Zakelijke samenwerking
Kort na de verkiezingsnederlaag die de Vlaamse Volksunie leed op 13 oktober jl., verklaarde de gewezen voorzitter en Vlaamse Minister van Financiën en Begroting Hugo Schiltz het volgende:
‘Ik meen dat de Vlaamse Beweging in haar geheel zich grondig moet bezinnen over haar opdracht en haar verhouding tot de politiek. (...) Zij moet de Vlaamse ontvoogding bekronen door de Vlamingen het beeld voor te houden van een nieuwe maatschappij, meer volwassen, innerlijk geemancipeerd, wat moet leiden naar meer tolerantie, een verfijndere vorm van samenleving, gericht op de grotere perspectieven waarin de mens vandaag in West-Europa leeft.
Een maatschappij die bewust is van de noodzaak tot een zakelijke maar politiek degelijk uitgebouwde samenwerking met Nederland, en die beseft dat de Vlaamse emancipatie moet worden losgemaakt uit de beperkte grievenproblematiek in het ook al beperkte Belgische kader.
De Vlaamse emancipatie moet in een internationaal perspectief worden geplaatst. Anders vallen wij terug op een verzuild klein Vlaanderen, waarbij het gegrabbel naar de macht in een unitair-paritair België belangrijker is dan de opvoeding van de jonge Vlaming tot wereldburgerschap’. (De Standaard, 23-10-1985).