Theater
Theaterfestival van de Lage Landen
Van 28 augustus tot 11 september vonden te Amsterdam (in de Stadsschouwburg, het Theater Bellevue, Mickery en het Nieuwe de la Mar Theater) voorstellingen plaats van Vlaamse en Nederlandse produkties. Een en ander werd aangevuld met openbare discussies en lezingen. Het festival wou tonen wat in Nederland en Vlaanderen leeft en het toneel in beide landen duidelijker met elkaar in verband brengen.
Werden geselecteerd: Le Diable au Corps van Paul Pourveur door het Gezelschap van de Witte Kraai (Antwerpen), in de regie van Lucas Vandervorst; De Getemde Feeks van Shakespeare door theater Malpertuus (Tielt), regie Dirk Tanghe; Hamlet van Shakespeare door Publiekstheater (Amsterdam), regie Gerard-Jan Rijnders; Ritter Dene Voss van Thomas Bernhard door Maatschappij Discordia (Amsterdam), regie Jan Joris Lamers; Ali van Paul Pourveur en Eugène Bervoets door Tiedrie (Antwerpen), regie Eugène Bervoets; Wie is bang voor Virginia Woolf? van Edward Albee door de al genoemde Witte Kraai, regie Sam Bogaerts; Moeder Courage en haar kinderen van Bertolt Brecht door Baal (Amsterdam), regie Leonard Frank; De kersentuin van Tsjechov door Art & Pro (Amsterdam), regie Frans Strijards; Need to know door Need Company (Brussel), regie Jan Lauwers.
Twee daarvan konden niet worden opgevoerd: Le Diable au Corps en Moeder Courage.
Dat de 6 Nederlandse en 3 Vlaamse juryleden 5 Vlaamse tegenover 4 Nederlandse produkties uitkozen, weerspiegelt volgens de heer Arthur Sonnen, directeur van het festival (en programmator van het Holland Festival) de huidige toestand op theatergebied, waarbij het Vlaamse toneel meer ‘leeft’ dan het Nederlandse. Na de jaren '70, waarbij Vlaanderen werd overrompeld door Nederlandse creaties, is de situatie nu omgekeerd: vorig jaar was niet één groot Nederlands gezelschap in het Zuiden te gast (wel kleinere, zoals b.v. Maatschappij Concordia). Heel wat Vlaamse toneelmakers zijn in Nederland gaan werken: Franz Marijnen bezorgde het RO-theater in Rotterdam een naam; het Zuidelijk Toneel Globe in Eindhoven trok de jongste jaren Vlamingen aan, toen Rijnders er de leiding had; Pol Dehert en Herman Gilis hebben de artistieke leiding van De Voorziening in Groningen in handen; Sam Bogaerts wordt medewerker van de nieuwe Toneelgroep Amsterdam (o.l.v. Rijnders); De Brakke Grond krijgt weer een betekenis als in de jaren '60... Er is nu duidelijk een ‘Vlaamse golf’, met Jan Fabre, Anne Teresa de Keersmaker, Jan Decorte, Ivo van Hove, Jan Lauwers, e.a.
Het festival werd afgesloten met de uitreiking van de toneelprijzen 1986-87 in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Dat de groep N.V. Kunstzaken (vroeger De Witte Kraai) uit Antwerpen twee keer in de prijzen viel, wijst op het gewicht dat het Vlaamse toneel tegenwoordig in de Noord-Zuid schaal werpt. De Theo d'Or voor de beste vrouwelijke hoofdrol ging naar Viviane de Muynck voor haar interpretatie van Martha in ‘Wie is bang voor Virginia Woolf’. De Louis d'Or werd uitgereikt aan de Nederlandse acteur Guido de Moor, voor zijn hoofdrol van Friedrich Hofreiter in ‘Het wijde land’.
De Nederlandse minister van Cultuur, Brinkman, kondigde aan dat hij samen met zijn Vlaamse collega, Dewael, een coproduktiefonds heeft opgezet voor Nederlands-Vlaamse toneelwerken. Dit fonds moet jaarlijks van 7 tot 9 miljoen BF beschikbaar hebben. Via BRT en de Nederlandse zendgemachtigden wordt er ook gestreefd naar een nauwere samenwerking tussen televisie en toneel.
De organisatie van het festival was in handen van de Stichting Het Theater Festival, Kleine-Garmanplantsoen 21, 1017 RP Amsterdam (tel. 020/27 65 66).