Nederlanden in de wereld
De werkgroep Nederlanden in de Wereld vergaderde op 5 juli te Roosendaal en op 22 augustus 1985 in Maastricht.
De werkgroep blijft aandringen bij de Nederlandse Wereldomroep en bij de BRT om gezamenlijk een film, videomontage of diaserie te produceren over Nederland en Vlaanderen voor gebruik in het buitenland. De leden van de werkgroep stellen vast dat de prioriteitenlijst i.v.m. de buitenlandse culturele betrekkingen, die onlangs door de Vlaamse Raad met eenparigheid van stemmen werd goedgekeurd (op voorstel van de heer Suykerbuyk), meer aandacht schenkt aan de samenwerking met Nederland dan de prioriteitenlijst van ICS.
Wat de Culturele Akkoorden betreft, zal de werkgroep nagaan in hoeverre die verdragen rekening houden met de staatshervorming in België en in hoeverre er ruimte wordt gelaten voor een gezamenlijk Vlaams-Nederlands internationaal cultuurbeleid.
De werkgroep betreurt dat de Taalunie niet automatisch en systematisch wordt betrokken bij het opstellen van culturele verdragen. Dit is duidelijk gebleken bij de voorbereiding, zowel in Nederland als in Vlaanderen, van het Cultureel Akkoord met Italië. In Nederland werd de Taalunie slechts in extremis geraadpleegd, in Vlaanderen helemaal niet. Aan de voorzitter van het Comité van Ministers, de heer Brinkman, en aan de heer Pede, voorzitter van de Interparlementaire Commissie, wordt hierover een brief geschreven. Vervolgens zal de werkgroep de samenwerking tussen Nederlanders en Vlamingen binnen de Unesco bepleiten.
In het kader van het 39ste Algemeen-Nederlands Congres schreef de heer Janse een nota over de rol van de Stichting NOB en de VVOB bij het verstrekken van basisonderwijs aan Nederlandstaligen in het buitenland.
De heer Pittery ging na wat er gerealiseerd werd van de aanbevelingen van het 38ste Congres op het terrein van Neerlandica extra muros, culturele centra, Taalunie, media,...
Op de vergadering van 22 augustus te Maastricht, werd de ontwerpbalans ‘Overzicht van 5 jaar integratie’ van de heer Vertommen besproken. De verschillende werkgroepleden zullen elk een onderdeel van de nota uitwerken en begin december zal de definitieve tekst klaar zijn.
Als gastspreker op de vergadering gaf de heer F. van Leeuwen (co-voorzitter van de werkgroep Media van het A.-N.C. en stafmedewerker van de NOS, belast met radio Delta) een uiteenzetting over de media in Nederland en Vlaanderen en de uitstraling naar het buitenland toe.
Van Leeuwen stelde vast dat Nederland 40 miljoen gulden vergooit aan het Olympusproject (televisie), terwijl men met dit bedrag 13 jaar lang radio Delta had kunnen financieren.
Toch krijgt het Delta-project door de evolutie in het medialandschap (herschikking in Nederland en opkomst van TV-satellieten) allicht nieuwe kansen. Hier dient wel aangestipt dat Delta uitsluitend Europa zou bestrijken, terwijl de Wereldomroepen van beide landen zich op de eerste plaats tot de landen buiten Europa richten.
Van Leeuwen wees op het grote belang van het project, niet alleen voor de interne integratie tussen Nederland en Vlaanderen, maar evenzeer voor het uitdragen van de ‘nestgeur’ naar het buitenland. De werkgroep sluit zich aan bij dit standpunt en hoopt dat de beide regeringen eindelijk het startsein geven voor Radio Delta.
De volgende vergadering van de werkgroep Nederlanden in de Wereld is gepland voor 23 oktober (Brussel), maar op 16 september kwamen de Vlaamse werkgroepleden afzonderlijk bijeen om zich te beraden over de herstructurering van het Commissariaat-Generaal voor de Internationale (Culturele) Samenwerking.