Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 86 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 86
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 86Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 86

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 86

(1982)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 53]
[p. 53]

Omtrent het boek

Op 26 en 27 maart 1982 vond in het Limburgs Universitair Centrum te Diepenbeek het eerste lustrumsymposion omtrent het boek plaats. Het thema was ‘Aspecten van het beleid, realisatie, verspreiding en gebruik voor het boek in noord en zuid’. Referaten werden gehouden door C. Van Baelen, W. Dehennin, J. Fleerackers, A. Grypdonck, F. Heymans, E. Heidbuchel, M. Janssens, C. Neutjens, R. Pameleire (Vlaanderen) en S.P. Berger, E. Bol, J. Hemels, H.J.M. Nelissen, F.J.W. Stein, H.J. Voorbij (Nederland). De referaten worden in boekvorm uitgegeven door Heideland-Orbis te Hasselt en het boek zal in het najaar 1982 beschikbaar zijn. In onderstaande bijdrage geeft de organisator van het symposion enig zicht op de perspectieven die uit het symposion kunnen worden afgeleid.

 

Wie symposia of congressen bijwoont omtrent de moderne, de elektronische media kan wel eens - tegen beter weten in - gemakkelijk de indruk krijgen dat het boek niet (meer) bestaat of (zelfs) nooit bestaan heeft. Al blijkt dan na de wetenschappelijke bijeenkomst toch wel dat het boek nog (?) noodzakelijk is, want de resultaten van die symposia of congressen worden dan toch maar in boekvorm gepubliceerd en verspreid. Het zijn diezelfde wetenschappers van de moderne media die de betiteling ‘informatie-maatschappij’ voor de door hen voorgespiegelde samenleving opeisen. Volkomen ten onrechte, want de menselijke samenleving is altijd al een ‘informatie-samenleving’ geweest. De informatiestroom is alleen maar veel intensiever geworden, maar dat is eerder ook al het geval geweest, vanaf de uitvinding van de boekdruktechniek, en ook gemotoriseerde transportmiddelen en radio hebben daar in de loop van de geschiedenis toe bijgedragen.

 

Daarom is het goed te reflecteren over het boek in onze huidige samenleving, gezien als een samenleving waarin informatie en vooral communicatie basiselementen zijn van onze cultuur in heel haar ontwikkeling en in haar voortbestaan.

 

Uit wat hier aan denk- en doe-materiaal werd samengebracht kunnen enkele hoofdpunten naar voren worden gebracht die dan aanknopingspunten kunnen zijn voor verder denken en handelen.

 

Een eerste kern die het fenomeen boek in zijn wezen en in zijn functie determineert is de stelling dat het boek als cultuurinstrument uiteindelijk dient benaderd vanuit het standpunt van de lezer of de gebruiker. Inzicht in het communicatieproces en in het lezen als cultuurtechniek is dan ook belangrijk als grondslag voor de spreiding van kennis en cultuur via een medium dat een hoge graad van ‘zelfbeschikkingsrecht’ aan de lezer of gebruiker overlaat. De zorg om de begeleiding van de lezer bij zijn keuze en bij zijn gebruik van het medium ‘boek’ is daarom ook een dwingende taak voor wie o.a. via het boek tot cultuurbeleid wil bijdragen.

 

Het gehele boekproces is verder niets anders dan een logistiek gebeuren dat mogelijkheden moet creëren en ondersteunend werkt.

 

Zo is er de logistiek van bibliotheek en bibliografie. De bibliothecaris krijgt meer en meer een maatschappelijke rol in zijn taken van voorlichting en begeleiding van de lezer. Hij wordt een professioneel in lezersbegeleiding. De bibliotheek krijgt daardoor een nieuwe dimensie in haar maatschappelijke rol van medium voor vorming en culturele promotie.

 

De vooruitgang van de elektronische technologie schept ook nieuwe mogelijkheden voor boek- en bibliotheekwezen. Nieuwe media-vormen kunnen hier informatieprocessen efficiënter en effectiever maken.

 

Aan de orde zijn hier zowel voor de boekenbranche als voor de bibliotheekactiviteit de mogelijkheden die als informatie-logistiek geboden worden. Een bijzonder aspect daarvan is de inhoudelijke bibliografische ondersteuning. Voor het éne taalgebied is het van groot belang hiervoor tot een integratie te komen.

 

Een goed boek betekent in zijn aanwending een mogelijke investering in menselijk kapitaal. De communicatie via het boek maakt die investering mogelijk.

 

In een tijd waarin kennis en informatie steeds maar belangrijker worden, moet daar aandacht aan besteed worden. Investeren in menselijk kapitaal is anderzijds bijzonder belangrijk voor een bedrijvigheidstak waar het doorgeven van informatie en de begeleiding bij het kiezen van informatiedragers zo intensief deel uitmaakt van de functie. Opleiding en vorming van managers en personeel in een branche die een belangrijke rol vervult in de maatschappelijke, wetenschappelijke en culturele communicatie verdient daarom bijzondere aandacht. Twee aspecten van deze professionalisering verdienen daarbij bijzondere aandacht: nl. dat ook hier een begeleiding van de lezer als kundigheid en als opdracht aanwezig dient te zijn,

[pagina 54]
[p. 54]

en verder, dat de culturele taak in haar verwevenheid met economische belangen, blijvend moet kunnen gewaarborgd worden in haar uitvoering en haar effectiviteit. Ook opleiding en vorming voor bibliotheekmedewerkers verdient aandacht in de vernieuwende optiek omtrent wat een bibliotheek moet zijn.

 

Over de identiteit, over de eigen functionaliteit van het boek is in feite nog relatief (te) weinig bekend.

 

Het is meer dan ooit (mede in de confrontatie met andere media) noodzakelijk daaromtrent meer inzicht te krijgen. Wetenschappelijke benadering moet dit mogelijk maken. Uitgangspunt hiervoor moet zijn, het boekcommunicatieproces als geheel, los van elk reductionisme dat leidt tot een te enge benadering van het boek in bepaalde van zijn deelaspecten. Het boekcommunicatieproces moet transparant gemaakt worden. Met als centraal objectief de lezer en gebruiker, dient aandacht gegeven aan analyse en synthese van het proces in een systeemsamenhang. Maar ook moeten de (beleids)middelen gegeven worden om de functionaliteit van dit proces te beheersen.

 

Het boek mag niet gezien worden in het enge economische proces van produkten en distributie, van markt en prijs. Het mag en moet economisch benaderd worden, maar dan in het raam van een veralgemeende sociale en algemeen-menselijke benadering van wat economie is: het spanningsveld tussen doeleinden en middelen. En in dit spanningsveld dient dan een hiërarchie van waarden opgebouwd. En het is duidelijk dat het algemeen welbevinden voorrang krijgt op privé-economische belangen. In de mate dat het boek tot dat welzijn bijdraagt dient de werking ervan ondersteund. Dit betekent dat niet de uitgever of de boekverkoper bescherming verdienen, maar dat die bescherming moet gaan naar de lezer of het lezen.

 

En dat alleen in een ondergeschikte orde het economische proces van produktie en distributie aandacht dient te krijgen en wel in functie van de hogere sociale en culturele doeleinden.

 

Het imago van het lezen leidt thans in deze tijd van neo-analfabetisme tot het beeld van een spannende bezigheid vergeleken met het gebruik van andere technologisch-gevorderde media. Anderzijds dreigt de imagovorming van het boek onder de invloed van commercialisering het cultuurmedium te herleiden tot een banaal consumptieprodukt. Na te streven is daarom een gecorrigeerd imago dat aanleunt bij de identiteit en dat de menselijke en maatschappelijke waarden van het lezen erkent.

 

Promotie van boek en lezen moet gericht worden op een imago-opbouw die verwijst naar de geboden waarden. Voorlichting i.v.m. boek en lezen en vorming om een goed boeken- en leesconsument te worden zijn belangrijk. Het gaat om een maatschappelijke taak die vooral kan toebedeeld worden aan overheid, onderwijs, bibliotheekwezen, de andere media en de recensenten. Maar ook de boekenbranche zelf gaat hier niet vrij uit. Collectieve promotie van het boek dient bevorderd mits ze gericht is op de waarden die via boek en lezen worden behouden.

 

In een meer algemeen perspectief heeft de overheid tot taak in te staan voor een voorwaardenscheppend beleid, een stimulerend en promoverend beleid en indien nodig een beschermend beleid. Wie op dat niveau verantwoordelijkheid draagt moet vooral een plaats geven aan het boek en het lezen in het cultuurbeleid en inzicht hebben in de relatie tusen dit beleid en de markteconomie die voor het boek toch belangrijk blijft. Waar nodig zal moeten ingegrepen worden om het marktmechanisme mogelijk te maken, maar dat ingrijpen moet dan prioritair gericht zijn op het sociale en culturele effect, waaraan privé-economische belangen ondergeschikt zijn. Het verzekeren van de communicatie van waarden die een bijzondere impact hebben op de groei in welzijn, kennis en kundigheid blijft primordiaal. Evenzeer dient de overheid het boek een plaats te geven in het mediabeleid, waarbij de veelheid en de diepgang van wat boeken te bieden hebben gesteld wordt tegenover het vluchtig karakter dat eigen is aan andere media.

 

Binnen de culturele gemeenschap van Nederland-Vlaanderen, binnen het Nederlandse Culturele Gemenebest, verdient het boek bijzondere aandacht. Culturele samenwerking en integratie veronderstellen allereerst gemeenschappelijkheid in de instrumentatie en in de logistieke ondersteuning. Het boek is bij uitstek een cultuur-vergemeenschappelijkend instrument.

 

De eenheid van de cultuurtaal bevordert bovendien deze werking. Op alle verantwoordelijkheidsniveaus moet wie met boeken bezig is dit bijzondere aspect binnen het Nederlandse cultuurgebied in acht nemen en het boekproces in Nederland-Vlaanderen en over en weer bevorderen. De concretisering van het Taalunieverdrag maakt het bovendien mogelijk dat over de Noord-Zuid grens heen met het geschetste totaalbeeld van het boekcommunicatieproces rekening wordt gehouden.

 

De nood aan een op boek en lezen afgestemd samenwerkingsverband dat het boekcommunicatiepro-

[pagina 55]
[p. 55]

ces als geheel overspant, werd sterk benadrukt. Het is zeer nuttig in dit verband aandacht te vragen voor een initiatief dat gegroeid is uit de jaarlijkse ‘Manifestaties Boek’ in het Limburgs Universitair Centrum te Diepenbeek. Het gaat om de ‘Stichting Boek’ die als v.z.w. opgericht werd op 25 juni 1981 en waarvan de activiteit plaats vindt onder de auspiciën van het L.U.C..

 

De Stichting wil vernieuwend en stimulerend zijn op het gebied van het boek en het boekwezen. De initiatiefnemers hebben als doel gesteld de cultuur van en door het boek te bevorderen in de Vlaamse gemeenschap en verder in de Nederlandse cultuurgemeenschap over de staatkundige grenzen heen. Het is de bedoeling een aandrijvende kracht tot stand te brengen voor initiatieven ter begunstiging van het boek in zijn indringende rol als communicatiemedium en cultuurinstrument en van het boekwezen (bibliotheekwezen, boekenvak, enz.) in zijn middelaarsrol tussen auteurs en lezers. De Stichting wil een platform realiseren en als zodanig beschikbaar zijn voor activiteiten omtrent inzicht in en ontwikkeling van het boekcommunicatieproces. De Stichting wil activiteiten ontplooien of stimuleren op het gebied van vorming, ontwikkeling, promotie en wetenschappelijk draagvlak voor het boek. Het onderhouden van contacten, het bijdragen tot samenwerking en de publikatie van verantwoorde studie omtrent het boek behoren hier eveneens toe. In menig opzicht is daarmede een initiatief genomen, dat in enkele jaren tijds in starke mate vorm en inhoud heeft gekregen, zoals de Britse ‘National Book League’ en de ‘Deutsche Lesegesellschaft’.

 

Tot voor de hand liggende in een nabije toekomst uit te werken initiatieven behoren: een wetenschappelijk colloquium omtrent het boekcommunicatieproces en de maatschappelijke betekenis van het boek, een symposion over het boek in het medialandschap, een studiedag over de grafische vormgeving van het boek, een symposion over de boekenconsument: de lezer en gebruiker, de verdere ontwikkeling van een samenwerkingsverband voor het boek in Noord en Zuid, en zelfs een symposion over de toekomst van het boek in de Europese cultuur. Blijvende aandacht moet bovendien gaan naar het boekbeleid.

 

Aandacht is ook noodzakelijk voor een Raad voor het Boek, die in de, hier reeds vooropgestelde, ruime maatschappelijke context is opgevat, waarin alle partijen die bij boek en lezen betrokken zijn kunnen teruggevonden worden en een geïntegreerde bijdrage kunnen leveren ten gunste van het functioneren van het boekcommunicatieproces.

 

In de maatschappelijke ontwikkeling moet aandacht gegeven worden aan alle cultuurinstrumenten. En daarmede is zeker niet bedoeld het bevorderen of bevestigen van een cultus. Geen cultus van het boek, evenmin als een cultus van het beeldscherm. Wel een cultuur van het boek en het leven naast en wellicht samen met een cultuur van de andere oude zowel als moderne media, die er zijn of die nog in ontwikkeling zijn. Een cultuur die de waarden en de mogelijkheden van de onderscheiden media tegen elkaar afweegt en die voor elk medium de ruimte creëert die het verdient.

 

Wie met boeken bezig is moet cliënt-bewust zijn. De cliënt moet medium-bewust zijn. Zowel cliënt-bewust als medium-bewust zijn is vereist voor wie sociaal en cultureel verantwoordelijkheid draagt en beleid kan voeren of tot die beleidsvorming kan bijdragen. Als de waardenscheppende rol van het boek in acht genomen wordt, dan is dit een bijdrage tot een uitschakelen van het vegeteren in de wereld van de informatie, tot het verbeterd produceren van informatie, maar vooral tot het vormen van betere consumenten van informatie.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken