Spiegel Zuid
De verkiezingen van 13 december 1987 leverden België een nieuw electoraal fenomeen op: het Happart-effect. ‘Effecten’ zijn in het politieke bestel niet nieuw, want al in de jaren '70 beleefde het land een Tindemans-effect en bij de verkiezingen van oktober '85 een Martens-effect. Beide christendemocratische voormannen bleken te functioneren als een gigantische stemmenmagneet voor hun partij.
Tindemans bezorgde de CVP in 1979 (Europese verkiezingen) een stemmenwinst van 4,3% ten opzichte van de Kamerverkiezingen van het jaar daarvoor; de partij kreeg 48,09% van het Vlaamse kiezerspubliek achter zich. De huidige premier leidde de CVP in 1985 naar een onverwachte verkiezingszege: + 2%, een winst van 6 zetels. Dit Martens-effect sleepte de coalitie over de kaap van 50% van de geldig uitgebrachte stemmen.
Ditmaal was het de beurt aan de eigenzinnige Voerense dorpspoliticus en Europarlementair José Happart. De taaltoestanden in zijn gemeente lagen mede aan de basis van de kabinetscrisis die tot de val van de regering-Martens VI en het uitschrijven van de jongste verkiezingen leidde.
Happarts nationale invloed - in Wallonië en Vlaanderen - is opmerkelijk. De Voerense tuinder - zélf geen kandidaat - hielp zijn eigen socialistische PS (winst 5 zetels) aan een sleutelpositie in het Waalse landsgedeelte. De in het Voeren-conflict veel gematigder Franstalige liberalen schoten er 2 zetels bij in. Het Happart-effect was geboren.
In Vlaanderen leek Happart veel minder stem-bepalend. Toch was er een ‘negatief’ Happart-effect te bespeuren. De CVP van Wilfried Martens, de partij die zich binnen de coalitie nog het meest inzette (zij het nogal vruchteloos) voor het wegwerken van het verschijnsel ‘H. uit V.’, speelde in één klap 6 zetels kwijt. Het zette de partij op 'n haar na terug op het niveau van 1981, het magerste verkiezingsresultaat in de CVP-geschiedenis.
Ook bij de Vlaams-liberale PVV was een verkiezingsresultaat op te tekenen dat de stelling kan bevestigen dat een aantal kiezers in Vlaanderen veel minder belang hecht aan het geëmmer over problemen in taalgrensgemeenten dan aan het voortzetten van het sociaal-economisch beleid van de liberaal-christendemocratische coalitie. Winst voor de PVV: + 3 Kamerzetels.
Zelfs de Vlaamse Volksunie, een oppositiepartij, slaagde er niet in haar Happart-standpunt om te zetten in zetelwinst.
Het verkiezingsresultaat bevat nog enkele opvallende ingrediënten, die het vermelden waard zijn. De oude coalitie van christendemocraten en liberalen verloor, hoewel ze in de Kamer een krappe meerderheid van 110 op de 212 zetels behield, een belangrijk deel van de kiezerssteun: 50,2% van de stemmen in oktober 1985, nog slechts 48,4% in december 1987.
De socialisten (SP en PS) zijn dankzij de zetelwinst van de PS voor het eerst sinds 1936 de grootste ‘politieke familie’ van het land; die positie was ruim een halve eeuw in handen van de christendemocratie.
De wijziging in de krachtsverhoudingen tussen de diverse politieke partijen verliep in de twee landsdelen erg ongelijk. Als gevolg daarvan is het nu mogelijk dat België als resultaat van coalitiebesprekingen met een nationale regering en met deelregeringen te maken krijgt die onderling grondig van politieke samenstelling verschillen - de zogenaamde ‘asymetrie’-constructie. In de meeste federale staten is zo'n toestand niet uitzonderlijk, voor België is het een experiment.
België is door deze verkiezingen overigens geen stap dichter bij een oplossing voor de nu al jaren aanslepende Voerperikelen. De twee belangrijkste politieke families - socialisten en christendemocraten - zijn op communautair vlak immers allebei intern grondig verdeeld. De Vlaamse SP is niet in het minst onder de indruk van de radikale pro-Happart-koers van haar Waalse zuster. Ook de christendemocraten bakkeleien. PSC en CVP doen zulks in het openbaar; CVP-voorzitter Frank Swaelen deed de natie tijdens de verkiezingscampagne én daarna kond dat de Franstalige christendemocraten niet moeten denken dat het lot van de zusterpartijen (b.v. als het om coalitievorming gaat) niet losgekoppeld kan worden.
Kortom: zolang sommige potentiële regeringspartijen geen water in de politieke wijn willen doen, blijft het kleine Voeren wat het al een kwarteeuw is: niet meer (en niet minder) dan een politieke bananeschil.
Hoe verliepen de verkiezingen in Voeren? Omdat er niet op Franstalige partijen gestemd kan worden, riep Happart zijn achterban op om - naar Voerense traditie - en bloc blanco te stemmen. Wegblijven bij verkiezingen is in België strafbaar, dus is blancostemmen een voor de hand liggende vorm van protest. De oproep van Happart resulteerde in een relatief hoog percentage aan blanco-stemmen: precies 50% van de in totaal 2726 kiezers (landelijk gemiddelde: 6,6%). Dat wil overigens zeggen dat de andere helft van de Voerense kiezers geen boodschap had aan de richtlijnen van de Retour à Liège-leider. De over 9 maanden te houden gemeenteraadsverkiezingen beloven interessant te worden.
Ook in Antwerpen zal men met een meer dan normale belangstelling aan de naderende raadsverkiezingen denken. In die stad slaat het tegen de vreemdelingen gerichte programma van het rechts-nationalistische Vlaams Blok goed aan bij de kiezers. Het partijtje boekte in het Antwerpse kiesarrondissement bij de parlementsverkiezingen van 13 december jl. forse winst.
Tot nog toe had het Vlaams Blok in het parlement één Kamerzetel, bezet door de jonge Antwerpse advokaat Gerolf Annemans. In het nieuwe parlement is zijn fractie met één man uitgebreid. Bovendien beschikt het Blok voor het eerst over een Senaatszetel.
Deze drie parlementsleden werden verkozen in Antwerpen. In deze stad vergrootte het Vlaams Blok haar aanhang met 50%. Eén op iedere tien Antwerpse kiezers stemt in met het program van deze partij, die een campagne voerde onder de leus ‘eigen volk eerst!’ (ter vergelijking: twee van de tien Antwerpenaren kozen de CVP-lijst).
Pikant detail: de traditie wil dat tijdens de eerste vergadering van het vernieuwde parlement de twee jongste leden het ondervoorzitterschap van de Kamer waarnemen. Vlak na de verkiezingen leek het er even op dat dit erebaantje ditmaal door de twee Vlaams Blok-Kamerleden vervuld zou worden; tijdens de verkiezingsnacht vertelde de 25-jarige Vlaams Blok-benjamin Filip de Winter (in antwoord op een vraag van BRT-journalist Guy Polspoel) dat dat eventuele dubbele ondervoorzitterschap ‘spijtig genoeg’ niet als een putsch gezien kan worden.
Adriaan OVERBEEKE