Eenvorming tariefstelsel voor poststukken in Benelux?
Jarenlang wordt het als een ongerijmdheid ervaren dat er voor brieven en briefkaarten wel een binnenlands tarief bestaat tussen België en Nederland, maar dat dit niet het geval is voor andere zendingen, zoals drukwerk en tijdschriften.
Deze kwestie werd onlangs weer aan de orde geplaatst in de Kamer van Volksvertegenwoordigers door het Kamerlid H. Suykerbuyk. In een vraag aan staatssecretaris, Mevr. P. D'Hondt-Van Opdenbosch, stelde hij dat ‘een Beneluxtarief voor alle zendingen zou wenselijk zijn, waarbij de eenvormigheid het eerste objectief moet zijn, zodat het probleem van mindere ontvangsten niet a priori moet worden gesteld’. Suykerbuyk wenste omtrent deze niet onbelangrijke bijdrage tot Benelux-uitbouw het standpunt en de voornemens van de staatssecretaris te vernemen.
Hieronder publiceren wij in extenso het antwoord van de staatssecretaris:
‘De meeste bestaande verminderde tarieven en inzonderheid de voorkeurtaksen van toepassing tussen de Beneluxlanden, zijn het resultaat van bilaterale overeenkomsten - dikwijls zeer oud - afgesloten tussen de betrokken postadministraties en die beantwoordden aan de politieke impulsen van dat ogenblik.
Op Benelux-vlak behelzen deze bilaterale overeenkomsten hoofdzakelijk de brieven, de briefkaarten, de drukwerken en de nieuwsbladen in de Belgisch-Luxemburgse betrekkingen en de brieven, de briefkaarten en de nieuwsbladen in de betrekkingen tussen België en Nederland.
Sinds het bestaan van de Gemeenschappelijke Markt moet de tarifering van de zendingen van de brievenpost niet meer alleen beschouwd worden in Beneluxverband maar wel op het bredere vlak van de Economische Europese Gemeenschap. Het is zo dat op datum van 29 mei 1979 de Commissie van de Europese Gemeenschap een Aanbeveling aan de lid-staten heeft gericht om in hun wederzijdse postbetrekkingen het binnenlandse tarief toe te passen voor de brieven van de eerste gewichtstrap en de briefkaarten.
Op dat ogenblik paste de Regie der Posterijen reeds op basis van de wederkerigheid haar binnenlandse tarieven toe op de voormelde zendingen ter bestemming van al de landen oorspronkelijk lid van de E.E.G. (Europa van de Zes).
Sindsdien heeft de Regie der Posterijen getracht, door opeenvolgende stappen, het oogmerk van de Aanbeveling van de Commissie te bereiken, door de van kracht zijnde tarieven te behouden voor de brieven van de eerste gewichtstrap en de briefkaarten met bestemming van het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Ierland en Griekenland tot wanneer deze tarieven met de Belgische binnenlandse tarieven zullen overeenstemmen’.