Neerlandia. Jaargang 87
(1983)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 22]
| |
‘Europäische Hefte’ of, zoals de anderstalige titels luiden de ‘Cahiers Européens’ of de ‘Notes from Europe’, Er werd aandacht besteed aan de inhoud van de sinds januari 1973 verschenen nummers en aan de ideële achtergrond van dit gratis verspreide driemaandelijkse tijdschrift. Het was door de Stiftung F.V.S. te Hamburg bedoeld als een cultuurspiegel, een publicatie, waarin dat, wat er in Europa op cultureel gebied in Oost en West gepresteerd is en wordt de revue passeerde. Het hoge niveau van de door erkende vaklieden geschreven bijdragen vond men ook in de uiterlijke vorm terug, die wat lay-out en druk betreft voornaam van allure was. Het verbaast dan ook niet, dat er een oplage bereikt werd van 4000 exemplaren per nummer, die hun weg over de hele wereld vonden. De daarmee verbonden kosten drukten zo zwaar op het budget van de uitgever, dat de andere door de particuliere Hamburgse stichting op zich genomen culturele taken erdoor in de knel dreigden te komen. Al vinden we het spijtig dat de ‘Europäische Hefte’ niet meer kunnen verschijnen, we zullen het besluit van de uitgever dienen te eerbiedigen en er begrip voor opbrengen. Laten we hopen dat de via dit tijdschrift verspreide ideeën voor de toekomst van Europa vrucht zullen dragen.
dr. H.J. LELOUX | |
Emigratie-congres te AmsterdamKort verslag van het Emigratie-congres te Amsterdam in het Sonesta-Hotel op 25 november 1982, georganiseerd door de Nederlandse Vereniging van Ouders, Familieleden en Vrienden van Emigranten O.V.E. te Delft in het kader van de viering van het 25-jarig bestaan.
Aan het emigratie-congres met als congresthema ‘De veranderde emigrant in een veranderde samenleving’ werd door vele leden en belangstellenden deelgenomen. Na een korte inleiding door de heer R. Vegelien, voorzitter van de vereniging, die met enkele welgekozen woorden het streven van de vereniging nader belichtte, werd door H.K.H. Prinses Margriet de officiële opening verricht door de onthulling van een eenvoudig publicatiebord waarop de vermelding ‘25-jaar Jubileum O.V.E.’ stond. Het programma omvatte o.m. inleidingen over:
- ‘Het Nederlandse overheidsbeleid inzake emigratie’, door de heer L. de Graaf, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De heer de Graaf betreurde het dat de vestigingsmogelijkheden in de traditionele bestemmingslanden sterk verminderd waren. Hij wil de mogelijkheden voor emigratie vanuit Nederland bevorderen door te zoeken naar meer landen, die daarvoor in aanmerking komen. Verschillende landen hebben thans belangstelling voor een selectief migratie-programma dat op hun behoeften is afgestemd. Men is echter afkerig van vestiging voor een periode langer dan 5 jaar. Voorts wordt gedacht aan het uitvoeren van integrale ontginningsprojecten in Brazilië. Dit jaar zouden ongeveer 6000 Nederlanders naar traditionele emigratielanden als Australië, Canada en Nieuw-Zeeland hebben kunnen vertrekken, maar verwacht wordt dat bij een ongewijzigd toelatingsbeleid van die landen dit aantal het komend jaar aanmerkelijk minder zal zijn.
- ‘Het Australisch migratie-beleid’ door de Australische Ambassadeur Z.E. Dr. J.W. Crawford Cumes.
De Australische Ambassadeur belichtte in zijn inleiding o.m. dat het Australische Regeringsbeleid nog steeds gericht is op een aanzienlijke immigratie. De recentelijk ingevoerde veranderingen in het beleid behelzen het voorrang geven aan familieleden van immigranten en aan personen, die bepaalde tekorten op de Australische arbeidsmarkt kunnen aanvullen. Immigratie uit Nederland, na een stijging in 1980 en 1981 is op een lager niveau gekomen en zal dit jaar voor ongeveer 1.700 personen mogelijk zijn.
- ‘IJzer en Staal’ (integratieproblematiek van Nederlandse immigranten in Noord-Amerika’), door Prof. Dr. Herman Ganzevoort, Associate Professor of History aan de Universiteit van Calgary (Canada).
Professor Ganzevoort merkte in zijn voordracht op dat aan de beslissing te emigreren een verscheidenheid aan motieven ten grondslag ligt. De economische drijfveer is echter de belangrijkste factor. Nederlandse emigranten zijn over het algemeen ook onvrijwillige emigranten, door de noodzaak gedwongen. Zij hebben nieuwe technieken doorgevoerd in diverse sectoren van het bedrijfsleven. Opgemerkt wordt dat de Nederlandse emigrant van nu minder taalproblemen heeft, zijn scholing beter en zijn technische training gelijkwaardig of beter is dan die bij vergelijkbare Noordamerikaanse instellingen.
- ‘Cultuurverschillen tussen Nederlanders en hun geëmigreerde familieleden’, door mevrouw Mieke Hollenbach-Melcher, O.V.E.-vertegenwoordigster in Calgary (Canada).
Mevrouw Hollenbach benadrukt in haar voordracht het grote belang van regelmatig bezoek van relaties van emigranten aan de emigratielanden. Het tijdstip van een bezoek dient in onderling overleg tot stand te komen. De Nederlandse relaties dienen er wel op te zijn voorbereid, dat zij bij een bezoek 24 uur per dag deel uitmaken van een gezin, veelal met kleine kinderen en teenagers, terwijl zij dat niet gewend zijn. Het komt ook nog al eens voor dat Nederlandse gasten verzuimen financieel bij te dragen in de logeerkosten. Ook in de emigratielanden zijn de kosten van levensonderhoud gestegen.
- ‘De veranderde emigrant in een veranderde samenleving’ door Dr. Peter Hofstede, cultuursocioloog aan de Rijksuniversiteit van Groningen.
De heer Hofstede bericht dat sinds 1978 de bereidheid om Nederland als emigratieland vaarwel te zeggen, sterk is opgeleefd. Onderzoek wijst uit dat die alweer ongeveer even groot is als in de tijd nà 1945. De problemen van nu zijn minder dan na de oorlog. De overheid en met haar anderen in den lande zijn voorstanders van hernieuwde emigratiebevordering. Een pijnlijk verschil met de situatie van destijds is dat ook in landen als Canada, Australië en Nieuw-Zeeland economische recessie heeft toegeslagen. Het enige lichtpunt vormt de relatie-emigratie, voortbouwend op het werk van de pioniers hoofdzakelijk vertrokken in de late jaren '40 en de beginjaren '50. Bij het onderhouden van dit unieke relatiewerk, dat een deel van de aardbol omspant, heeft de jubilerende O.V.E. een wezenlijke rol gespeeld. | |
[pagina 23]
| |
Het Congres werd besloten met een forumdiscussie. In het panel hadden zitting R. Vegelien, voorzitter O.V.E., J.L. Westhoff, directeur emigratie aan het Mij. v. Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Prof. Ganzevoort, Dr. Hofstede en Mieke Hollenbach-Melcher.
H.L. Janse Lid werkgroep ‘De Nederlanden in de Wereld’ |
|