Neerlandia. Jaargang 91
(1987)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 23]
| |||||||||||||||||||||||
Hoofdbestuur A.N.C.Op 13 december 1986 vergaderde het Hoofdbestuur van het A.N.C. te Antwerpen. Na verwelkoming van de heer K. Middelhoff als nieuw bestuurslid, en na de goedkeuring van het verslag van de vorige vergadering, werd een overzicht van de werking van het secretariaat en van de werkgroepen gegeven. | |||||||||||||||||||||||
PersoneelWat het personeel betreft, wordt meegedeeld dat algemeen secretaris Wilfried Vandaele nog steeds wordt bezoldigd door de Stichting Willem de Zwijger en dat het B.T.K.-project waarin de stafmedewerkers Willy Coninx en Dirk Metsu tewerkgesteld waren, is afgelopen. Nieuwe projecten zullen naar verluidt slechts in de loop van 1987 worden goedgekeurd, en er zal in elk geval een verplichte financiële tussenkomst zijn van de werkgever. D. Metsu is ondertussen overgestapt naar het bedrijfsleven. W. Coninx blijft zich ten dienste stellen van het Congres als vrijgestelde van stempelcontrole. De A.N.V.-secretaresse Helga Vinck vervult een aantal administratieve taken voor het A.N.C. in ruil voor redactionele medewerking van A.N.C. aan Neerlandia. | |||||||||||||||||||||||
WerkgroepenBij het activiteitenverslag van de werkgroepen werd grote aandacht besteed aan de media. Voorgesteld werd o.a. om een bundel essays over beeldvorming uit te geven, en om een leescommissie op te richten met als taak de belangrijkste Nederlandse kranten na te lezen op foutieve, onvolledige of ontbrekende berichtgeving over Vlaanderen. Een grondige gedachtenwisseling kwam er ook over de nieuwe werkgroep Politiek Overleg, die in eerste instantie wordt opgezet als een ‘politiek contact- en adviesorgaan’. Ten slotte werd aangekondigd dat een werkgroep Medische Samenwerking wordt voorbereid. | |||||||||||||||||||||||
Financiële toestandDe subsidie voor 1985 werd eindelijk uitbetaald. Voor 1986 is er slechts een mondelinge toezegging. Om voorgoed uit de financiële onzekerheid te geraken, werd een kruistocht ondernomen naar de administratie en naar de kabinetten. Deze campagne voor erkenning en structurele betoelaging is nog niet voltooid. Opmerkelijk in de jaarrekening 1986 is de grote inspanning die werd geleverd om het mecenaat aan te spreken. Voor de publikaties alleen werd meer dan ½ miljoen BF of 25.000 gulden bijeengesprokkeld. De secretaris deelde een vertrouwelijk rapport uit waarin een overzicht werd gegeven van de inkomsten en uitgaven per werkgroep gedurende de jongste 3 jaar. Dat de ene werkgroep veel meer kost dan de andere, hangt natuurlijk samen met het aantal werkgroepleden, het aantal vergaderingen, en het thema zelf van de werkgroep. Vandaele beklemtoonde dat veel vergaderen geen garantie is voor behoorlijke resultaten en beloofde het Hoofdbestuur te zullen inlichten mocht het nodig zijn precieze instructies voor een gedisciplineerder en zuiniger werkgroepwerking te verstrekken. De begroting voor 1987 werd goedgekeurd. | |||||||||||||||||||||||
Varia
| |||||||||||||||||||||||
A.N.V. en A.N.C.: samenwerkingBestuursdelegaties van het A.N.V. en het A.N.C. hebben zich op 24 januari te Antwerpen beraden over de mogelijkheden van een verbreding en een verdieping van de samenwerking tussen beide verenigingen. Tegen het principe van zulk een samenwerking bestaan geen bezwaren. Ten einde echter deze samenwerking ook in de praktijk vlot te laten verlopen, wordt in een eerste fase de werking van de secretariaten doorgelicht. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| |||||||||||||||||||||||
Een precieze afbakening van de afzonderlijke en de gemeenschappelijke werkterreinen zal niet alleen moeten leiden tot een doeltreffende interne werking en samenwerking, maar ook tot een duidelijker beeld van beide verenigingen en hun samenwerkingsverband naar buiten toe. | |||||||||||||||||||||||
Medische samenwerkingOp 17 januari 1987 vond te Deurne een eerste contactvergadering plaats van de nieuwe werkgroep Medische Samenwerking, die wordt opgestart onder impuls van het Vlaams Geneesherenverbond. Uit de gedachtenwisseling bleek dat op het gebied van de geneeskunde heel wat contacten bestaan tussen Vlaanderen en Nederland. Die zijn er op de eerste plaats in de grensgebieden (b.v. Baarle; samenwerking West- en Oost-Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen). De (vak)verenigingen hebben eveneens heel wat contacten:
Een eerste opdracht lijkt dan ook alle bestaande vormen van overleg en samenwerking te inventariseren. Een tweede zaak is het vergelijken van de structuren in beide landen. Vastgesteld wordt dat b.v. de ‘société’ voor NOK in België nog in hoge mate francofoon is. Er is bijgevolg een nood om op dit vlak met de Nederlandse tegenhanger samen te werken zodat de Vlamingen daar b.v. iets wetenschappelijks naar voren kunnen brengen (aangezien ze in België nauwelijks beluisterd worden). Er is weinig contact tussen de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter Bevordering der Geneeskunde - het overkoepelende organisme - en b.v. de Orde der Geneesheren. Beide organisaties zijn ook niet echt te vergelijken; de Maatschappij is breder dan de Orde. Gesprekken, b.v. over euthanasie, abortus, doping, zouden nochtans leerrijk kunnen zijn. Nederlanders zijn over het algemeen wel vrijer in die zaken dan Vlamingen, wat meteen een van de redenen is waarom het moeilijk is tot gezamenlijke tijdschriften te komen. Om een zicht te krijgen op de bestaande samenwerkingsvormen, zal een enquête worden gehouden. Mogelijke thema's voor overleg:
Mensen uit de medische sector, die aan deze werkgroep willen meewerken, kunnen contact opnemen met secretariaat A.N.C., Gaillaitstraat 80, 1210 Brussel. | |||||||||||||||||||||||
De maatjesDe Stichting Algemeen-Nederlands Congres schreef een bezorgde brief aan de ministers Lenssens, Pede, Smet en Dewael. Het A.N.C. telt onder zijn 17 Vlaams-Nederlandse werkgroepen ook een werkgroep Leefmilieu en is verontrust over de toekomst van het natuurgebied De Maatjes te Kalmthout-Zundert. Het ornithologisch zeer waardevolle gebied wordt momenteel ernstig bedreigd aan de Belgische kant van de grens. Naar verluidt zijn er plannen voor waterpeilverlaging in het hele (Belgische) beekdal dat het komvormig moerasgebied van water moet voorzien en tevens om de loop van de voornaamste aanvoerbeek te verleggen, zodat het water rechtstreeks in een afvoerkanaal voorbij het moeras op Nederlands grondgebied komt. Zelfs in het reeds geklasseerde Belgische deel van het rietmoeras zouden ingrepen gepland zijn. Reeds in 1978 werd de klassering aangevraagd van het natuurgebied en van het ecologisch waardevolle gebied naast het reservaat, om op die manier een bufferzone te scheppen aan de toevoerzijde van het rietmoeras. Eind 1983 werd dit door de bevoegde minister afgewezen. Het A.N.C. stelt vast dat aan de Belgische kant van de grens een verkaveling wordt gepland die de bufferzone rond De Maatjes inkrimpt, terwijl men aan Nederlandse zijde de beschermde zone heeft uitgebreid. Het Congres is er zich terdege van bewust dat rekening dient gehouden met de verschillende bodemgesteldheid aan weerszijden van de grens, en met de gevolgen van met name het waterpeil voor de omliggende landbouwgronden (in Nederland liggen De Maatjes hoger dan in Vlaanderen). Bovenal wil de werkgroep Leefmilieu van het Algemeen-Nederlands Congres er echter op wijzen dat de natuur zich niet stoort aan artificiële grenzen en administratieve scheidingen, en dat een gecoördineerd - niet per se eenvormig - beleid tussen Nederland en Vlaanderen/België in deze aangelegenheid absoluut noodzakelijk is. Deze filosofie geldt voor alle grensoverschrijdende gebieden: Kalmthoutse Heide, Stramproyerbroek, Wijffelterbroek - Laurabossen, Zwin- en Krekengebied, enz. De werkgroep stelt momenteel zelf een blauwdruk op voor het beheer van grensoverschrijdende natuurgebieden en landschappen en wijst op de mogelijkheden van de Benelux-overeenkomst op het gebied van natuurbehoud en landschapsbescherming.
Ondertussen ontving het Congres een antwoord van gemeenschapsminister van Binnenlandse Zaken en Ruimtelijke Ordening J. Pede (brief 4 februari) en van gemeenschapsminister J. Lenssens van Volksgezondheid en Leefmilieu (brief 10 februari). Pede schrijft dat er een aandachtig onderzoek aan de gang is en dat wij onmiddellijk op de hoogte zullen worden gebracht zodra de resultaten bekend zijn. Lenssens meldt dat hij zijn diensten opdracht heeft gegeven overleg te plegen binnen de administratie voor ruimtelijke ordening en leefmilieu, evenals in de bevoegde werkgroep van de Bijzondere Commissie voor het Leefmilieu van de Benelux. | |||||||||||||||||||||||
De Nederlanden in de wereldOp 28 november 1986 kwam de werkgroep bijeen in Rotterdam, waar een gemoedelijk | |||||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| |||||||||||||||||||||||
gesprek met de oud-ministers van Cultuur, de dames De Backer en Gardeniers-Berendsen plaatsvond. Gezocht werd naar de knelpunten bij het streven naar een gezamenlijk Nederlands-Vlaams buitenlands cultuurbeleid en naar betere samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen in het algemeen. Aangezien het hier een besloten gedachtenwisseling betrof, wordt geen verslag gepubliceerd. Er zijn echter wel belangrijke zaken gezegd, waarmee in het actieprogramma van de werkgroep terdege rekening zal worden gehouden. Aan dit actieprogramma werd trouwens verdergewerkt op de vergaderingen van 19 december 1986 en 20 februari 1987 te Antwerpen. | |||||||||||||||||||||||
StudentenoverlegOnder redactie van gewezen stafmedewerker Dirk Metsu wordt momenteel de laatste hand gelegd aan de publikatie van de werkgroep Studentenoverleg. De uitgave bevat een schets van de organisatie van de studentenbeweging in Nederland en Vlaanderen, een inventaris van studentenverenigingen (met gegevens als oprichtingsdatum, contactadres, activiteiten, ledenpublikaties,...) en tenslotte wordt een lexicon opgenomen waarin specifieke termen worden uitgelegd (‘sociëteit’, ‘faculteitskring’,...). | |||||||||||||||||||||||
ToerismeDe werkgroep Toerisme vergaderde op 23 november in het Brusselse Metropole-hotel. M.b.t. het thema van het Nabuurtoerisme besloot de werkgroep het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) een brief te schrijven waarin wordt aangedrongen om de toeristische statistieken in de beide landen meer op mekaar af te stemmen opdat vergelijkend onderzoek vergemakkelijkt zou worden. Tevens wordt voorgesteld om over deze materie een gesprek met de beide instituten te organiseren. De scriptiewedstrijd voor eindverhandelingen wordt met een jaar verdaagd. De werkgroep besloot hiertoe nadat bekend werd dat er in de beide landen een reorganisatie in het toeristisch onderwijs op til is. Het Samenwerkingsverband Midden Brabant (Tilburg) heeft een rapport ‘Brabant Grenzeloos’ opgesteld. De bedoeling van dit rapport is om op basis van de specifieke mogelijkheden en kwaliteiten van de grensstreek (gelegen tussen Bergen op Zoom en Budel) een duidelijk herkenbaar en economisch grensoverschrijdend toeristisch produkt te ontwikkelen. Met dit project wil de onlangs opgerichte stuurgroep Brabant Grenzeloos komen tot een functionele en promotionele relatie tussen Belgische en Nederlandse toeristische zones, bedrijven en voorzieningen. De werkgroep Toerisme zal dit dossier mede ondersteunen. De korte werkgroepvergadering werd gevolgd door een gezamenlijke vergadering van de werkgroep Toerisme en Geotoer, de interdisciplinaire studiekring Geografie en Toerisme. Door K. Ooms (Vlaams Commissariaat voor Toerisme) en S.T. Hiddink (Nederlands Bureau voor Toerisme) werd een toelichting gegeven over de structuren en de werking van de respectieve nationale toeristische diensten. Een volgende vergadering vindt plaats op 23 februari te Breda. | |||||||||||||||||||||||
Politiek overlegAls eerste stap om te komen tot een politiek overleg inzake de Nederlands-Vlaamse samenwerking, werden de leden van het Bureau van de Vlaamse Raad en van het Praesidium van de Tweede Kamer aangeschreven (brief 7 oktober 1986). Hen werd de vraag gesteld of ze wilden toetreden tot een ‘politiek contact- en adviesorgaan’. Een onvoorwaardelijk ‘ja’ kwam van M. Olivier, eerste ondervoorzitter van de Vlaamse Raad (brief 26 november 1986); van H. Suykerbuyk (VI.) (brief 8 oktober 1986); van A. de Beul (VI.) (brief 20 oktober 1986); en van H. Eversdijk (Ndl.), eerste ondervoorzitter van de Tweede Kamer (brief 14 oktober 1986). Een omfloerst of gemotiveerd ‘neen’ kregen we van: D. Dolman, voorzitter Tweede Kamer: ‘(...) bericht ik u dat de vertegenwoordigers van de Tweede Kamer in de Taalunie de door u beoogde belangen, naar het mij voorkomt, zeer wel kunnen behartigen’ (brief 10 oktober 1986). L.M. de Beer (Ndl.); ‘De reden is dat met de vermindering van de omvang van de VVD-fractie voor mij een taakverzwaring heeft plaatsgevonden (o.a. het lidmaatschap van de Raad van Europa) waardoor ik het aantal nevenfuncties drastisch moet beperken’ (brief 23 oktober 1986). Th. H. Joekes (Ndl.): ‘Voor zover ik heb kunnen kennismaken met uw werk, draag ik het een goed hart toe. (...) Naar mijn mening dienen dergelijke contacten te worden onderhouden door organen uit de samenleving met daartoe in en door hun politieke organisaties aangewezen personen. In die versie zoudt u zich dus moeten wenden tot de Staten-Generaal als zodanig, of tot één of meer fracties en niet rechtstreeks tot individuen’ (brief 8 januari 1987). | |||||||||||||||||||||||
Demedts en Brugmans 80Twee buitengewoon verdienstelijke leden van de raad van advies van A.N.V. en A.N.C., vierden onlangs hun 80ste verjaardag: André Demedts, stichter-voorzitter en jarenlang bezieler van het Komitee voor Frans-Vlaanderen, en Hendrik Brugmans, de man die jarenlang het Brugse Europacollege leidde, en het instituut een ongeevenaarde uitstraling bezorgde. Aan beide Grote Nederlanders onze hartelijke gelukwensen. |
|