schatte Vandenberghe dat het onderwijsonderzoek in Vlaanderen per jaar met 100 miljoen BF. wordt gesubsidieerd. Nederland doet veel beter, en dat terwijl beide landen toch 15,5% van hun rijksuitgaven aan het onderwijs besteden.
Rector Dillemans van de KUL waardeerde de Nederlands-Vlaamse samenwerking van de ORD. Hij plaatste ze tegen de achtergrond van het Europese uitwisselingsprogramma voor studenten ‘Erasmus’. Daar bestaat het gevaar dat zowel Nederland als Vlaanderen wegens hun taal meer zonen gaan uitzenden dan zij er zullen ontvangen.
Onze universiteiten kunnen wel meer Engelse cursussen opzetten, maar die mogelijkheid wordt begrensd door het feit dat men in ‘Erasmus’ toch ook zijn eigen cultuur moet laten kennen. Gaststudenten zouden goede cursussen Nederlands moeten krijgen.
De VOR-prijs, die een jong onderzoeker aanmoedigt, ging naar de Rotterdammer J. Braster. Hij ontleedde de relatie tussen inspecteurs en schoolhoofden in Nederland.