Op 7 november 1987 werden te Gent twee Visser-Neerlandiaprijzen uitgereikt door ANV-hoofdbestuurslid prof. dr. A. Deprez (midden). Namen de prijzen in ontvangst: J.-P. Goetgebuer (links) voor zijn inzet voor de gehandicapten; en A. de Cock (rechts), voor de ‘Beweging van mensen met een laag inkomen en kinderen’.
Vreese. Deze Gentse Neerlandica promoveerde in 1984 met een licentieverhandeling over de briefwisseling van W. de Vreese en E. van den Berghe. Derhalve mag ze onder het beperkte kransje van echte De Vreesekenners worden gerekend. De spreekster gaf een duidelijk beeld van De Vreeses talrijke beroepsactiviteiten en verwezenlijkingen, o.m. als mederedacteur van het Woordenboek der Nederlandse Taal (WNT), als lector in de faculteit Letteren en Wijsbegeerte aan de Gentse universiteit en later als hoofdbibliothecaris aan dezelfde hogeschool. Ruime aandacht kreeg ook de periode tussen 1914 en 1918, toen De Vreese zich als vooraanstaand activist profileerde. Zo werd hij in 1916 hoogleraar aan de controversiële Von Bissing-universiteit en een jaar later tweede ondervoorzitter van de Raad van Vlaanderen. Naderhand werd De Vreese, die inmiddels naar Nederland was gevlucht, bij verstek ter dood veroordeeld. Al in 1919 werd hij evenwel benoemd tot Directeur van de Bibliotheek en Leeszalen van de gemeente Rotterdam. In die functie bleef hij verderwerken aan wat algemeen als zijn levenswerk wordt beschouwd, de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta (BNM). Het hoofdaandeel van de BNM bestaat uit de beschrijving van ongeveer 11.000 Middelnederlandse handschriften. Daarnaast zorgde De Vreese o.m. ook voor een bruikbaar auteursregister, fotografisch materiaal, afschriften van teksten en afwrijfsels van banden (rubbings). De waarde en het nut van de BNM werden nader belicht door de derde spreker, Drs. J.A.A.M. Biemans uit Leiden. Drs. Biemans wees op De Vreeses geweldige werkkracht, zijn heldere visie, zin voor structuur en uiterst degelijke wetenschappelijke werkwijze. Tevens werd de blijkbaar bijna nauwelijks te onderschatten invloed beklemtoond van de grote Nederlandse taalgeleerde M. de Vries. In een op 10 juni 1894 geschreven brief had De Vreese zelf al gesteld: ‘Voor Zuidnederland te zijn, wat De Vries voor Noordnederland geweest is, zie daar het doel van mijn
leven’.
Na het dankwoord van afdelingsvoorzitter prof. dr. A. Deprez, werd door de Kredietbank een receptie aangeboden. Daar werd door menigeen nog nagekaart over enkele boeiende stellingen en hypothesen. De drie lezingen werden integraal uitgegeven in een brochure getiteld ‘Prof. Dr. Willem de Vreese (1869-1938) een herdenking’ (100 BF.). Belangstellenden kunnen deze publikatie bestellen bij ANV-Oost-Vlaanderen, p.a. Cultureel Documentatiecentrum, Rozier 44, 9000 Gent (tel.: 25.75.71/42.26).
Hans VANACKER