Media
De werkgroep vergaderde op 24 april en 22 mei, resp. te Maastricht (Regionale Omroep Zuid) en Antwerpen (U.I.A.).
Voor de eerste bijeenkomst waren verder uitgenodigd: de heren J. Bardoel (NOS), A.C.A. Dake (Deltakabel), P. Driesen (Vereniging ter bevrijding van de ether), G. Vaders (Nieuwsblad van het Noorden), A. Wouters (BRT-Limburg).
Volgende punten kwamen op 24 april aan bod: vrije radio, kabel, de media in regiopositie t.o.v. het centrale programma en, aansluitend op de vorige bijeenkomst, de beeldvorming Vlaanderen-Nederland.
Vooral op het vlak van vrije radio en kabel werden enkele markante ontwikkelingen vastgesteld, dikwijls duidelijk verschillend in Noord en Zuid.
De constataties terzake zullen direct aanleiding geven tot congresresoluties in oktober.
Hier kan al worden vermeld dat m.b.t. het punt vrije radio de werkgroep media zich terdege rekenschap geeft van het belang van deze recente ontwikkeling in het Nederlandstalig mediagebeuren en derhalve de mening is toegedaan dat het Congres de tendenzen ervan moet signaleren, waarbij dan vooral aandacht kan worden gevraagd voor gemeenschappelijke interesses, behoeften en belangen, niet in laatste instantie het aanknopingspunt van de gemeenschappelijke taal. Het Congres moet ook duidelijk stellen dat een representatief beeld van de media in Noord en Zuid niet langer denkbaar is wanneer enkel met de traditionele instanties en het daaruit resulterende aanbod rekening wordt gehouden.
Aangaande de koppeling kabel-satellieten en het daardoor ontstane grotere informatieaanbod, werden enkele hindernissen en nieuwe mogelijkheden nagegaan. Concreet naar grensoverschrijdende én kleinschalige informatie toe besteedde de werkgroep aandacht aan een eventueel procédé van regionale aansluiting op het nationale net en aan het idee van een grensoverschrijdend programma op degelijke basis. De werkgroep pleit verder voor het stimuleren van multi-mediale informatie en, daarmee verbonden, de noodzaak van een circuit dat in staat is een tegengewicht te vormen tegen de centrale nieuwsmedia.
Met betrekking tot de beeldvorming-problematiek beloofde de heer Santy na te gaan wat de mogelijkheden zijn voor een universitair begeleid onderzoek. Inmiddels is daarop een positieve respons gekomen vanwege de K.U.L.-Leuven.
(Het voorstel zal eerlang op de departementsraad worden voorgelegd).
Op de bijeenkomst van 22 mei werd aandacht besteed aan de journalistieke opleiding in Noord en Zuid.
Er zullen terzake op het congres concrete aanbevelingen worden gedaan, o.m. ter stimulering van een daadwerkelijke uitwisseling.
De invulling van het Congresprogramma namens media was een belangrijk agendapunt op 22 mei: de werkgroep plant een openbare dincussievergadering van anderhalf uur rond het gegeven ‘terminologische verwarring en haar consequenties voor Vlaams-Nederlandse communicatie’, dit mede n.a.v. een grondige gedachtenwisseling binnen de werkgroep over het begrip ‘integratie’.
Verder werd de inhoud van de congres-publikatie van de werkgroep definitief vastgesteld.
De voorzitter, P. Hofstede, zal in samenwerking met de stafmedewerker, de ingekomen teksten in de loop van de maand juni tot een geheel coördineren en de resoluties van de werkgroep in concept formuleren, waarna ze ter goedkeuring of amendering aan de leden worden rondgestuurd.
Vóór het congres zijn geen verdere bijeenkomsten meer gepland.