| |
| |
| |
Het Algemeen-Nederlands Verbond in 1981
Inleiding
Op het algemeen-Nederlands vlak heeft ook in 1981 de ontwikkeling niet stilgestaan. In dit verband moet allereerst worden gewezen op de goedkeuring van het Taalunie-verdrag door de Nederlandse volksvertegenwoordiging en de Vlaamse Raad. Bij de totstandkoming daarvan heeft het ANV een grote rol gespeeld. De betekenis van dit verdrag mag niet over-, maar zeker ook niet onderschat worden. Juist door deze vorm van institutionalisering van de culturele samenwerking tussen Noord en Zuid worden er mogelijkheden geschapen die tot voor kort ondenkbaar waren. Het Verbond heeft dan ook grote verwachtingen van de uitwerking die aan de verdragsbepalingen zal worden gegeven.
Het is tegelijkertijd van mening dat de te ontplooien activiteiten van overheidswege een organisatie als het ANV niet overbodig maakt. Immers de naam die dit verdrag te dragen gekregen heeft, geeft al aan dat het uitsluitend betrekking zal hebben op het terrein van de taal. Weliswaar wordt dan een breed terrein bestreken, maar het is bepaald niet het hele gebied waarop de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen steeds meer gestalte moet gaan krijgen. Het is in dit raam dat een rol van betekenis is weggelegd voor het Algemeen-Nederlands Congres. Een eerste aanzet daartoe heeft plaats gevonden op het in oktober te Brussel gehouden 38e congres, waar een groot aantal werkgroepen ‘verslag’ heeft gedaan van het vele in stilte verrichte werk. Om het belang van het hernemen van dit initiatief te onderstrepen, wordt in dit verband gewezen op het besluit het congres als een vijfjaarlijks gebeuren te beschouwen.
Ook op het terrein van de radio-communicatie is een belangrijke stap voorwaarts in grensoverschrijdende richting gezet. De plannen met betrekking tot de gemeenschappelijke lange-golfzender zijn, ondanks de vele problemen en tegenslagen waarmee men af te rekenen heeft, toch weer dichter bij verwerkelijking gekomen. In grote lijnen is de blauwdruk klaar; de verdere uitvoering wacht op de afronding van de geldelijke kant van dit gezamenlijke project.
| |
Bestuurlijke activiteit
a. Dagelijks Bestuur
Om én gestalte te kunnen geven aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de gang van zaken binnen het Verbond én waar nodig coördinerend op te treden kwam het Dagelijks Bestuur in 1981 negen keer bijeen; deze vergaderingen werden beurtelings in Den Haag, Antwerpen en Roosendaal gehouden.
Evenals voorgaande jaren moest ook dit jaar een groot deel van de besprekingen gewijd worden aan het opstellen van de begroting. Om aan een verzoek van de leden van het Hoofdbestuur te voldoen meer geïnformeerd te worden over de activiteiten van het DB werd besloten na elke DB-vergadering een besluitenlijst aan de HB-leden toe te zenden.
Het nodige voorbereidende werk werd verricht met betrekking tot de bestuursverkiezing op de Algemene Vergadering. Het punt ‘Bestuur’ is trouwens vaker het onderwerp van bespreking geweest en wel naar aanleiding van het bedanken van de heren Cantrijn en Persyn; besproken werd op welke wijze de lege plaatsen weer ‘bemand’ zouden kunnen worden. Als uitvloeisel van de besprekingen werd o.a. ook aandacht geschonken aan de opzet van een doelgerichte ledenwerfactie.
Andere belangrijke agenda-punten waren de niet-vervanging van de heer Groothoff (zie Secretariaten) en de regeling van zijn afscheid. Ook werd in dit verband gesproken over de mogelijke toekomstige ontwikkeling van het Verbond (dit in samenhang met de verdere uitbouw van het ANC).
Daar in het jaar '81 weer Visser-Neerlandiaprijzen moesten worden uitgereikt, prijkte ook dit onderwerp op de agenda van menige vergadering. Daarbij ging het over de toekenning van de prijzen, de uitreiking en op welke wijze afscheid genomen moest worden van de voorzitter van de Visser-Neerlandia-Commissie, de heer Van Andel. Tevens werd een gedachtenwisseling op gang gebracht over de wenselijkheid te komen tot een aan deze tijd aangepaste procedure. Ook aan het Verbond gaan de bezuinigingsmaatregels van de beide overheden niet voorbij. Om meer zicht te krijgen op de activiteiten die binnen het raam van het ANV de komende jaren op het programma staan, legde het Ministerie van CRM ook aan het Verbond op zich te gaan bezinnen op een meerjarenplan.
| |
b. Hoofdbestuur
Het Hoofdbestuur kwam in 1981 drie keer in vergadering bijeen; deze bijeenkomsten werden in Roosendaal gehouden. Belangrijke punten van bespreking waren de exploitatierekening 1980 en de begroting 1981. In nauwe samenhang hiermee werd besloten dat werkgroepen voortaan niet eerder met de daadwerkelijke organisatie van b.v. een colloquium mogen beginnen alvorens de opgestelde begroting door het DB is goedgekeurd en het maximumbedrag heeft vastgesteld waarvoor het Verbond zich garant stelt bij tegenvallende inkomsten of uitgaven.
| |
| |
Ook dit jaar werd, voor zover de tijd het toeliet, door de voorzitters van de werkgroepen verslag gedaan van de activiteiten. Voorstellen die als gevolg daarvan werden ingediend werden besproken, zoals dat van de werkgroep ‘De Nederlanden in de Wereld’ met betrekking tot het gebruik van het Nederlands als werktaal in de EEG.
Eén van de taken van het Hoofdbestuur is de aanvragen voor de culturele Visser-Neerlandiaprijzen te behandelen. Op voorstel van het DB werd besloten dit jaar het daarvoor bestemde bedrag in zijn geheel toe te kennen aan het Algemeen-Nederlands Congres. Tevens werd besproken op welke wijze de uitreiking van de prijzen 1981 zou gaan plaatsvinden. Besloten werd dit in Brussel te doen en wel op het einde van de eerste congresdag (2-10-81) in het gebouw van de Vlaamse Raad. Van dit samenzijn zou ook gebruik worden gemaakt om afscheid te nemen van de heer Van Andel als lid en voorzitter van de Visser-Neerlandia-Commissie.
Volgens de bepalingen van de statuten, vastgesteld in de Algemene Vergadering van 9-6-'79 waren aan de beurt van aftreden de heren drs. M.J.A.R. Dittrich (herkiesbaar), L. Verbeke (herkiesbaar) en Dr. G.R. Piryns (niet herkiesbaar). Om Dr. Piryns toch voor een derde termijn in aanmerking te kunnen doen komen, werd besloten gebruik te maken van lid 5 van artikel 8. Naar aanleiding van dit punt werd twijfel geuit aan het functioneren van het DB naar het HB toe; in dit verband werd gepleit voor de toezending van de besluiten van de DB-vergaderingen aan de HB-leden. Ook het door CRM aan het ANV gevraagde meerjarenplan
Algemeen-Nederlands Congres te Brussel.
in het kader van de rijksbijdrageregeling was onderwerp van gesprek. Daaruit bleek duidelijk hoe moeilijk het ANV in deze regeling is in te passen, omdat het eigenlijk thuishoort bij ‘Internationale Betrekkingen’ dat in Nederland verdeeld is over drie departementen.
Verder werd nog van gedachten gewisseld over het ANV in de toekomst en over de vraag of het al dan niet gekoppeld zou moeten worden aan het ANC. In dit verband werd erop aangedrongen iets te ondernemen wat kan bijdragen tot verbetering van het beeld dat de buitenwacht heeft van het ANV.
| |
Algemene vergadering
Op 29 juni 1981 kwam het Verbond te Roosendaal in Algemene Vergadering bijeen. Meegedeeld werd dat de heer Cantrijn uit Antwerpen had gemeend te moeten bedanken als lid van het Hoofdbestuur; de voorzitter was de tolk van de aanwezigen door te herinneren aan al datgene wat hij in de voorbije jaren voor het Verbond had gedaan.
Tijdens deze bijeenkomst zou afscheid worden genomen van de heer Groothoff als directeur wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd; als gevolg van ziekte kon dit niet doorgaan. Meegedeeld werd dat dit te zijner tijd in besloten kring zou plaatsvinden.
Na de goedkeuring van de gebruikelijke stukken, zoals notulen van de vorige Algemene Vergadering, jaarverslag 1980, financieel verslag 1980 en begroting '81, werd overgegaan tot de bestuursverkiezing; de heren Dittrich, Verbeke en Piryns werden herkozen. Tot slot werd nog van gedachten gewisseld over de structuur van het ANC na het congres en de verhouding tussen ANV en ANC. In dit verband werd opgemerkt dat de werkgroepen ook na het congres moeten kunnen doorgaan. Het afbreken van de lijn, zoals in het verleden steeds het geval was, is de oorzaak van veel moeilijkheden als opnieuw een congres ingericht gaat worden; dit maakt een secretariaat noodzakelijk.
Het ANV is en blijft nauw betrokken bij de werkzaamheden van het ANC. Het is immers het ANV dat in het begin van de jaren zeventig heeft aangedrongen op versnelde aanpak van de culturele integratie. Dit heeft geresulteerd in de totstandkoming van het Taalunie-Verdrag. Hierbuiten valt echter een groot aantal terreinen van het brede, maatschappelijke leven; dit is onder meer aanleiding geweest opnieuw te komen tot de inrichting van een congres, het 38e in de rij van Algemeen-Nederlandse congressen. Het zal het streven van het ANV moeten zijn de voort- | |
| |
gang van dit gebeuren veilig te stellen, waarbij het zwaartepunt moet liggen op haalbare en wezenlijke projecten.
| |
Raad van advies
Onder de aanwezigen op de Algemene Vergadering was ook Dr. W.H. van den Berge in zijn functie van lid van de Raad van Advies. Hij was van mening dat deze raad, wilde die een functie hebben, minstens één keer per jaar bijeen zou moeten komen. Dat het hiertoe niet gekomen is, was niet te wijten aan de diverse aangewende pogingen. Uit de discussie bleek, dat ook al kwam men dan niet in vergadering bijeen, de raad toch wel heeft gefunctioneerd; meerdere malen hebben leden individueel tal van nuttige adviezen gegeven.
Op voorstel van de algemeen-voorzitter, Dr. H. Fayat, werd de Raad met twee personen uitgebreid; voorgedragen voor benoeming werden prof. Dr. H. Brugmans uit Brugge en prof. Dr. A. Gerlo uit Brussel. Per 31-12-81 telde de Raad van Advies 15 leden.
| |
Secretariaten
De bemanning van de secretariaten is in 1981 nogal gewijzigd vooral als gevolg van de pensionering van de directeur, de heer Groothoff. Gedurende een periode van dertien jaar heeft hij in deze functie het ANV naar buiten toe vertegenwoordigd. In deze jaren heeft de heer Groothoff ruimschoots de gelegenheid gekregen en gezocht om mee te denken aan een vormgeving van het ANV die meer passend was in het raam van een sterk veranderende tijd. Een eerste aanzet daartoe was het ‘Memorandum’ uit het begin van de zeventiger jaren; hij was bij de totstandkoming daarvan nauw betrokken. Ook moet vermeld worden het grote aandeel dat hij heeft gehad in de wijziging van de statuten die nodig was geworden als gevolg van de ‘nieuwe aanpak’. Tijdens het officiële afscheid, dat plaats vond na afloop van de laatste DB-vergadering van 1981 (op verzoek van de heer Groothoff in besloten kring gehouden) was voorzitter Dittrich de tolk van het Verbond toen hij hem hartelijk bedankte voor de grote inzet en de niet-aflatende ijver. Graag liet hij deze woorden vergezeld gaan van een passend aandenken.
Had het aanvankelijk in de bedoeling gelegen iemand aan te trekken die zowel een vertegenwoordigende als een coördinerende functie was toegedacht, als gevolg van de geldelijke toestand kon aan dat voornemen geen uitvoering worden gegeven, met name omdat ruimte gemaakt moest worden voor een verdere uitbouw van het Secretariaat-Vlaanderen.
Dit secretariaat, dat beheerd wordt door mevr. M. Knaepkens, kon daardoor uitgroeien tot een steunpunt van alle ANV-activiteiten in Vlaanderen. Aan deze activiteiten wordt met name gestalte gegeven door de werkgroepen. De werkgroepen, waarvoor Mevr. Knaepkens de secretariaatswerkzaamheden verzorgt, zijn onder andere, ‘Basisonderwijs’ en ‘Voortgezet Onderwijs’.
Met de dagelijkse leiding op het Verbondskantoor is nu belast de administrateur, de heer J. van Hoorn. In de uitoefening van zijn taak wordt hij bijgestaan door mevr. Visser die zich voornamelijk bezighoudt met secretariaatswerkzaamheden en mevr. Van Dijk, die onder meer belast is met alles dat verband houdt met de ledenadministratie en de verzending van Neerlandia. De werkgroepen die door het secretariaat Den Haag administratief worden begeleid zijn ‘Leraren Nederlands in Wallonië en West-Duitsland’ en ‘De Nederlanden in de wereld’. Om de heer Van Hoorn van de financiële administratie te ontslaan, zal de mogelijkheid worden onderzocht daarvoor iemand op deeltijdbaan-basis aan te trekken.
| |
Ledenbestand
De laatste jaren werd het Verbond telkens opnieuw geconfronteerd met het feit van een doorgaande afkalving van het ledenbestand. Een poging deze lijn in positieve zin om te buigen is geweest het op touw zetten van een gerichte ledenwerfactie. In de eerste fase werd een beroep op de leden gedaan om namen van personen die naar hun mening voor een lidmaatschap in aanmerking kwamen, aan de secretariaten door te geven. Helaas kon in Vlaanderen niet tot uitvoering van dit ‘luik’ overgegaan worden, maar in Nederland heeft deze actie geresulteerd in de aanmelding van 70 nieuwe leden. Helaas moesten eind 1981 69 bedankjes worden genoteerd, waardoor het ledenbestand dat ‘afhangt’ van het Secretariaat-Den Haag met slechts één vermeerderde.
Het is mee op grond van dit gegeven dat het ook voor de komende jaren een gebiedende eis is, dat aandacht geschonken wordt aan dit facet. Wil een organisatie als het ANV kunnen inspelen op de ontwikkelingen die zich in de nabije toekomst zullen gaan voltrekken tussen Nederland en Vlaanderen in het raam van het Taalunie-verdrag, dan is het zaak dat het draagvlak verbreed wordt.
Op dit punt kunnen de ANV-werkgroepen een zeer belangrijke bijdrage leveren. Gestalte als ze geven
| |
| |
aan een bonte waaier van activiteiten, geven ze uitstraling aan datgene wat het ANV voorstaat. Allereerst heeft dit tot gevolg dat het de bekendheid van het Verbond ten goede komt. In de tweede plaats kan er door deze werkgroepen een toestroming van nieuwe leden op gang gebracht worden, vanzelfsprekend als het is dat degenen die zich willen inzetten voor een bepaald facet, zich ook betrokken moeten weten bij het functioneren van het geheel.
| |
Neerlandia
In het algemeen-Nederlands tijdschrift ‘Neerlandia’ beschikt het ANV over een uitstekende spreekbuis. In de zes nummers die samen de 85e jaargang (1981) vormen, is over een veelheid van onderwerpen geschreven, zowel door leden van de redactie als door medewerkers. Zo werd onder meer gepoogd een antwoord te geven op de vraag wat culturele minderheden van Europa te verwachten hebben en werd de betekenis van ‘De Brakke Grond’ voor de integratie van Noord en Zuid onderstreept. Verder werd aandacht geschonken aan de Brusselse situatie, het onderwijs in het Nederlands in de Duitse Bondsrepubliek en aan Radio Delta als stem van de lage landen. Van één nummer was de inhoud grotendeels gewijd aan het in oktober te Brussel gehouden 38e Algemeen-Nederlands Congres.
De spreekbuisfunctie komt vooral sterk uit in de ‘verslaggeving’ van de activiteiten die in ANV-verband plaatsvinden; in het bijzonder gaat het hierbij over datgene dat door de werkgroepen wordt gedaan. Om elkaar in Noord en Zuid te informeren over de gang van zaken op het politieke terrein is de rubriek ‘Spiegel der Nederlanden’ van grote betekenis. Helaas moest de Vlaamse tegenhanger nogal eens ontbreken als gevolg van het feit dat niemand bereid gevonden kon worden dit overzicht te verzorgen.
De redactie kwam één keer in vergadering bijeen en wel in december om zich te beraden over de grote lijn van de 86e jaargang. De redactie prijst zich gelukkig dat de heer Groothoff, al heeft hij dan afscheid genomen als directeur van het Verbond, toch zijn medewerking wil blijven verlenen aan ‘Neerlandia’. Uiteraard wordt ‘Neerlandia’ toegestuurd aan alle leden. Maar om de algemeen-Nederlandse gedachte ook in bredere kring te kunnen uitdragen, wordt het ook toegestuurd aan de pers-adressen, waaraan aankondigingen over ANV-activiteiten worden gezonden. Verder wordt het gezonden aan diverse ministeries, de leden van de vaste commissies voor ‘cultuur en recreatie’ en ‘Onderwijs en Wetenschappen’ van de Eerste en Tweede Kamer en instellingen waarvan het goed is dat ze op de hoogte zijn van de activiteiten van het ANV.
| |
Visser-Neerlandiaprijzen
Voor de uitreiking van de Visser-Neerlandiaprijzen 1980 was men deze keer gast in Brussel. In aansluiting op de eerste dag van het 38ste Algemeen-Nederlands Congres had deze plechtigheid plaats in de bibliotheek van de Vlaamse Raad in het Paleis der Natie. Nadat de heer Boel in zijn functie van voorzitter van de Vlaamse Raad de aanwezigen had welkom geheten, onderstreepte de algemeen-voorzitter, Dr. H. Fayat, in enkele zinnen de betekenis van deze prijsuitreiking.
Daarna werden de prijzen voor persoonlijke verdiensten door de scheidende voorzitter van de Visser-Neerlandiacommissie uitgereikt aan M. van Haegendoren, C. de Ridder, Mevr. L. 't Hart, Zuster Van der Mast en het echtpaar Van den Brakel. De welzijnsprijzen werden uitgereikt door de heer Dittrich, voorzitter Nederland van het ANV en wel aan Amnesty International, Brusselse Welzijnsraad, Oikonde te Leuven en De Regenboog te Amsterdam. Eveneens reikte hij de culturele prijs uit, die door het Hoofdbestuur van het Verbond was toegekend aan het Algemeen-Nederlands Congres.
Vervolgens bedankte hij namens het bestuur de heer Van Andel voor zijn jarenlange arbeid in de commissie, eerst als lid en later als voorzitter. De heer Dittrich onderstreepte zijn woorden met de overhandiging van een passend geschenk. Namens de prijswinnaars bedankte de heer De Ridder, waarna deze uitreiking werd besloten met een receptie.
Zoals hierboven al is vermeld, is in 1981 de voorzitter van de Visser-Neerlandiacommissie, de heer W.M. van Andel uit Den Haag, afgetreden. Eveneens trad in dit jaar af wegens drukke ambtsbezigheden de heer mr. Ph. Houben uit Enschede. Deze mutaties hebben tot gevolg gehad dat de Visser-Neerlandiacommissie per 31-12-81 nog bestond uit negen leden.
| |
Boekverspreiding
Deze wordt in hoofdzaak bepaald door de aanbevelingen van de werkgroep ‘Leraren Nederlands in de grensgebieden’. In 1981 werden langs deze weg en langs die van de werkgroep ‘Leraren Nederlands in Wallonië’ boeken en lesmateriaal ter beschikking gesteld voor het geven van Nederlandse lessen aan middelbare scholen in West-Duitsland en Wallonië.
| |
| |
Verder werden zowel boeken als tijdschriften en lesmateriaal voor cursussen Nederlands verstuurd naar de Verenigde Staten, Indonesië en Frans-Vlaanderen.
| |
Werkgroepen
a. Basisonderwijs
De activiteiten van deze werkgroep hebben in 1981 voor een belangrijk deel in het teken van de voorbereiding gestaan. Allereerst was daar het congresgebeuren in oktober te Brussel, waarover het basisdocument moest worden samengesteld om gebruikt te kunnen worden als uitgangspunt van de forumdiscussie. De onderwerpen die werden aangesneden waren: Gelijkschakeling diploma's, De taal in het onderwijs, De leerkracht in de veranderende maatschappij en Samenwerking Vormings- en Ontwikkelingswerk en Onderwijs. In een aparte bijeenkomst werd dit onderwerp vanuit beide invalshoeken later nog verder uitgediept.
In de tweede plaats was daar het algemeen-Nederlands colloquium over ‘De leerkracht in de veranderende maatschappij’. Deze studiebijeenkomst werd weliswaar niet in 1981 gehouden (13-3-82) maar een groot deel van het voorbereidingswerk moest wel in dit jaar worden verzet, wilde men tijdig met de inrichting kunnen klaarkomen.
Andere activiteiten hadden betrekking op het bevorderen van de briefwisseling tussen leerlingen van lagere scholen in Nederland en Vlaanderen en het op het getouw zetten van een studie over het wiskundeonderwijs op de basisschool.
| |
b. De Nederlanden in de wereld
Deze werkgroep, die in 1981 acht maal in vergadering bijeenkwam, hield zich in het raam van het congresgebeuren voornamelijk bezig met het inventariseren van de Nederlandse en Vlaamse aanwezigheid in het buitenland. Naar aanleiding daarvan werd een studie op schrift gezet, waarin met name werd ingegaan op de vraag in welke mate er behoefte bij de uitgeweken Nederlanders en Vlamingen bestaat aan handhaving van sociale en culturele banden met Nederland en België.
In ditzelfde raam past ook de inventarisatie die werd opgemaakt om inzicht te krijgen waar en op welke wijze het vak Nederlands elders wordt onderwezen. In aansluiting hierop kwam de werkgroep tot de opstelling van een aantal aanbevelingen voor een gezamenlijke aanpak van Nederland en Vlaanderen met betrekking tot het buitenlands cultureel beleid. Dit alles werd verwerkt in een document dat werd gepresenteerd op het 38ste Algemeen-Nederlands Congres te Brussel in oktober '81.
In verband met de toekomstige werking werd besloten zo mogelijk in het najaar van 1982 een deelcongres in te richten om daar de aan de orde gestelde onderwerpen (zoals ze werden samengevat in de stellingen van de werkgroep) in een bredere kring verder uit te diepen.
| |
c. Leraren Nederlands in de grensgebieden
De activiteiten van deze werkgroep hebben voornamelijk betrekking op leraren Nederlands in het voortgezet onderwijs in Noordrijnland-Westfalen, Wallonië, Brussel en Frans-Vlaanderen. Een belangrijk punt van bespreking was het uitgebrachte rapport over de in het najaar '80 te Bemelen belegde studiedagen. Duidelijk kwam naar voren dat met name de mogelijkheid informeel met elkaar van gedachten te kunnen wisselen zeer op prijs gesteld werd. Ook werd de mogelijkheid onder ogen gezien tot een verruiming van de opzet van schooluitwisseling te komen; vooral van de kant van de deelstaat Noordrijnland-Westfalen bestaat hiervoor grote belangstelling.
Besloten werd de plannen voor de inrichting van studiedagen voor leraren Nederlands in de hierboven genoemde gebieden uit te werken tegen September 1982. Hierbij wil de werkgroep ook de volkshogescholen uit Noordrijnland-Westfalen gaan betrekken om zo het draagvlak voor die dagen te kunnen vergroten. Eén van de medeoprichters van de werkgroep, nl. de heer Combecher was van mening dat in verband met zijn pensionering voor hem het ogenblik was aangebroken te bedanken als lid. Onder dankzegging voor het vele door hem verrichte werk werd van deze mededeling kennis genomen. Om geen lege plaats achter te laten, stelde hij voor in zijn plaats de heren Braam en Bongers uit te nodigen tot de werkgroep toe te treden.
Elk jaar opnieuw levert de werkgroep een belangrijke bijdrage aan de vaststelling van de besteding van de gelden in het raam van een gerichte boekverspreiding. Dit geld wordt aangewend voor de aanschaf van boeken en lesmateriaal ten behoeve van het onderwijs in het Nederlands in het werkgebied van de werkgroep.
| |
d. Literatuurlijk
Jongeren die op de een of andere wijze creatief bezig willen zijn op literair gebied hebben vaak te kampen met allerlei moeilijkheden. Ook zijn ze er vaak niet zeker van of hun werk wel zoveel waarde heeft dat
| |
| |
het de moeite loont ermee naar buiten te komen. Jonge mensen tussen 17 en 30 jaar die op dit terrein een helpende hand toegestoken willen krijgen, kunnen daarvoor terecht bij de werkgroep ‘Literatuurlijk’. Hun werk wordt beoordeeld door mensen met literaire ervaring; zij zijn het ook die een keuze maken uit het ingezonden werk dat opgenomen wordt in een bundel die daarna op zo ruim mogelijke schaal verspreid wordt. Op deze wijze wil deze werkgroep jonge dichters en prozaschrijvers in contact brengen met lezers en hun langs deze weg de kans bieden hun talent verder te ontwikkelen.
Behalve deze individuele beoordeling worden ook contactdagen ingericht (Eindhoven) waar de inzenders met elkaar van gedachten kunnen wisselen en in samenspraak met de werkgroep ideeën kunnen ontwikkelen voor verder activiteiten. Ook gesprekken met de beoordelaars van hun werk behoren tot de mogelijkheden.
Voor het tweede project lag de klemtoon op de provincies Noord-Brabant en Antwerpen. Uit het aantal inzendingen (250) mocht opnieuw worden afgeleid dat deze opzet zeer gewaardeerd wordt. Inmiddels is tegen het einde van '81 het voorbereidingswerk voor het volgende project afgerond; daarvoor zullen de provincies Zeeland en Oost- en West-Vlaanderen in het middelpunt staan.
Drie laureaten van ‘De Topjournalist’ voor ‘De brakke grond’ te Amsterdam
| |
e. Ontdek de topjournalist
Op 25 mei 1981 werd door de jury (bestaande uit de heren Cas Goossens, Kees Middelhoff, Joop Reinboud en Jan Verdonck) de uitslag van de wedstrijd 1980-'81 bekend gemaakt. In totaal waren 173 werkstukken ter beoordeling ingezonden, waarbij het opvallend was, dat er uit Vlaanderen ruim vier keer zoveel waren ontvangen als uit Nederland (139-34). Van de toegekende hoofdprijzen gingen er acht naar Vlaanderen en drie naar Nederland en voor de ‘eervolle vermelding’ kwamen zeven deelnemers uit Vlaanderen en vier uit Nederland in aanmerking; voor twee opdrachten konden geen prijzen worden toegekend.
Naar aanleiding van de opdracht ‘Stripverhaal’ heeft de jury zich afgevraagd of dit zich bij de jeugd nog wel in dezelfde belangstelling mag verheugen als enkele jaren geleden. Aan de opdracht ‘Poppenspel’ bleken heel wat jongeren uit de groep tot en met 12 jaar zicb vertild te hebben; in overweging werd gegeven deze opgave een volgende keer aan een oudere groep als keuze-mogelijkheid voor te leggen. De opstellen over ‘De man/vrouw van het jaar’ waren goed van keuze en voldoende afstandelijk gemotiveerd.
Voor de leeftijdsgroep 12 tot en met 16 jaar bleef het peil van de inzendingen beneden dat van vorige jaren. Dat was bepaald niet het geval met de derde categorie (17 t/m 20); het kostte de jury veel inspanning te besluiten welke de beste inzending was. Betreurd werd dat zo weinig gebruik gemaakt was van de gesproken journalistiek.
In een nabeschouwing vestigde de jury de aandacht op de moeilijkheid om bij de beoordeling de opzet van deze wedstrijd voldoende aan zijn trekken te laten komen. De vaak voortreffelijk geschreven beschouwingen hadden over het algemeen te weinig werkelijk journalistieke kwaliteiten.
| |
f. Taalgebruik
In het voorbije jaar heeft deze werkgroep weer onafgebroken op het vinkentouw gezeten, bedacht als de leden waren op overtredingen van de taalwetgeving. Het grote brandpunt van hun activiteiten is nog altijd het gebied van Brussel-Hoofdstad.
Daar kregen 300 van de belangrijkste bedrijven een schrijven waarin gevraagd werd art. 52 van de bestaande taalwet stipt toe te passen en toe te zien op de eerbiediging van het tweetalige karakter van het hoofdstedelijk gebied. In hetzelfde vlak lag de actie die de bedrijven herinnerde aan de belofte een tweetalige reclame te voeren.
| |
| |
Bordurend op hetzelfde stramien werden onder meer 167 Brusselse en Vlaamsbrabantse notarissen aangeschreven en ging een soortgelijk schrijven uit naar de Brusselse curatoren en kunstgalerijen. Naar aanleiding hiervan werd door de voorzitter van de Brusselse Rechtbank van Koophandel alle medewerking toegezegd en gingen enkele galerijen een tweetalige koers varen.
Verder ontvingen de zes landelijke ziekenfondsen een verzoek te willen bevorderen dat in de gewestelijke en plaatselijke afdelingen de taalwetten op de juiste manier worden nageleefd. Eenzelfde soort verzoek ging uit naar de verzekeringsmaatschappijen en de Brusselse en Vlaamse makelaars.
Een tweede brandpunt van werkgroep-activiteit was de kuststreek. Daar zijn nog altijd warenhuizen en middenstandszaken waarvan de leidinggevenden blijkbaar niet te veel weet hebben van het bestaan van een taalwetgeving. Om hen daarvan nog maar eens op de hoogte te brengen, werd een aantal acties gevoerd, waarin werd samengewerkt met het ‘Vlaams Komitee voor Brussel’, ‘Vlaamse Volksbeweging’ en de ‘Federatie Vlaamse Vrouwengroepen’.
Al deze inspanningen blijken elk jaar opnieuw nodig te zijn; de niet-naleving van de taalwetten moet blijvend aan de kaak gesteld worden. Verheugend is het, ondanks de vele negatieve ervaringen die opgedaan worden, dat toch mag worden vastgesteld dat er geleidelijk aan verbetering in de toestand gaat komen.
| |
g. Voortgezet Onderwijs
In 1981 belegde deze werkgroep een viertal ontmoetingsdagen, die tot doel hadden de deelnemers de gelegenheid te geven zichzelf te peilen in relatie tot het begeleiden en omgaan met jeugdigen.
| |
Afdelingen
Per 31-12-81 telde het ANV nog acht plaatselijke afdelingen. Van dit achttal hebben Utrecht en Rotterdam niets van zich laten horen en is van de afd. Dordrecht bericht ontvangen dat die per 1-1-82 als opgeheven beschouwd kon worden.
| |
a. Afdeling Amsterdam
De belangrijkste activiteit heeft bestaan in het teken van het afscheid. Op 28 november nam de heer Kutsch Lojenga afscheid als secretaris-penningmeester. Namens het Hoofdbestuur van het ANV werd de dank voor het vele dat de scheidende functionaris voor zowel de afdeling Amsterdam als het Verbond heeft gedaan, overgebracht door de heer Burger.
| |
b. Afdeling Brussel
In samenwerking met de afd. Brussel van het Verbond der Vlaamse Academici en het Oud Katholiek Studentencorps Brussel konden voor 1981 drie activiteiten tot uitvoering gebracht worden. Zo hield op 13 maart prof. Dr. A. Verheirstraeten een lezing over ‘De financiële stromen tussen de gewesten in België’ en hadden op 16 mei en 24 oktober uitstappen plaats, respectievelijk naar West-Brabant en het Oude Land van Edingen.
| |
c. Afdeling Den Haag
Op 28 februari kwam de afdeling in vergadering bijeen om te luisteren naar een lezing van de Kortrijkse letterkundige André Demedts over de Franse Nederlanden. Voor 9 mei stond een voorjaarstocht naar Amerongen op het programma, maar als gevolg van een staking van het bus- en trampersoneel kon daar niets van komen. Op 30 mei werden de leden in de gelegenheid gesteld onder leiding van de heer Korteweg nog één keer te genieten van de sfeer in het oude gebouw van het Letterkundig Museum. Voor 13 juni werd een dagtocht uitgeschreven naar Leuven. Een kleine week later, n.l. op 18 juni kwam de afdeling in jaarlijkse ledenvergadering bijeen; er werd onder meer gesproken over de verhouding tussen het afdelingsbestuur en het Hoofdbestuur. Als laatste punt stond op het programma een vierdaagse (van 6 t/m 9 September) bustocht naar Bentheim en Munster.
| |
d. Afdeling Kaapstad
Deze afdeling kan terugzien op een zeer geslaagd jaar. Een omvangrijk programma, dat uitblonk in verscheidenheid, kon afgewerkt worden. Zo werden drie filmavonden, twee kunstavonden en twee muziekavonden ingericht. Verder werden de leden zes keer in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan een uitstap. Om te weten te komen hoe er onder de leden gedacht werd over deze activiteitenwaaier, werd daarnaar door middel van een vragenlijst een onderzoek ingesteld.
Op 1 april kwam de afdeling in jaarlijkse algemene ledenvergadering bijeen. Tijdens deze bijeenkomst werden de nieuwe leden attent gemaakt op het bestaan van ‘De Boekerij’, de grootste Nederlandstalige bibliotheek buiten de Benelux.
Zeer belangrijk was de bijzondere ledenvergadering van 4 augustus, toen werd gesproken over de moge- | |
| |
lijkheid een pand in het centrum van Kaapstad aan te kopen om dat te kunnen inrichten als eigen gebouw. Tevens zou het kunnen fungeren als centraal ontmoetingspunt voor de hele Nederlandssprekende gemeenschap in Kaapstad. Tot een definitieve beslissing kwam men nog niet; besloten werd eerst een onafhankelijke commissie een onderzoek te laten instellen naar de uitvoerbaarheid van het plan.
| |
e. Afdeling Limburg
Over de meest uiteenlopende onderwerpen hebben de leden van deze afdeling zich in de loop van het voorbije jaar kunnen laten informeren. Ze hadden de keus tussen een voordracht over het Albertkanaal en het Uitdijende Heelal en tussen Hekserij, vroeger en nu en de Evolutie van het wetenschappelijk denken. Voor de noodzakelijke afwisseling werd gezorgd door een TV-journalist en een politicus. Verder stonden er vijf rondleidingen op het programma, waaronder één door Maastricht en een door de Ford-autofabrieken te Genk.
Ook in toeristisch opzicht kon de leden het één en ander worden aangeboden. Zo kon men in de junimaand mee met een vliegreis naar Praag en was men in november in de gelegenheid in te schrijven voor een weekend in de Westvlaamse polders.
| |
Vertegenwoordiging
Het afgelopen jaar was het ANV vertegenwoordigd op:
‘De Brakke Grond’ te Amsterdam.
- | het Congres van het Algemeen-Nederlands Studentenverbond in Brussel op 11 april door enkele medewerkers van het secretariaat van het ANC; |
- | de opening van het Vlaamse Cultureel Centrum ‘De Brakke Grond’ in Amsterdam op 23 mei door een delegatie van het dagbestuur; |
- | het 60-ste jaarcongres van de Nederlandse Bond in Duitsland in Dortmund op 10 oktober door de heer LC. Kutsch Lojenga; |
- | de slotavond van het ‘taaltoernooi’ van het Genootschap Onze Taal in Den Haag op 18 november door de heer P. Burger; |
- | het afscheid van de heer L.C. Kutsch Lojenga als secretaris-penningmeester van de afdeling Amsterdam op 28 november door de heer P. Burger; |
- | het jaarlijks congres van het Genootschap Onze Taal in Den Haag op 21 november door de heer J. de Kruys. |
| |
Diversen
- | De heren G. Groothoff en J. de Kruys hebben zitting in de Commissie Duidelijke Taal, die destijds bekendheid kreeg door het voorzitterschap van de heer A. Vondeling. Deze commissie bekommert zich om het schriftelijk taalgebruik bij overheids-instanties. Jaarlijks wordt een onderwerp bepaald, waarover werkstukken kunnen worden ingezonden, die door een jury beoordeeld worden. De heer De Kruys is voorzitter van deze jury. |
- | In de loop van het voorbije jaar werden vragen beantwoord over en documentatie toegezonden aan:
de stand van zaken over een op te richten Nederlands Huis te Brussel; |
adres van een hoogleraar Neerlandistiek in Engeland; |
de Frans-Vlaamse cultuurdagen; |
bestuurssamenstelling van het ANV; |
adressen ter beoordeling van literair werk; |
vroegere door het ANV gehouden taalacties. |
|
- | In de loop van het jaar werd het archief dat zich in het gebouw aan de Surinamestraat bevindt en het deel dat is ondergebracht in het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven te Antwerpen (stukken van voor 1950) meerdere malen geraadpleegd. |
Marten HEIDA
|
|