Toerisme
Industriële archeologie en toerisme
In ons vorig nummer (Neerlandia 1984/2, pp. 82-83) brachten wij reeds uitvoerig verslag uit van de talrijke activiteiten van de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie (VVIA). Meer specifiek hadden wij het toen over de organisatie van de Vierde Vlaams-Nederlandse Ontmoetingsdagen voor Industriële Archeologie die van 5 tot 7 oktober te Amsterdam zullen doorgaan.
Recent startte de VVIA ook met een onderzoeksproject in B.T.K.-verband over ‘Industriële Archeologie en Toerisme’.
In de toelichting over het project kunnen wij het volgende lezen:
‘In feite is er van bij het begin van de industriële revolutie een industrieel toerisme geweest. Het oprijzen van de eerste fabrieken lokte toen al vele nieuwsgierigen. De gevolgen van de industrializatie leidden echter tot een wisseling in het cultuurpatroon, tot een dalende appreciatie.
Door de toenemende interesse vanaf circa 1950 voor het industrieel erfgoed kwam het tot een nieuw soort toerisme. Ondanks deze nieuwe belangstelling bleek de respons vanuit de bestaande toeristische diensten gering. Veel interessante monumenten moeten het stellen zonder folders, brochures, postkaarten, enz...
In een eerste fase mikt men op groepsbezoeken. Bij ons kent men in deze categorie slechts bedrijfsbezoeken en uitstappen van gespecializeerde groepen. In het buitenland staat men veel verder; daar worden moderne bedrijven vaak met een historisch aperitiefje ingeleid.
In Engeland - de bakermat van de industriële archeologie - kan men momenteel ook als individu boeken voor dergelijke trips. Er bestaat trouwens een zelfstandig reisbureau voor deze reizen, nl. ‘Enrichment Travel Ltd.’.
De aard van de bezoekers die interesse hebben voor het industrieel erfgoed loopt sterk uiteen: van wetenschappelijke geïteresseerden en studenten tot autochtone bewonders en dagjesmensen. De eerste groep zal eisen stellen inzake informatie, de tweede inzake recreatie. Op het vlak van openstelling van gebouwen is nog zeer weinig gerealizeerd. Het roerend industrieel erfgoed zoals dit in de talrijke musea bewaard wordt, is ook vaak weinig toegankelijk of in een ruimere structuur vervat. Ons land lijdt immers aan een chronisch gebrek aangaande ‘museumarchitectuur’. In Vlaanderen is er nog altijd geen serieus sociologisch onderzoek naar de museum-of monumentbezoeker en diens gedrag.
Bovendien is men zeer slecht ingelicht wat de mogelijke effecten van dit specifiek toerisme kunnen zijn. Enerzijds is er het gevaar dat ernstige zaken als ‘attractie’ bekeken worden, maar anderzijds kan toerisme ook een hefboom zijn tot verdere herwaardering.
De V.V.I.A. stelt zich tot doel studiematig te werk te gaan en dienstverlenend op te treden. Het BTK zal bestaande initiatieven in binnen en buitenland toetsen, de in Vlaanderen bestaande potentialiteiten onderzoeken en de betreffende documentatie evalueren.
Daarnaast zal men zoeken naar een mogelijke respons in binnen- en buitenland en zal men naar de toeristische sector toe een aantal adviezen formuleren. Concreet zal de V.V.I.A. een aantal testroutes uitwerken, in nauwe samenwerking met de plaatselijke V.V.V.'s’.
Voor meer informatie kan je ongetwijfeld terecht op het postadres van VVIA:
VVIA
Postbus 30 - Postkantoor M. Hendrikaplein 9000 GENT