Neerlandia. Jaargang 90
(1986)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 68]
| |
Uniek tijdschriftSeptentrion, Revue de culture néerlandaise, werd in het leven geroepen in 1972 met de bedoeling een concrete bijdrage te leveren tot een gezamenlijke Vlaams-Nederlandse internationale cultuurpolitiek. Met Septentrion wou men in het Franse taalgebied doordringen, en wat Frankrijk en Frans-België betreft, is dat alvast aardig gelukt. Een en ander blijkt uit de cijfers: 50% van de oplage wordt verspreid in Frankrijk (vooral in de ‘région parisienne’), 40% in Wallonië en Brussel, en 10% in Canada, Zwitserland en de Franssprekende landen van Afrika. Later hoopte de Stichting met een Engelstalige publikatie over Nederlandse cultuur te kunnen starten (‘The Low Countries’). Het is intussen voldoende bekend dat dit initiatief in de kiem werd gesmoord door minister Brinkman, die zijn collega Poma niet wou bijtreden toen die toezegde ⅓ van de kosten te willen dragen. Brinkman geeft intussen wel het Engelstalige ‘Dutch Arts’ uit, waarin enkel ‘Holland’ aan bod komt. Op onze vraag of de Stichting nu nog paraat staat om - mocht het tij keren - The Low Countries vooralsnog op de markt te brengen, antwoordde Jozef Deleu zeer voorzichtig dat de particuliere sponsors, die bereid waren eveneens ⅓ van de kostprijs te dekken, ondertussen voor andere initiatieven hebben gekozen, en dat er niets kan gedaan worden als er geen ‘boter bij de vis’ is... | |
Flanders promotion?Door het opdoeken, enkele jaren geleden, van het Engelstalige tijdschrift voor Nederlandse cultuur Delta, en het verzinken van The Low Countries, blijft Septentrion dus de enige periodiek die de cultuur van de Nederlanden als geheel in een ander taalgebied aan de man brengt. In zijn toespraak zegde Deleu daar nog het volgende over: ‘Septentrion wil daarnaast ook voortdurend de aandacht vestigen op het feit dat onze cultuur niet alleen door de Franse werd beïnvloed, maar dat ze ook op haar beurt de Franse cultuur heeft beïnvloed. De wisselwerking is in de loop der eeuwen zeer intens geweest en zè blijft het tot op vandaag de dag. Septentrion heeft dus een brugfunctie naar de Franstalige wereld toe. (...) Buitenlandse culturele politiek is in wezen een offensief gebeuren. Men zet een stap naar buiten, men gaat doelbewust naar de andere toe en dat gebeurt zonder schroom, zonder valse bescheidenheid en vanzelfsprekend zonder imperialistische aspiraties. De cultuur maakt de mens méér mens. Ik denk dat een goede buitenlandse culturele politiek hieraan een ruimtelijke dimensie kan toevoegen. Daarom precies is buitenlandse culturele politiek géén bevlieging, geen kwestie van het eenmalig oplaten van een kleurrijke vlieger in de vorm van bijvoorbeeld een vele kilo's wegend kunstboek, dat verder alleen terecht komt in de boekenkasten van niet-lezenden. Buitenlandse culturele politiek is een kwestie van regelmaat, vasthoudendheid en doorzetting. (...) De vele prettige ervaringen bij het redigeren van het blad wettigen optimisme en wijzen tevens in de richting van het nut van een volgehouden accuraat buitenlands cultureel beleid. Dit optimistisch geluid mag ons helaas niet doen vergeten dat de Overheid in Nederland en Vlaanderen, zo goed als géén buitenlands cultureel beleid voert. Sinds de technologen aan de macht zijn, worden steeds minder middelen ter beschikking gesteld voor cultuur. Er is ook steeds minder sprake van een echt cultureel beleid voor het buitenland. Wanneer er spra ke is over zo'n beleid haast de Overheid zich om er de nadruk op te leggen dat ‘cultuur voor het buitenland’ slechts een soort ‘glijmiddel’ is voor de commercie. De Nederlandse minister van Cultuur Brinkman verklaarde verleden jaar ‘dat de cultuur als wervend reclamemateriaal’ moest worden gebruikt.’ Hoewel hier niets nieuws werd verteld, en de glijmiddel-passage al tot vervelens toe werd geciteerd (komt zeker in de citatenboeken), kunnen wij niet anders dan Deleu gelijkgeven. Recente verklaringen van de Vlaamse Cultuurminister Dewael - achteraf weliswaar afgezwakt - en van de gemeenschapsminister van Externe Betrekkingen Deprez, kunnen ons maar weinig hoopvol stemmen. Voor Patrick Dewael hoeft cultuur immers niet zonodig gesubsidieerd, en Paul Deprez - die nochtans het vroegere Commissariaat-Generaal voor de Internationale Culturele Samenwerking onder zijn hoede krijgt -, lijkt van mening dat een schilderij van Rubens pas echt tot zijn recht komt achter een toog met Belgisch bier en paterskaas. Om zelfs de onkreukbaarste optimisten tot wanhoop te drijven, heeft de Belgische staatssecretaris van PTT Paula D'Hondt tenslotte de posttarieven voor tijdschriften die vanuit België naar Nederland worden verstuurd, per 1 maart gewoon verdrievoudigd! | |
[pagina 69]
| |
StelregelsVolgens Deleu kan dit tijdschrift slechts standhouden als enkele duidelijke stelregels worden gerespecteerd: Ten eerste moet het hele Nederlandse taal- en cultuurgebied aan bod komen; de ‘néerlandophonie’ als geheel is onderwerp van het blad. Ten tweede richt Septentrion zich tot een Franstalig publiek, waar ook ter wereld. Het tijdschrift moet overal kunnen gelezen worden en moet betrouwbare informatie bevatten. Septentrion wil een ernstig intellectueel peil bereiken en moet bijgevolg ook in onberispelijk Frans gesteld zijn. Hiervoor wordt de hulp ingeroepen van deskundige vertalers en correctoren. Ten derde staat het tijdschrift ideologisch en politiek onafhankelijk. Ten vierde moeten de artikels aansluiting vinden bij de denk- en leefwereld van de Franstaligen. Ook om dat aspect te beklemtonen, wordt een beroep gedaan op Franssprekenden. ‘In de loop der jaren’, zegt Deleu, ‘hebben wij mogen ervaren dat er in de Franssprekende wereld meer deskundigheid is omtrent onze cultuur dan wij hadden durven vermoeden’. | |
InvloedZo komen we aan een ander belangrijk punt, met name de impact van een publikatie als Septentrion. Sommigen twijfelen aan de invloed van een dergelijk initiatief, en de oppervlakkigheid kennend waarmee zelfs professionele lezers hun dagelijkse portie doornemen, wekt deze scepsis geen verwondering. Niet- | |
[pagina 70]
| |
temin staat het voor Deleu vast dat Septentrion wel degelijk zijn weg vindt naar de Franse geesten, en met name de uitgeverswereld attent maakt op publikaties die interessant kunnen zijn om vertaald te worden. Concrete bewijzen dat het blad een plaats heeft verworven in de Franse culturele cenakels, zijn volgens de hoofdredacteur de verwijzingen naar Septentrion in Le Monde, La Libre Belgique, Pourquoi Pas?, Le Soir, e.a., en in de audio-visuele media. Speciaal in het oog springen b.v. de lovende woorden van Bernard Pivot in de Franse literaire TV-uitzending ‘Apostrophes’, en de vermelding - vorige maand - in een radio-uitzending van ‘France Culture’. | |
Oplage en redactieSeptentrion heeft een gemiddelde oplage van 7000 exemplaren, en het verschijnt 4 keer per jaar (voorheen 3 keer), dank zij de steun van de Stichting Willem de Zwijger. De redactie bestaat uit Jozef Deleu, hoofdredacteur; Frits Niessen, adj.-hoofdredacteur; Isabel Devriendt, redactiesecretaresse; Jan Deloof, Gaston Durnez, Jacques Fermaut, Vic Nachtergaele, Philippe Noble, Dirk Van Assche en Arie Willemsen. Een abonnement kost in België 900 BF, in Nederland fl. 54, in Frankrijk 150 FF en in andere landen 980 BF. Naar analogie van de bibliografie van Ons Erfdeel gaf de Stichting in 1984 ook een bibliografie uit van Septentrion (1972-1981). Samensteller is Wim Chielens en het boek kost ingenaaid 300 BF / fl. 18. (gebonden 600 BF / fl. 35).
Voor meer informatie: Stichting Ons Erfdeel, Murissonstraat 260, B-8530 Rekkem (tel.: 056 / 41 12 01)
Wilfried VANDAELE |
|