Neerlandia. Jaargang 88

Varia

Egmontcomité tekent krachtlijnen voor Brussel

Een aantal jaren terug richtte het Egmontcomité een “Werkgroep Brussel” op om een regeling te vinden voor het ingewikkelde Brusselse probleem.

Tijdens een persconferentie op 16 november j.l. lichtte de “Werkgroep Brussel” haar document “Krachtlijnen voor een statuut voor een hoofdstedelijk gebied Brussel” toe. Het document omvat 15 bladzijden met 2 bladzijden als addendum die aan de migranten in Brussel zijn gewijd.

Het onderscheid tussen de begrippen “plaatsgebonden materies” en “persoonsgebonden materies” gebruikt men als sleutel voor een oplossing.

De gemeenschappen regelen autonoom de persoonsgebonden materies en gezamenlijk de plaatsgebonden materies.

Tussen beide materies bestaan raakpunten zodat hier contact, overleg en samenwerking zullen moeten bestaan en een procedure tot oplossing van de conflicten.

Structureel pleit het Egmontcomité voor een fusie van de negentien gemeenten tot één entiteit, terwijl er een aantal deelgemeenten met lagere bevoegdheid zouden worden opgericht.

[p. 82]

Daarboven komt één hoofdstedelijke raad voor de plaatsgebonden materies, paritair samengesteld en beheerd door een paritair college.

Persoonsgebonden materies zouden worden toevertrouwd aan elk van de gemeenschapsgroepen in de hoofdstedelijke raad, die ook elk over een gemeenschapscollege zouden beschikken. Opvallend hierbij is dat het Egmontcomité een herwaardering van de agglomeratieraad en van de cultuurcommissie niet ziet zitten en opteert voor nieuwe instellingen via een nieuwe Grondwetsherziening.

In de bijlage over migranten staat dat de migranten aangaande integratie en assimilatie zelf moeten beslissen. Een integratie naar de Nederlandstalige cultuur kan bevorderd worden door gebruik van bijzondere technieken in het onderwijs. De migranten krijgen stemrecht en verkiesbaarheid voor de deelgemeenten, maar om verdere politieke rechten te verwerven moeten ze zich laten naturaliseren.

Nieuwe geografische brochure over Vlaanderen

Sinds half november beschikt Vlaanderen over een nieuwe geografische brochure: “Vlaanderen, een geografisch portret”. Ze werd samengesteld door het Geografisch Informatie- en Documentatiecentrum (GID) en kwam tot stand door o.m. logistieke steun van het ministerie van voorzitter G. Geens van de Vlaamse regering.

In dertien hoofdstukken wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan de staatkundige en administratieve plaats van Vlaanderen in West-Europa, het fysisch kader van Vlaanderen, het demografisch karakter, de tewerkstelling, het energieaanbod, de landbouw, de handel en het verkeer, de industrie, de havens, het toerisme, de steden en gemeenten, het leefmilieu en tenslotte de ruimtelijke ordening. Uiteindelijk is deze brochure een vrij compact en consistent geheel geworden (32 pp.) en voornamelijk bestemd voor studenten en leerkrachten aardrijkskunde en voor belangstellende buitenlanders die wensen kennis te maken met Vlaanderen.

De specialist zal het waarschijnlijk minder kunnen boeien, ook al omdat het meeste cijfermateriaal dateert van 1980 of 1981.

Dit alles neemt niet weg dat de brochure een geslaagd initiatief kan genoemd worden, waarin op overzichtelijke en aanschouwelijke manier (18 landkaarten, tientallen tabellen) getracht is Vlaanderen zo volledig mogelijk in kaart te brengen.

De brochure is verkrijgbaar in twee versies, een Nederlandse en een Engelse, maar het is de bedoeling om ze in een latere fase ook in andere talen te verspreiden.

De brochure kan besteld worden op het secretariaat van het GID, Koningin Astridplein 26, 2018 Antwerpen (Tel. [phone]).

Tiende spektakelbeurs in Het Turfschip

Op woensdag 29 februari ll. werd in congrescentrum Het Turfschip te Breda de Spektakelbeurs van de Nederlanden georganiseerd. Dit jaar was men reeds aan de tiende editie toe, die zoals de vorige jaren ook ditmaal georganiseerd was in het kader van het Nederlands-Belgisch Cultureel Verdrag, de Culturele Raad Limburg (Maastricht), de Culturele Raad Noord-Brabant, de Zeeuwse Culturele Raad, de Interprovinciale Cultuurraad voor Vlaanderen en de gemeente Breda.

Het I.C.C. te Antwerpen was op 11 april 1974 het toneel van de eerste beurs - toen nog theaterbeurs geheten - waar een veertigtal Nederlandse gezelschappen hun producties aan Vlaamse geïnteresseerden voorstelden. Gezien het grote succes van dit initiatief, waarvoor toen m.n. de Culturele Raad Limburg en de - toenmalige - Cultuurraad voor Vlaanderen voor tekenden, werd besloten om het niet bij dit eenmalig initiatief te laten.

Een jaar later werd daarom ook het startschot gegeven voor de eerste Spektakelbeurs van de Nederlanden, een echte Vlaams-Nederlandse beurs ditmaal en georganiseerd te Breda. Mettertijd barstte dit kleinschalige initiatief uit haar voegen - er moest verhuisd worden van het cultureel centrum De Beyerd naar congrescentrum Het Turfschip - zodat het beoogde doel stilaan werd verwezenlijkt, namelijk ‘het aanbieden van een platform voor ontmoeting en uitwisseling, voornamelijk aan het kleinere en nieuwe spektakelaanbod dat niet altijd beschikt over de financiële mogelijkheden om de culturele markt van “over de grens” te verkennen’, aldus de promotiebrochure.

Tevens mag niet onvermeld blijven dat de beurs sinds kort uitgebreid is met stands van bedrijven die gericht zijn op het spektakelleven (decorbouw, belichting, grime, theatertextiel...).

Terecht mag dan ook worden gezegd dat de vlag Spektakelbeurs een enorme lading dekt: toneel, muziek, dans, ballet, mime, poppenspel, jeugdtheater, muziektheater, cabaret, kleinkunst en theatertechnische bedrijven.

Volgend jaar mag je mee elf kaarsen uitblazen voor de Spektakelbeurs te Breda, de laatste woensdag van februari.

Juliana-Boudewijnprijs 1984 uitgereikt

Te Maastricht werd bekend dat de Juliana-Boudewijnprijs 1984 zal worden uitgereikt aan prof. W. Jappe Alberts (84).

Hiermee is prof. Alberts de veertiende laureaat van deze prijs, die werd ingesteld in 1959 naar aanleiding van het bezoek van koningin Juliana en koning Boudewijn aan de gemeente Heer (nu gefusioneerd met Maastricht).

De prijs heeft tot doel personen of instellingen te lauweren die bijdragen tot de versteviging van de vriendschapsbanden tussen België en Nederland.

De in Voorst (nabij Appeldoorn) geboren Alberts is voorzitter van de redactiecommissie van de Stichting Maaslandse Monografieën. Deze vereniging is sinds 1964 actief op het gebied van publicaties over Belgisch- en Nederlands-Limburg.

Prof. Alberts is auteur van honderden publicaties, waaronder de monografieën: “Geschiedenis van de beide Limburgen”, “Van Heerlijkheid tot Landsheerlijkheid”, de “Geschiedenis van Noord- en Midden-Limburg” en “Geschiedenis van de Nederrijnse Territoria tussen Maas en Rijn”.

Vierde Vlaams-Nederlandse ontmoetingsdagen voor Industriële Archeologie

Van 5 tot 7 oktober e.k. zullen te Amsterdam de Vierde Vlaams-Nederlandse Ontmoetingsdagen voor Industriële Archeologie worden georganiseerd. Als onderwerp voor dit jaar werd gekozen voor “Project Oostelijke Eilanden en de Verenigde Oostindische Compagnie”.

Tevens werd reeds het thema voor de editie van volgend jaar bekend gemaakt: “Het behoud van het roerend patrimonium”. Deze Vijfde Ontmoetingsdagen zullen worden gehouden op 26-27 en 28 april 1985.

Het initiatief voor deze ontmoetingsdagen

[p. 83]

dateert van '81 toen de Vlaamse Vereniging Industriële Archeologie (VVIA) te Houthalen een eerste maal deze Vlaams-Nederlandse Ontmoetingsdagen voor Industriële Archeologie organiseerde. In 1982 werd de VVIA uitgenodigd in de Zaanstreek waar de inventarisatie van het industrieel erfgoed het gespreksthema vormde.

Vorig jaar was men reeds aan de derde uitgave toe (29-30 april -1 mei in Roeselare, Izegem en Kortrijk) met het onderwerp: “De rol van de vrijwilliger in de ontwikkeling van de industriële archeologie”. Naast de specifieke resoluties (de organisatoren hebben het liever over besluiten) m.b.t. het congresthema, werden ook volgende belangrijke besluiten genomen m.b.t. de volgende Vlaams-Nederlandse Ontmoetingsdagen:

-	de ontmoetingsdagen zullen jaarlijks, alternerend in Vlaanderen en in Nederland, worden georganiseerd. Over de plaats en het thema dient besloten te worden door de nationale verantwoordelijke organen, in overleg met afgevaardigden van het buurland;
-	het herhalen van dergelijke bijeenkomsten wordt bijzonder nuttig geacht om vergelijkingen te kunnen trekken tussen Noord en Zuid, om ervaringen en werkmethodes te confronteren en hieruit de nodige nieuwe ervaringen op te doen voor ontwikkelingen in de eigen regio;
-	de behandelde thema's van de ontmoetingsdagen dienen toekomstgericht te zijn, en vooral beleidsaspecten van de industriële archeologie te behandelen.

Dit jaar ligt de organisatie van de ontmoetingsdagen in Nederlandse hand. Als coördinator voor het thema van dit jaar fungeert dr. Bas Kist (stafmedewerker Rijksmuseum Amsterdam).

In onze volgende bijdrage hopen wij u meer over het programma te kunnen meedelen.

De Pacifikatielezingen te Gent werden een zelfstandig rechtspersoon

Een aantal leden van Marnixring Gent-dr. F.A. Snellaert en van Marnixring Meetjesland hebben op 10 april 1984 te Gent officieel de stichtingsakte ondertekend van ‘De Pacifikatielezingen te Gent’ vereniging zonder winstoogmerk, waarvan de zetel gevestigd is aan de Bernard Spaelaan 12 te B - 9000 Gent.

Die vereniging heeft tot doel lezingen te organiseren die ‘Pacifikatielezingen’ worden genoemd en dit geregeld omstreeks de verjaardag van de Pacifikatie van Gent (8 november) waarbij, in hoofdzaak door het uitnodigen van een Nederlandse gastredenaar, facetten van de eigentijdse Nederlandse problematiek of van het Nederlandse denken worden belicht om aldus de integratie van Vlaanderen, Nederland en de Franse Nederlanden te bevorderen. In het kader van die lezingen kan de vereniging publikaties verzorgen en verspreiden en tevens in binnen- of buitenland allerhande kulturele manifestaties organiseren, zoals concerten, tentoonstellingen, recepties, vriendenmaaltijden, enz.

De eerste raad van beheer van de nieuwe V.Z.W. bestaat uit Frank Benijts, Dirk Dhondt, Guy Hoebeke, Jozef Nuytinck, Jan van Meenen en Lode Verhaegen. Tot de algemene vergadering behoren thans reeds vijfendertig werkende leden.

Van 1981 tot 1983 werd gedurende drie opeenvolgende jaren reeds een pacifikatielezing georganiseerd door Marnixring Gent-dr. F.A. Snellaert. De onderscheiden gastredenaars waren: dr. A.H. van den Heuvel (voorzitter van de VARA), dr. D. Dolman (voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-generaal), dr. E. Schillebeeckx (prof. em. Universiteit Nijmegen). De integrale tekst van iedere pacifikatielezing werd telkens in een afzonderlijke brochure gepubliceerd en te koop gesteld.

Na drie jaren zijn de pacifikatielezingen te Gent uitgegroeid tot een waardevolle gebeurtenis. Omdat de opzet, de organisatie en het financieel risiko ervan de draagkracht van een Marnixringafdeling overstijgt, en vooral omdat men het initiatief op een bredere basis wil bestendigen, werd een zelfstandige rechtspersoon onder vorm van een V.Z.W. in het leven geroepen. De V.Z.W. ‘De Pacifikatielezingen te Gent’, waarvan de werkende leden niet uitsluitend Marnixringleden moeten zijn, blijft uiteraard een beroep doen op de medewerkende mankracht van de Marnixring doch wil en zal zich juist daartoe niet beperken.

Voor de vierde pacifikatielezing te Gent die op zaterdagnamiddag 10 november 1984 wordt gehouden, zal de gastredenaar zijn Cees Middelhoff, stafmedewerker radio Nederland-Wereldomroep. (L. Verhaegen)

Drs. M.J.A.R. Dittrich onderscheiden

De president van de Westduitse Bondsrepubliek, dr. Carl Carsten, heeft onlangs drs. M.J.A.R. Dittrich onderscheiden met de toekenning van het Kruis van Verdienste 1e klasse (Officier) in de Orde van Verdienste van de Bondsrepubliek Duitsland. De versierselen en de oorkonde, behorende bij de onderscheiding, werden de heer Dittrich op de Westduitse ambassade in Den Haag uitgereikt.

De onderscheiding is toegekend voor het vele werk, dat de heer Dittrich verricht in het belang van de bevordering van de culturele betrekkingen tussen Nederland en West-Duitsland. Vooral in de vorm van grensoverschrijdende culturele activiteiten. De heer Dittrich is een groot voorstander van het samen brengen van bewoners uit de grensstreken van verschillende nationaliteit. Vooral van jongeren.

De heer Dittrich is burgemeester van Meerlo-Wanssum en voorzitter Nederland van het ANV.

De Linschoten-Vereeniging

In nr. 5, december 1983 van ‘Neerlandia’ werd melding gemaakt van een dreigende opheffing van de Linschoten-Vereeniging. Het bestuur van de Linschoten-Vereeniging deelde ons mede, dat het voorstel tot opheffing is ingetrokken. De activiteiten worden derhalve normaal voortgezet. Wel is de verbintenis met uitgeverij Martinus Nijhoff na 75 jaar beëindigd. Er worden thans besprekingen gevoerd met een andere uitgeverij. Voor verdere inlichtingen over de activiteiten van de vereniging verwijzen wij naar het secretariaat Morssingel 9-13, 2312 AZ Leiden. Tel. [phone].

Uitwisseling

In de week van 7 mei 1984 zal te Diksmuide feestelijk worden herdacht: ‘Vijf jaar kulturele uitwisseling Borssele-Díksmuide’.

Hoogtepunt zal zijn zaterdagmiddag 12 mei 1984. Op de Academische zitting om drie uur zal dan spreken Prof. Dr. H. Fayat, Algemeen Voorzitter van het Algemeen Nederlands Verbond.