Militaire samenwerking
Eind maart ondertekenden de ministers van Defensie van de Beneluxlanden in Luxemburg een geactualiseerde versie van het Belgisch-Nederlands militair samenwerkingsverdrag van 1948, waarin nu ruimte is gemaakt voor toetreding van Luxemburg. In de marge van de bijeenkomst kwamen ook de mogelijkheden voor een gezamenlijk aankoopbeleid ter sprake. De Belgische minister De Donnea en zijn Nederlandse collega Van Eekelen hadden het over de noodzaak de uitgaven voor oefeningen en uitrusting in te krimpen, wat zou kunnen door nauwer samen te werken.
Dit idee wordt ook uitgewerkt in een recent boek van de Nederlandse defensiedeskundige P. Volten. In ‘Voor hetzelfde geld meer defensie’ stelt deze voor marine en luchtmacht drastisch in te krimpen ten voordele van de landmacht, zodat een gezamenlijk Nederlands - Belgisch korps in Duitsland kan optreden.
Aangezien de kost voor defensie te zwaar gaat wegen op de begroting van de Navolanden, moeten kleine landen volgens Volten afstappen van de idee dat ze elk afzonderlijk een krijgsmacht in stand moeten houden die elke opdracht aankan. Ze moeten de taken verdelen, aldus Volten, en Nederland en België kunnen het voorbeeld voor een dergelijke samenwerking geven.