volksuniversiteiten, het werk van de laatste lag meer op het ambtelijke vlak. Vrijdag 18 maart 1983 vond de uitreiking plaats, de plaats van handeling was slot Raesfeld bij Borken. Dit uit het vlakke Westfaalse land hoog oprijzende bouwwerk, op een voortreffelijke wijze gerestaureerd, vormde het luisterrijke decor van een besloten plechtigheid. Ze werd omlijst en onderbroken door een muzikale bijdrage van leden van de ‘Kammermusikkreis der Musikschule Borken’, met solistische medewerking van de jeugdige solisten Stephanie Weise hobo en Dominik Wilgenbusch fluit. Er werden werken ten gehore gebracht van Purcell, G.Ph, Telemann en G.F. Handel. De leiding van het geheel berustte bij mevr. mr. H.A. Strijd-Groenewegen, lid van het College van Gedeputeerde Staten van Gelderland. Deze opende de samenkomst met een woord van welkom tot alle aanwezigen. Ze uitte haar blijdschap te kunnen aankondigen, dat de heer mr. W.J. Geertsema, commissaris der koningin in Gelderland, zich bereid verklaard had de prijs te willen overhandigen. Daarnaast begroette zij de heer Piet Dankert, de voorzitter van het Europese parlement te Strassburg en het lid van de Duitse bondsdag de heer dr. Unland. Haar dankbaarheid ging verder uit naar andere persoonlijkheden uit de beide landen, die door hun aanwezigheid het belang van de prijsuitreiking onderstreepten. Hieronder bevonden zich de gedeputeerde van de provincie Overijssel de heer Dijkstra en echtgenote benevens de heer mr. F. Boreel, ook vergezeld door echtgenote, als vertegenwoordiger van de Nederlandse ambassade in Bonn; ook een afgevaardigde van de Duitse ambassade in den Haag gaf blijk van zijn belangstelling. Het verheugde de spreekster onder haar gehoor te kunnen aantreffen de Regierungspräsident van Munster Schleberger en die van Nordrhein-Westfalen dr. Bauer, naast Herr Pingel, Oberkreisdirektor van de Kreis Borken. Ditzelfde gold voor vele lokale bestuurders zowel van Duitse als van Nederlandse
kant met name uit het gebied van de noordelijke Euregio die acte de présence gaven.
In het vervolg van haar toespraak memoreerde zij de beweegredenen die de jury ertoe gebracht hadden de prijs aan de genoemde toe te kennen. Uit het rapport bleek, dat geen van de in het Duitse grensgebied op het terrein van grensoverschrijdende contacten actieve en als zodanig voorgestelde personen zo overtuigend aan de vereiste voorwaarden had voldaan. Zijn bekroonde activiteiten concentreerden zich in het bijzonder in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Duitse Euregio-partner Rhein-Ems; ook als lid van het dagelijks bestuur van Euregio bleek dat hem de samenwerking over de grens heen zeer ter harte ging.
Na deze motivering kwam de voorzitter van het Europese parlement, de heer Dankert, aan het woord. Deze leverde met zijn komst het bewijs, dat ook in de kringen van de Europese Gemeenschap aan samenwerkingsvormen, zoals die in de Euregio gestalte gekregen hebben, zeer veel waarde gehecht wordt. Hij releveerde o.a. dat de onderscheidene als bestuurder steeds over de grens heen gekeken had naar het buurland, waar hij dezelfde problematiek aantrof die hem elke dag bezig hield. De daaruit getrokken conclusie hadden tot het genoemde samenwerkingsverband geleid, aan de totstandkoming waarvan hij vanaf het begin een werkzaam aandeel gehad had. De heer Dankert hield een pleidooi voor de mogelijkheid, dat dergelijke internationale en interregionale verbanden het recht moesten krijgen om zich in voorkomende gevallen rechtstreeks tot de Europese Gemeenschap te kunnen richten; de weg langs de nationale parlementen had vaak een verwatering van de ernst van de problematiek in de grensgebieden tot gevolg. Een voortgaande decentralisatie binnen de Europese Gemeenschap zou hier een heilzame invloed kunnen uitoefenen. Door de commissaris der koningin mr. Geertsema werd daarna aan de betrokkene het plastiek aangeboden, onder het uitspreken van een korte speech. De prijs was verdiend, zo zei hij, omdat de onderscheiden Stadtdirektor de bewoners van de grensstreek door zijn inzet nader tot elkaar had gebracht. Daarmee was hij in de voetsporen van Alfred Mozer getreden, die zich na de debacle van Wereldoorlog II zo volledig voor internationale samenwerking heeft ingezet. U bent, zo richtte hij zich rechtstreeks tot de onderscheidene, een van de mensen op het bestuurlijke vlak, die de kunst van de overreding en van het optimisme verstaan en die de gave hebben om ook de gewone man van bepaalde noodzakelijkheden te overtuigen.
Ook de echtgenote van wijlen Alfred Mozer feliciteerde de heer Horst-Werner Brandt en haalde daarbij herinneringen op. Zijn naam was haar bepaald niet onbekend. Deze viel namelijk altijd, als zij als chauffeuse van haar man na de lange vergaderingen op weg naar huis zijn nabeschouwingen in de auto aanhoorde. Daaruit had ze de stellige indruk gekregen, dat hij de juiste man was voor de prijs. Zij betrok ook mevrouw Brandt in de huldiging, daar deze zonder haar steun zijn werk niet zo goed had kunnen verrichten. Zij liet haar felicitatie vergezeld gaan van bloemen, die dankbaar werden aanvaard. Mevr. Mozer richtte verder een persoonlijk woordje tot de heer Dankert, die zij als een oude partijvriend en collega van haar man bloemen aanbood onder het uitspreken van de wens om Euregio in Strassburg zoveel mogelijk te willen steunen.
Zichtbaar bewogen sprak de heer Brandt een dankwoord uit voor de door hem zeer op prijs gestelde uitverkiezing en voor de vele vriendelijke en waarderende woorden van de diverse sprekers. Na eerst nog gewezen te hebben op het jeugdige muzikale talent, dat de plechtigheid zo sfeervol had weten te omlijsten en begeleiden sloot mevr. Strijd-Groenewegen de samenkomst. Van de gelegenheid de ‘Preisträger’ en zijn echtgenote te feliciteren werd een druk gebruik gemaakt. In een geanimeerde stemming vond een receptie plaats, aangeboden door het provinciale bestuur van Gelderland. Er werden oude banden hersteld en nieuwe gesloten. Het is weldadig te ervaren, dat de Europese gedachte nog steeds leeft, ook in een tijd, dat de afzonderlijke Europese staten zich weer op zich zelf schijnen te willen terugtrekken. Dat Europa echter, ondanks de recessie van de laatste jaren, nog steeds velen kan boeien bewijst een samenkomst als die boven beschreven is.
Oosterbeek
Dr. H.J. LELOUX