Nederlandse universiteiten moeten bezuinigen
Vorig najaar deelde Minister van Onderwijs, W. Deetman, aan de universiteiten mee dat als bijdrage in de aanzuivering van het overheidstekort de begroting voor wetenschappelijk onderwijs (nu viereneenhalf miljard gulden) met ruim een kwart miljard omlaag moest.
De taak om het vakkenpakket af te slanken liet hij echter aan de universiteiten zelf over waartoe een taakverdelingscommissie (TVC) aan het werk toog waarin elke universitaire instelling één vertegenwoordiger heeft.
Ondertussen heeft de commissie een aantal voorstellen uitgewerkt: door de operatie zullen welgeteld 44 zelfstandige vakgroepen worden afgeschaft en zullen de volgende vier jaar in totaal 3.000 wetenschappelijke werkers hun baan verliezen. Op elke universiteit wordt het verdwijnen van een studierichting erg betreurd. In sommige gevallen wordt er protest aangetekend.
De commissie geeft toe dat het voor haar een onmogelijke taak was om de kwaliteit van alle subfaculteiten te onderzoeken. Toch vindt ze dat er op ‘evenwichtige’ wijze gesnoeid is: elke universiteit heeft een evenredig aandeel in de bezuinigingen moeten leveren.
Daar diegenen die aan de universiteiten zullen worden ontslagen in de meeste gevallen op een hoog wachtgeld kunnen rekenen tot aan hun pensioen, twijfelt men er in universitaire kringen aan of de bezuinigingsoperatie werkelijk zoveel zal opleveren.
Minister Deetman is echter niet tevreden met het werk van de commissie die gewoonweg vakgroepen heeft opgeheven en gaat bij de universiteiten nu alsnog aandringen op de fusie van instituten.