Neerlandia. Jaargang 89
(1985)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 37]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
orgaan op taalgebied tussen Nederland en Vlaanderen. Dat is onlangs bekend geworden op een in Den Haag gehouden vergadering van de Interparlementaire Commissie, het overlegorgaan van Nederlandse en Vlaamse parlementariërs over de Taalunie. Het PvdA-kamerlid Niessen vroeg in een motie aandacht voor de financiering van de Taalunie, ook op langere termijn. Minister Deetman (onderwijs), die namens het Comité van ministers antwoordde, zegde toe deze kwestie met zijn collega's te zullen bespreken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Werkzaamheden TaalunieIn december 1984 keurde het Comité van Ministers van de Taalunie de begroting voor 1985 goed. De totale uitgaven worden geraamd op 3.530.000 gulden of 63 miljoen BF. De Nederlander G.J. van Roozendaal, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond, werd aangeduid als lid van de Raad van de Nederlandse Taal en Letteren, in opvolging van uitgever Geert Lubberhuizen, die in juli 1984 overleed. Tevens volgt minister Brinkman van welzijn, volksgezonodheid en cultuur, de Vlaamse minister voor cultuur Poma op als voorzitter van het Comité van Ministers.
In het document dat naar aanleiding van de bijeenkomst werd gepubliceerd, komt o.a. een passage voor over de ‘overhevelingen’. Dat die overdracht van bevoegdheden van de nationale regeringen naar de overkoepelende Taalunie zo stroef verloopt, is zowat de grootste frustratie voor al wie met Noord-Zuid integratie begaan is. Daarom lijkt het ons nuttig die - schaarse - aanbevelingen hier eens op een rijtje te zetten. Op 15 november 1983 besloot het Comité van Ministers in principe de volgende werkvelden onder de Nederlandse Taalunie te brengen:
Als een gevolg hiervan werden door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen de volgende zaken overgeheveld op 29 mei 1984:
Van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur werd op 21 juni 1984 fl. 25.000 ontvangen voor de organisatie van de Algemene Conferentie voor de Nederlandse Taal en Letteren 1984. In de Nederlandse Rijksbegroting 1985 (Onderwijs en Wetenschappen) wordt een bepaald bedrag overgeheveld inzake de Neerlandistiek Extra Muros. Op 23 november 1984 heeft de Vlaamse Gemeenschap schriftelijk meegedeeld dat per 1 januari 1985 de volgende overhevelingen zullen plaatsvinden:
Op 27 november 1984 werd door Algemeen Secretaris De Wandel een bespreking gevoerd met de huidige budgethouders in beide landen, om de modaliteiten van de overhevelingen te bespreken. In verband met de Algemene Conferentie van de Nederlandse Taal en Letteren vroeg het Comité van Ministers zich af of er geen andere structuur kan worden uitgedokterd. Het stelt zich met name vragen over de negen werkgroepen die tijdens de eigenlijke Conferentie worden uitgebreid tot negen secties met tal van ‘buitenleden’ en die - volgens het verslag - ‘weinig zijn toegespitst op aard en functie van de in het Verdrag aan de orde gestelde onderwerpen’. In plaats van verder te werken in secties, geeft het Comité van Ministers er de voorkeur aan elk jaar een conferentie te organiseren rond één bepaald, welomschreven thema, waarvoor dan een aantal deskundigen kunnen worden uitgenodigd. Voorts is besloten dat ook de Prijs der Nederlandse Letteren en de middelen voor het Literair, Dramatisch en Kritisch Akkoord per 1 januari 1986 zullen worden overgeheveld.
Eveneens in december vergaderde de Interparlementaire Commissie van de Taalunie, bestaande uit Nederlandse en Vlaamse parlementsleden. Frits Niessen (Nederlandse PVDA) vroeg in een motie aandacht voor de financiering op langere termijn, aangezien dit een basisvoorwaarde is om de Taalunie goed te laten functioneren. De Nederlandse minister van onderwijs Deetman antwoordde namens het Comité van Ministers en beloofde een en ander met zijn collega's te zullen bespreken. Ook aan Vlaamse zijde werd gevraagd de Taalunie meer financiële middelen te geven. Op de vergadering werd tevens bekendgemaakt dat Den Haag nu definitief als thuishaven voor de Nederlandse Taalunie werd aangeduid. In verband hiermee had André de Beul (VI. Volksunie) in zijn interpellatie voor de Vlaamse Raad van 27 november al enkele bedenkingen gemaakt: ‘Ik heb ook vragen over de vestiging van het Algemeen Secretariaat. Ergens, op een bepaald ogenblik, is de beslissing gevallen dat dit Secretariaat in Nederland, met name Den Haag zou komen. Hoe werd deze beslissing verantwoord? Is er nooit gedacht aan een vestiging in België, bij voorbeeld in Brussel, de zetel van talrijke internationale instellingen? Zou een eventuele vestiging te Brussel niet aantrekkelijker geweest zijn voor kandidaatambtenaren, ook voor de Nederlandse?’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
30 jaar V.A.N. in West-VlaanderenHalf oktober vierde de Vereniging Algemeen Nederlands (voorheen Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal) in West-Vlaanderen haar 30e verjaardag. Ter gelegenheid hiervan vond in het Provinciaal Hof te Brugge een academische zitting plaats. Na de openingstoespraak van de voorzitter, de heer Frans Debrabandere, kwam de heer Eugène Berode, voorzitter van de Raad voor Taaladvies, aan het woord. Het slotwoord van minister Coens werd gevolgd door het Wilhelmus en de Vlaamse Leeuw. |
|