Nederlanden
Het is fascinerend hoe deze konservatief groeide tot revolutionair, hoe het aristokratische spel bloedige ernst werd, hoe hij de zaak der verdraagzaamheid moest kiezen ten einde de oorlog te winnen. Zo leerden wij hoe wreed en tragisch de geschiedenis speelt met idealen en hun dragers. Neen, ze is zeker geen nobel proces dat zich majesteitelijk afwikkelt, supreem geleid door geniale, onverschrokken ‘figures de proue’! Ten slotte het eindresultaat. De ‘naissance des Pays-Bas’ (om de titel van Yves Cazaux' uitstekende boek te citeren) van ‘de Nederlanden’ dus? Of die van ‘Nederland’? Het laatste is het geval geweest. Maar was dat de oorspronkelijke bedoeling?
In het Noorden heerst nog steeds de voorstelling als zou ‘het Zuiden’ zijn ‘afgevallen’ omdat het ‘te katoliek’ was, of te wispelturig, of beide. De Hollanders zouden de flinke kerels zijn geweest op wie men rekenen kon, in tegenstelling met degenen waarin men reeds ‘Belgen’ meent te herkennen. Die ontwikkeling zou er van het begin af hebben ingezeten. ‘Die Weltgeschichte ist das Weltgericht’. Het kon niet anders, of toch? Nauwelijks was de hier besproken reeks ten einde of een Nederlandse oproep voegde er een tweede, ‘Hollandse’, aan toe: ‘Republiek onder de Koninkrijken’. Ditmaal werd de BRT er niet bij betrokken en dat merkt men in de oriëntatie.
Natuurlijk, feiten blijven feiten en men doet ze geen geweld aan. Maar de groepering en de gerichtheid van die feiten werd een andere. Alles spitste zich nu toe op de Hollandse steden: Haarlem, Alkmaar, Leiden en natuurlijk Delft, zodat de Pacifikatie van Gent er een beetje zonderling bij bleef hangen. En de glorieuze intocht van Oranje in Brussel, op 23 september 1577, enkele dagen na een soortgelijke triomf in Antwerpen, kwam niet in beeld. Vandaar de suggestie: de splitsing tussen Noord en Zuid was ‘onvermijdelijk’. Potentieel zouden er toen reeds twee volken hebben bestaan, behorend tot twee religieuze kuituren. Het minste wat men van deze voorstelling kan zeggen, is dat ze niet meer eenstemmig wordt aanvaard. Pieter Geyl heeft niet voor niets gewerkt, met zijn opstellen en zijn Geschiedenis van de Nederlandse Stam. Ook Rob van Roosbroeck (die aan de eerste reeks meewerkte) heeft uitstekend werk geleverd in zijn boeken over Oranje. Beiden getuigen dat de evolutie ook anders had kunnen lopen dan ze gegaan is.