Vr.: Integratie? Weet je daar iets over? Wat is dat?
A.M.: U bedoelt een vorm van samenwerking die moet ontstaan of die zou moeten ontstaan tussen België en Nederland? Ik weet niet of daar veel aan gedaan wordt eigenlijk.
A.J.: Moet daar wel iets aan gedaan worden? Misschien is het zo dat wij nog altijd beschouwd worden als de achterlijke broertjes die ook wel Nederlands spreken maar dat dialectisch is. Maar eigenlijk integratie... ik vind, als ge bij Nederlanders zijt, dat gaat nogal vlot. Wij zeggen ook van de Nederlanders ‘ze zijn gierig’ maar als ge erbij zijt dan vervalt dat gewoon, vind ik!
Vr.: Denk je dat je veel van Nederland afweet, alles tezamen?
A.M.: Nee, eigenlijk niet. Ik denk dat er een soort van drempelvrees bestaat van Belgen ten opzichte van Nederlanders en dat we hier maar weinig in contact komen met Nederlanders. Ook wanneer over Nederlandse politiek gepraat wordt op televisie dan is het precies of ze over ik weet niet welk ander land aan het praten zijn.
Vr.: Weet je welke talen er in België gesproken worden?
A.: Nou Nederlands en Frans en... Vlaams.
Vr.: Is dat niet hetzelfde?
A.: Nou, dat is een beetje gek Nederlands!
A.: De taal (lacht uitbundig).
Vr.: Is dat om te lachen?
A.: Ja, voor ons wel... en voor jullie weer andersom natuurlijk.
A.: Drie!
Vr.: Fantastisch! Welke zouden dat zijn?
A.: Vlaams...
Vr.: Is dat hetzelfde als Nederlands?
A.: Nou moeilijker! En Frans en Duits, dacht ik.
Vr.: Dat is prima! Welke van de drie talen wordt het meest gesproken?
A.: Frans.
Vr.: Jij dacht Frans, en wat dacht jij?
A. 2: Vlaams.
Vr.: Ja, dat zou nog eens kunnen kloppen.
A.: O ja?
A.Z.: Frans en Nederlands, tenminste ik vind het wel Nederlands lijken.
Vr.: En welke taal wordt het meest gesproken?
A.Z.: Dat zou ik niet weten maar ik denk Frans. Ja, want de Vlamen (sic) moeten Frans en Nederlands spreken.
A.M.: Nou, ik dacht de officiële taal toch meer Frans. Vlaams is eigenlijk toch min of meer minderwaardig.
Vr.: Weet jij iets over België?
A.: Een beetje, niet te gek veel.
Vr.: Hoe zou dat komen?
A.: Ik heb altijd geleerd dat Belgen veel meer geïnteresseerd zijn in ons dan wij in hen, omdat wij altijd, denk ik, een beetje op ze neerkijken.
Vr.: U vindt dat het dezelfde taal is?
A.M.: Ja, ik heb er geen moeite mee. Ik kan het goed verstaan. Ik heb onlangs Frieda Pittoors nog op de radio gehoord en dat kon ik volledig volgen wat ze voordroeg. Wat dat betreft: ik pas me aan.
Vr.: Lees je wel eens Vlaamse boeken?
A.: Nou, Hugo Raes heb ik graag gelezen.
Vr.: Denk je van jezelf dat je veel weet over Vlaanderen, over België?
A.: Nee.
Vr.: Hoe komt dat?
A.: Weet ik niet! Niet veel van gehad op school. Nee.
Vr.: Wat vindt u van de Vlamingen in het algemeen als u die hier zo bezig ziet?
A.Vr.: Heel sympathiek.
A.M.: Heel aardig, vriendelijk, ja.
A.Vr.: De mensen zeggen ‘stomme Belgen’ maar daar ben ik het nooit mee eens.
A.M.: Ik hou ook van België. We gaan hier vaak heen, twee, drie keer per jaar.
A.Vr.: Ja, het is niet omdat ik het hier zo even voor jullie moet gaan zeggen, maar het is gewoon zo! Ik vind de Nederlanders eerlijk gezegd stommer als de Belgen.
A.M.: Ja, je kunt het ook merken. Je ziet precies de Nederlanders die hier tussen lopen, zonder meer.
Vr.: Het Noorden en het Zuiden zijn in de loop der jaren erg uit elkaar gegroeid en op de duur wisten we ook niet meer zoveel van elkaar af?
Antw.: Toch zijn er in het Noorden en in het Zuiden toch altijd mensen geweest die de nood hebben aangevoeld om te worden geïnformeerd over elkaar en in het noorden hebben mensen van de radio destijds het initiatief genomen om te starten met een wekelijks programma ‘Spiegel van België’ dat nieuws en achtergronden zou brengen over het leven in België. Een programma dat gemaakt werd door Belgische, Vlaamse mensen van bij ons, bestemd voor de Nederlandse radio en dat handelde over alle mogelijke denkgebieden. We hebben gepraat over Roger De Vlaeminck en Eddy Merckx, over het Waalse Staal, over taaltoestanden in Brussel, over de Rubenstentoonstelling en noem maar op. Je constateert dan wel dat je soms met handen en voeten dingen moet uitleggen, dingen die voor ons vanzelfsprekend zijn maar waar Nederlanders weinig van weten. Toen onlangs bijvoorbeeld zich een ontploffing heeft voorgedaan in de suikerfabriek van Tienen dan werd in de Nederlandse omroep gezegd dat er zich in ‘Tirlemont’ een ontploffing had voorgedaan. Dergelijke dingen moet je voortdurend uitleggen.
Vr.: Maar het programma is afgeschaft.
Antw.: Het programma is inderdaad gesneuveld. In Nederland heeft de NOS vijf uur zendtijd per week moeten afstaan aan de omroepverenigingen en in het pakket dat dan werd afgevoerd zat ook ‘Spiegel van België’. Bij ons bestond de tegenhanger: ‘Spiegel van Nederland’. Die ‘Spiegel van Nederland’ is ook verdwenen omdat er geen centen meer voor waren. Men moest kiezen tussen correspondenten voor het nieuws of ‘Spiegel van Nederland’ en ‘Spiegel van Nederland’ is gesneuveld.
Vr.: Informeren kost geld?
Antw.: Informeren kost geld en als puntje bij paaltje komt, zie je waar de prioriteiten liggen!
Wat zal het worden tussen Vlamingen en Nederlanders? Innige samenwerking op basis van dezelfde taal zoals Bernard de Hoog ons voorhield? Of zal het wegens geldgebrek en toch wel een beetje wrevel jegens elkaar niet zo'n vaart lopen? Het hangt voor een gedeelte van jullie af, jongens en meisjes die nu naar dit programma zitten te kijken. Wat betekent Nederland voor jullie? De programma's van Veronica, want je bent jong en je wil wel wat? Andere zaken? Of, helemaal niets? Het allerbelangrijkste lijkt in ieder geval de Noorderbuur leren kennen met al zijn goede en zwakke kanten, met zijn andere aard en levensstijl om te komen tot het besluit: een goede buur en een niet eens zó verre vriend!