Noord-Zuid Contactcentrum Volksontwikkeling boos op ministers
Naar aanleiding van de viering van veertig jaar Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag klaagt het Noord-Zuid Contactcentrum Volksontwikkeling in een brief aan de Vlaamse Regering en aan de Nederlandse Ministers van Onderwijs en Wetenschappen en Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, hetgebrek aan politieke wil, visie en beleid aan inzake samenwerking en integratie op het gebied voor vorming, onderwijs en scholing van volwassenen.
Op 16 mei 1946 werd het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag gesloten. Vorming, onderwijs en scholing van volwassenen kwamen in het akkoord niet ter sprake. Dit heeftparticuliere organisaties niet belet om, in soms moeilijke omstandigheden, culturele en educatieve samenwerkingsprojecten te realiseren. Steeds werd daarbij getracht om ook de werkers aan de basis te motiveren voor het cultureel-educatief Noord-Zuid verkeer.
De overheid heeft hier, zij het dikwijls schoorvoetend, op ingespeeld. In 1963 werd het ‘Ministerieel Besluit houdende subsidieregeling Belgisch-Nederlandse activiteiten op het terrein van de volksontwikkeling en het cultureel grensverkeer’ goedgekeurd. Enkele jaren later werd, na lang aandringen, de samenstelling van de bevoegde subcommissie van het verdrag herzien om een betere aansluiting met het veld te realiseren. Vooral van Vlaamse kant leidde dit tot aanwijsbare resultaten. Vertegenwoordigers van de basis en van de administratie werkten er nauw samen, wat totgevolg had dat de verdiensten van deze subcommissie in 1985 door de Gemengde Technische Commissie ter Uitvoering van het Verdrag met nadruk werden onderstreept.
Het Noord-Zuid Contactcentrum Volksontwikkeling stelt echter vast dat het tragisch is om naar aanleiding van de viering van veertig jaar Cultureel Verdrag te moeten vaststellen dat de Nederlandse en de Vlaamse overheden nog steeds GEEN BELEID inzake de noord-zuid samenwerking en integratie op het vlak van de vorming, het onderwijs en de scholing van volwassenen tot ontwikkeling hebben gebracht. Ook van de POLITIEKE WIL om er daadwerkelijk een continu werk van te maken is weinig te merken.
Een beoordeling van de resultaten van de Taalunie brengt het NZCV tot dezelfde vaststelling. Onmiddellijk na de ondertekening van dit verdrag hebben stichtende leden hun engagement bevestigd om mee bij te dragen tot samenwerking en integratie op het vlak van de vorming. Dit engagement werd tot op heden niet nagekomen.
Het Noord-Zuid Contactcentrum is daarom van oordeel dat de beleidsverantwoordelijken de plicht hebben om samenwerking en integratie op het vlak van de vorming, het onderwijs en de scholing van volwassenen als een blijvende beleidsaangelegenheid ter hand te nemen. Dit omvat het stimuleren van de mogelijkheden binnen het verdrag, het tot stand brengen van structureel-organisatorische overleg- en samenwerkingsplatforms en, waar nodig, financiele stimulansen.