jong-neerlandia
Wedstrijd ‘Ontdek de topjournalist 1982-1983’
Op 24 mei hebben de negentien laureaten van de wedstrijd ‘Ontdek de Topjournalist’ op De Standaard te Brussel een eigen krant gemaakt (zie bijlage bij Neerlandia, nr. 3).
We laten hen nu graag zelf aan het woord...
‘Het zal je gebeuren: in maart schrijf je een artikel en twee maanden later krijg je een brief van het A.N.V., waar je tot voor kort nauwelijks van gehoord had, zodat je ook tegen die brief aankijkt als tegen iets vreemds. Pas als je hem open maakt en leest, dat je een prijs gewonnen hebt met je artikel, herinner je je het weer. Eerst dringt het niet zo tot je door, maar hoe langer het geleden is, dat je de brief hebt geopend, hoe wonderlijker en mooier het wordt.
Dit overkwam mij begin mei. Het geld dat ik zou krijgen was leuk. Toch leek het me nog veel mooier om samen met echte ‘krantenmannen’ een ‘Topkrant’ samen te stellen, waarin alle artikelen van de laureaten geplaatst zouden worden.
Een week later kwam de grote dag. Op naar het krantencomplex ‘De Standaard’ in Brussel! Om elf uur kwamen we aan en ik werd meteen doorgestuurd naar de redactiekamer. Het werd een echte Redactievergadering van zo'n tweeënhalf uur. Het was mijn eerste kennismaking met het toch wel zenuwachtige sfeertje bij zo'n vergadering. In elk geval heel anders dan bij de televisieserie ‘Lou Grant’. De artikelen had de computer al gezet. Wij moesten de titels - de koppen - er echter zelf nog bij verzinnen en wel op zo'n manier, dat het voor iemand die de krant openslaat meteen een ‘lokmiddel’ is naar het artikel zelf. Ook moesten wij bij de foto's die ons werden aangereikt een onderschrift maken. Alles moest razend snel en voor iemand die misschien vijf keer per jaar typt, waarvan één keer een sinterklaasgedicht, was het vrij moeilijk om nota bene op een Belgische typmachine (!) wegwijs te worden. Toch had ik ongeveer twintig aanslagen per minuut, als je langzaam telde!’ (Stephan Pröpper, Nederland).
‘Bij het nuttigen van enkele consumpties en terwijl de mensen van het N.O.S. jeugdjournaal enkele shots namen werd er stevig door gewerkt, zodat we nog op tijd klaar waren om rond half één gezamenlijk de lunch te kunnen gebruiken.
Nadat het eten wat gezakt was konden we beginnen aan het volgend onderdeel van het programma: de bezichtiging van het krantencomplex’. (André Oerlemans, Nederland).
‘Het gebeuren was werkelijk indrukwekkend: de nagebootste realiteit die dagelijks 's lands grootste journalisten ondergaan, deed het hart van menig aspirantverslaggever sneller slaan’. (Ann Ghijs, België).
‘In de namiddag vlak voor het weer uiteen vallen van de vergadering, vond het hoogtepunt van de dag plaats: we konden het lang verwachte resultaat van de inspanningen van ons en anderen in ontvangst nemen. Want de Topkrant rolde, nog ruikend naar verse inkt, van de pers. Snel zocht eenieder zijn eigen artikeltje op. Wat opviel was dat zo'n artikel zwart op wit, in een bijna echte krant, toch veel meer zeggingskracht en overtuiging uitstraalt, dan een verhaaltje dat met een ballpoint op een vel papier is gekrabbeld’. (Hans van den Berg, Nederland).
‘Zo kwamen we bij - na de prijsuitreiking toch wel - het hoogtepunt van de dag: het drukken van de Topkrant. Met een oorverdovend geratel kwam ons afgewerkt produkt van de immense drukpersen gerold. Nieuwsgierige blikken vlogen langs de regels en de bladzijden. De Topkrant, “Onze” krant’. (Betty de Decker, België).
‘Het meest positieve aan deze bijzonder geslaagde dag vond ik persoonlijk de interessante contacten met leeftijdsgenoten uit Vlaanderen en Nederland. Over staatkundige grenzen heen ontdek je pas dan immers hoe weinig Nederlandse tieners van hun Vlaamse collega's verschillen en vice versa. Dit is dan toch het uiteindelijke doel van een dag als deze: ontdekken hoe nauw beide etnische groepen met elkaar verbonden zijn door hun taal’. (Koen Willemijns, België).
‘Eén aspect is, dat ik met Vlaamse jongelui kennis heb kunnen maken en van gedachten heb kunnen wisselen. Een ander aspect is, dat ik nu weet dat mijn literaire pennevruchten door een objectieve beoordelaar gewaardeerd worden, wat voor mij een stimulans is ermee door te gaan.
Deze wedstrijden dragen er zeker toe bij de literaire mogelijkheden van Vlamingen en Nederlanders te ontwikkelen en de afstand tussen deze twee groepen te verminderen’. (Carla Robbe, Nederland).
‘Verder nog bedankt voor de vele kranten, het lekkere eten en de onvergetelijke, leerzame, unieke, gezellige en leuke dag. En dat ik mezelf die avond nog op T.V. zou zien had ik niet verwacht’. (Iris van Halem, Nederland).
‘Na een vermoeiende reis met vier keer overstappen (een intercity was niet beschikbaar) kwamen we om half tien thuis aan en we waren het eens: deze dag was