| |
| |
| |
Van Noord en Zuid
Toneelwedstrijd Noordstarfonds
Tussen de dertien toneelverenigingen die aan de TONEELWEDSTRIJD 1980-81 voor AMATEURSTONEEL, ingericht door het Noordstarfonds v.z.w. hebben deelgenomen, werd een bedrag van 378.000 fr. aan prijzen verdeeld, volgens de rangschikking hieronder:
Groep A: Oost- en West-Vlaanderen
|
LAUREAAT van de toneelwedstrijd en EERSTE PRIJS in Groep A: |
|
Toneelbond VRANK EN VRIJ |
|
Wetteren-Overbeke |
60.000 Fr. |
|
TWEEDE PRIJS: |
|
|
Rederijkerskamer YVER DOET LEREN |
Gent |
35.000 Fr. |
|
DERDE PRIJS: |
|
Toneelvereniging REYNAERT |
|
Melsele |
30.000 Fr. |
|
EERVOLLE VERMELDINGEN: |
|
|
Toneelkring DE BACCHANTEN |
|
Oostende |
18.000 Fr. |
Toneelkring KUNST ADELT |
|
Steenbrugge |
18.000 Fr. |
Groep B: Antwerpen, Brabant en Limburg
|
EERSTE PRIJS: |
|
|
Toneelvereniging ERASMUS |
|
Anderlecht |
50.000 Fr. |
|
TWEEDE PRIJS: |
|
|
Koninklijke Toneelkriing DE MARGRIET-HET KERSOUWKEN - Leuven |
35.000 Fr. |
|
DERDE PRIJS - ex aequo met vier stemmen tegen één: |
|
Koninklijke Toneelkring BROEDERMIN |
Antwerpen |
30.000 Fr. |
Koninklijke Toneelvereniging DE ALSEMBLOEM - Alsemberg |
30.000 Fr. |
|
EERVOLLE VERMELDINGEN: |
|
|
GROEP POL STAS |
|
Sint-Truiden |
18.000 Fr. |
Koninklijke Toneelvereniging DE MOEDERTAAL - Mechelen |
18.000 Fr. |
Toneelvereniging FORUM |
|
Zolder |
18.000 Fr. |
De toneelvereniging WIL OM KUNST uit Aarlen kreeg eveneens een eervolle vermelding en een prijs van 18.000 Fr. De jury hield eraan haar speciale waardering uit te drukken voor de prestaties van deze vereniging in het franstalig landsgedeelte.
| |
Vlamingen en Nederlanders te Brussel
Ingevolge een voorstel van prof. em. dr. H. Fayat, algem. voorzitter van het Algemeen Nederlands Verbond, op de jaarlijkse algemene vergadering van de Vlaamse Club, hebben de Nederlandse Vereniging en de Vlaamse Club, besloten regelmatig gemeenschappelijke bijeenkomsten te organiseren.
Dit initiatief werd door de leden van beide Brusselse clubs met geestdrift onthaald en door de twee voorzitters, Jos Vleugels (Vlaamse Club) en Cees Spoelder (Nederlandse Vereniging) onmiddellijk ter hand genomen.
| |
Reinaert de Vos en Hulst
Reeds sedert het einde van de twaalfde eeuw wordt Hulst als stad genoemd. In 1980 vierde het oude vestingstadje, dat wel het ‘Carcasonne van het Noorden’ is genoemd, zijn achthonderdjarig bestaan. Hulst met zijn half Vlaams, half Nederlands karakter is eeuwenlang een strategisch belangrijke vesting geweest waarvan de gave omwalling alsmede de drie stadspoorten nog getuigen. Naast Spaanse en Italiaanse vestingbouwkundigen heeft ook de bekende Menno van Coehoorn zijn bijdrage geleverd aan de bouw van de vestingwerken. Kunsthistorisch van belang is de laat-gothische Willibrordusbasiliek (vijftiende en zestiende eeuw), die bij de laatste restauratie na de oorlog een betonnen bekroning kreeg. Opmerkelijk is, dat in deze kruisbasiliek op de kruising een oudere toren staat. Deze plaats voor de toren is in Nederland ongebruikelijk, in Vlaanderen daarentegen algemeen. Dan is er het raadhuis, daterend uit 1528-1534 en gerestaureerd in 1949. Hier bevindt zich o.m. een schilderij van Jacob Jordaens. Maar Hulst is vooral bekend geworden door het dierenepos van Reinaert de Vos. Aan deze speelse figuur herinnert nog het beeldje bij de Gentse Poort. Het middeleeuwse dierenverhaal van de sluwe vos is nauw verbonden met Hulst. Op goede gronden wordt aangenomen, dat de schrijver van ‘Van den Vos Reynaerde’, een zekere ‘Willem die Madoc maeckte’, nauwe contacten met Hulst heeft gehad. Het befaamde dierenepos is een tegenhanger van het hoofse ridderepos.
Het heeft een maatschappijkritisch karakter: vorsten, clerus en adel worden over de hekel gehaald. Koning Nobel is de personificatie van de hebzucht en willekeur van de vorsten. Isengrijn de Wolf en Bruun de Beer vertegenwoordigen de vleiende edelen, Belijn de Ram de onnozele priesters. Reeds in de Hanzetijd was dit hekeldicht (evenals Tijl Uilenspiegel) in geheel Noord-Europa populair geworden mede dank zij de Duitse vertaling (vgl. mijn artikel over de Hanze in ‘Neerlandia’ nr. 4, 1980). Maar deze geestige satire is niet alleen maatschappijkritisch bedoeld, zij stelt tegelijk de minder gunstige eigenschappen van mensen in het algemeen aan de kaak: afgunst, hebzucht, ijdelheid, sentimentaliteit. Alle slachtoffers van Reinaert lopen in de val dank zij deze menselijke zwakheden, waarvan de sluwe vos op handige wijze gebruik weet te maken. De dierfabel vermag ook de hedendaagse lezer nog te boeien. In de feestelijkheden ter gelegenheid van het achthonderdjarig bestaan van Hulst nam de ‘Reynaert-Ommeganck’ op 21 september j.l. dan ook een belangrijke plaats in. In een stoet van twaalf wagens werden de belevenissen van de slimme vos op kleurige wijze uitgebeeld. In 1956 trok voor het eerst een dergelijke stoet van Reinaertfiguren door Hulst. In 1958,
| |
| |
1961 en 1968 werd dit evenement herhaald maar financiële moeilijkheden waren er de oorzaak van, dat de ‘Reynaert-Ommeganck’ eerst in 1980 weer tot leven kon worden gewekt. Ook van Vlaamse zijde bestond er veel belangstelling voor deze manifestatie. In het erekomitee bij de Reinaertfeesten van 1980 hadden naast Nederlanders als mevr. M.H.M.J. Gardeniers-Berendsen, Minister van C.R.M., de Commissaris der Koningin in de provincie Zeeland, dr. C. Boertien, en de burgemeester van de stad Hulst, de heer P.J. Molthoff, ook Vlaamse autoriteiten zitting m.n. mevr. R. de Backer-Van Ocken, Minister van de Nederlandse Gemeenschap, de heer R. de Kinder, gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen, de heer A. Kinsbergen, gouverneur van de provincie Antwerpen, de heer P. de Vidts, burgemeester van St.-Niklaas, en de heer R. Otte, voorzitter van de Commissie voor Buitenlands Cultuurbeleid. Gememoreerd moet nog worden, dat de ‘Reynaert-Ommeganck’ van 1961 onder regie stond van de inmiddels overleden Vlaamse regisseur Antoon van der Plaetse uit Kortrijk.
Het voornemen bestaat deze Reinaertmanifestatie in den vervolge om de vijf jaar te herhalen. Men moet bewondering hebben voor de wijze waarop de vele acteurs, actrices, figuranten, wagenbouwers, rekwisietenbouwers en anderen hun medewerking verleenden aan de uitbeelding van het al eeuwen populaire Reinaertepos.
Terecht merkte de voorzitter van het komitee, de heer Jaap Stolte, in verband met de medewerking van Vlaamse zijde op, dat er bijna gesproken kan worden van een Belgisch-Nederlandse co-produktie.
P. KRUG
| |
Taalvaardigheid bij studenten
Het Bureau van de studentenadministratie van de Vrije Universiteit in Amsterdam heeft onlangs scherpe kritiek geleverd op het taalgebruik van studenten. Men kwam tot deze gevolgtrekking na de bestudering van brieven die studenten schreven over een tijdvak van 3 jaar. Men opperde bezwaren tegen het taalgebruik, constateerde herhaalde malen ernstige taalfouten, onlogische zinnen en het gemis van elke zakelijkheid. Met als gevolg dat het bureau met vele brieven niet wist hoe de schrijvers te helpen. De studenten zouden eerst een spoedcursus Nederlands moeten volgen, aldus de conclusie van het bureau van de Vrije Universiteit.
| |
Hof van Eede
De gemeente Eede (Zeeland) heeft sinds kort een Multi-funktioneel centrum, waarin ondergebracht zijn: een kleuterschool, een lagere school, een dorpshuis, een gymzaal met toneelruimte en een mortuarium.
De maatschappelijke werkgroep heeft ingeschreven op de wedstrijd ‘Een kern waar pit in zit’ met als project-onderwerp ‘Het optimaal gebruik van de Hof Van Eede’.
Met dat doel wordt o.m. contact gezocht met adressen en contactpersonen van groeperingen die mogelijk gebruik zouden kunnen maken van de ‘Hof van Eede’ voor bv. Toneeluitvoeringen, muziekuitvoeringen, tentoonstellingen, lezingen, congressen, demonstraties, cursussen, enz., zowel in Nederland als België.
| |
Radio-kursus Nederlands voor Frans-Vlamingen
De werkgroep De Lage Landen vraagt de aandacht van de Vlaamse overheid voor de toestand van het onderwijs van het Nederlands in de Franse Nederlanden.
Het is u zeker bekend dat, in het noorden van Frankrijk, en meer bepaald in de Westhoek van de Franse Nederlanden, bijna mensen nog een streektaal van het Nederlands spreken, nl. een variante van het Westvlaams.
De vernieuwde belangstelling van de Frans-Vlamingen voor de Nederlandse taal en kultuur doet zich vooral de laatste jaren meer en meer gevoelen. Er verschijnen nieuwe verenigingen die trachten hun bedreigd kultureel erfdeel te beschermen. Zij richten met de weinige middelen waarover zij beschikken kursussen Nederlands en Westvlaams op.
Al deze aktiviteiten, vloeiend uit het verlangen op zoek te gaan naar de eigen wortels in deze meer en meer nivellerende en kosmopolitische wereld, kunnen evenwel de achteruitgang van het Nederlands in de Franse Nederlanden niet beletten. Voortaan moeten andere middelen worden ingeschakeld om deze evolutie tegen te gaan. Een van deze middelen is ongetwijfeld de oprichting van een wekelijkse kursus Nederlands, bedoeld voor Frans-Vlamingen in het kader van de radioprogramma's van de BRT. Een dergelijke kursus zou al dit jaar plaats kunnen vinden in de programma's van BRT 2 omroep West-Vlaanderen. Deze omroep verschaft regelmatig informatie over de Franse Nederlanden.
De programma's van BRT 2 worden goed ontvangen in de Franse Nederlanden, een streek die bijna 4 miljoen inwoners telt in de departementen ‘Nord’ en ‘Pas de Calais’. Deze kursus zou ook gehoor kunnen vinden in het franstalig deel van België. Dit uitgebreid publiek biedt reeds grote kansen tot succes. Er bestaan trouwens uitstekende voorbeelden hiervan: de BBC organiseert sinds jaren een kursus Engels voor franstaligen. En de Vlaamse televisie zendt op dit ogenblik een kursus Frans uit nl. ‘Bonjour la France’.
namens de werkgroep DLL
Wido BOUREL
(Frans-Vlaming)
| |
Parlementaire vraag aan Mevrouw De Backer, staatssekretaris voor de Vlaamse Gemeenschap
Op basis van de overeenkomsten van Bordeaux en Gallway (Raad van Europa) ware het aangewezen dat Vlaanderen voor de Nederlanden in Frankrijk een sterke inzet zou betonen.
Vele privé-initiatieven, o.a. ‘Ons Erfdeel’ en B.R.T.-programma's getuigen hiervan. Eén van de grensoverschrijdende middelen kan de wekelijkse uitzending zijn van een kursus Nederlands via onze B.R.T.-2-omroep West-Vlaanderen voor de ± 100 000 inwoners van Frans-Vlaanderen die een streektaal van het Nederlands spreken.
| |
| |
Graag vernam ik van Mevrouw de Staatssekretaris of zij dergelijk initiatief ter harte wil en kan nemen?
| |
Antwoord op de parlementaire vraag van de Heer W. Kuijpers, lid van de Vlaamse Raad
Voor B.R.T.-2-omroep West-Vlaanderen blijkt het bijzonder moeilijk te zijn een cursus voor Frans-Vlamingen op te zetten. De vraag ernaar zou echter worden opgevangen in een ruimere aanpak van de schooluitzendingen.
Mede naar aanleiding van een open brief van de werkgroep ‘De Lage Landen’, die aandringt op het organiseren van cursussen Nederlands voor Frans-Vlamingen, heeft de B.R.T. een werkgroep opgericht die de aangelegenheid van de Nederlandse taallessen in de oproep zal bestuderen. De B.R.T. wil dus werk maken van uw verzoek.
| |
Vlaamse staatsprijs sociaal-cultureel werk
Mevrouw Rika DE BACKER-VAN OCKEN, Staatssecretaris voor de Vlaamse Gemeenschap, heeft de eerste staatsprijs voor sociaal-cultureel werk toegekend aan Jan Hardeman, opbouwwerker in het Westvlaamse Heuvelland.
De driejaarlijkse staatsprijs voor sociaal-cultureel werk ten bedrage van 10.000 fr., werd in 1977 bij decreet ingesteld; hij bekroont personen of instellingen die zich uitzonderlijk verdienstelijk hebben gemaakt op het gebied van het sociaal-cultureel werk.
De jarenlange inzet van een belangrijk aantal vrijwilligers om hun streek uit zijn isolement te halen en de bewoners tot zelfrealisatie van sociaal-culturele activiteiten te brengen is uniek in Vlaanderen. Dankzij deze groep vrijwilligers en de sturende begeleiding van Jan Hardeman werden dan ook merkwaardige prestaties geleverd zoals:
- | een toeristische ontwikkeling vanuit de specifieke eigenheid, het landelijke Heuvelland; |
- | het brede gespreksforum ‘een gemeente voor de dorpen’ waarin de fusie-operatie werd voorbereid; |
- | culturele activiteiten gegroeid vanuit de ‘Korneblomme’ vanaf 61; een onderwijswerking in functie van de streek, sportactiviteiten - in samenwerking met het BLOSO - als antwoord op de streekbehoeften op dit vlak enz... |
Ook wordt uitdrukkelijk verwezen naar het volksspel ‘Nooit brengt oorlog vrede’ van de 11-novembergroep Heuvelland dat door duizenden toeschouwers - in Kemmel en later over het gehele Vlaamse land - bijgewoond werd.
In de motivering wordt tenslotte ook de pilootfunctie van het Opbouwwerk Heuvelland beklemtoond inzake de ontwikkeling van een plattelandsbeleid in Vlaanderen. Een bijzondere vermelding gaat naar de kandidaat die als tweede gerangschikt werd, nl. de Agglomeratieraad voor Plaatselijk Sociaal-Kultureel Werk te Brussel, die, met onbaatzuchtige inzet van vele vrijwilligers, in een geest van verdraagzaamheid en vernieuwingsgezind pluralisme, onschatbare diensten heeft bewezen voor het sociaal-cultureel werk voor de Vlaamse Gemeenschap te Brussel.
| |
Erepenning van de Marnixring voor Hendrik Fayat
Plechtige overhandiging op 9 mei 1981 te Brussel
Zaterdag 9 mei heeft de Marnixring de erepenning 1980 plechtig overhandigd aan oud-minister prof. em. Dr. Hendrik Fayat om de vele diensten die hij als Brusselse Vlaming aan de Vlaamse Gemeenschap en aan de Nederlandse cultuur heeft bewezen. De overhandiging had plaats in het hotel Hyatt Regency aan de Koningsstraat te Brussel.
Die bronzen penning, ontworpen door beeldhouwer Mare de Bruyn, draagt de beeldenaar van Filips Marnix van Sint-Aldegonde en op de keerzijde o.m. de woorden ‘Trouw aan de Nederlandse stam’. Door de Marnixring wordt jaarlijks een erepenning uitgereikt als hoogste onderscheiding aan degene die in zijn persoonlijkheid en handelwijze de doelstellingen van deze vereniging op duidelijke wijze heeft belichaamd.
Volgens haar statutair doel wil de vereniging Marnixring inderdaad het ideaal ‘te dienen’ aanmoedigen en ontwikkelen door: 1. Trouw aan de Nederlandse stam; 2. Het verspreiden en bevorderen der Nederlandse cultuur; 3. Vriendschap en dienstbetoon onder de leden, zonder onderscheid van politieke of filosofische overtuiging; 4. Solidariteit met beproefde stamgenoten; 5. Het bevorderen van nationale en internationale verdraagzaamheid en vrede.
In de Beaulieu-zaal van het statige hotel waren, ongeacht de leden van het hoofdbestuur en de vertegenwoordigers van zijn 35 over gans Vlaanderen verspreide afdelingen, als gasten o.m. aanwezig Rik Boel, voorzitter van de Vlaamse Raad, de staatssecretarissen Rika Steyaert en Lydia de Pauw, en Herman Verlinden, voorzitter van het Vlaams Comité voor Brussel.
De laureaat werd gemoedelijk voorgesteld door Dis Verstraete, administratief secretaris van de Marnixring, die evenals zijn jeugdvriend Hendrik Fayat geboren en getogen is in St.-Jans-Molenbeek, het hart van de hoofdstad. Hij gaf o.m. lezing van de tekst van een franstalige brief van Fayat, vijftig jaren geleden geschreven, waarin deze dan reeds onverbloemd pleitte voor de autonomie van de Vlaamse gemeenschap in België.
Dan kwam een muzikale omlijsting door leerlingen van het Vlaams Koninklijk Conservatorium, die een strijkkwartet uitvoerden van Joseph Haydn. Het enige betreurenswaardige in het programma van de entoesiaste zitting was dat niet louter werk van een komponist van bij ons ten gehore werd gebracht. Ten dele werd dat goedgemaakt door een later briljant solonummer voor klarinet van de Vlaming André Laporte.
| |
| |
En dan volgde de feestrede door Rik Boel, voorzitter van de Vlaamse Raad, die bij dé Vlaamse gentleman Hendrik Fayat de kwaliteiten prees waarom hij niet weg te denken is uit de Vlaamse Beweging van de voorbije halve eeuw. Hij situeerde Fayat gevat als de gekultiveerde aristokraat, de Vlaamse Brusselaar, de man met niet aflatende belangstelling voor het wereldgebeuren en de internationale relaties; de figuur met grote eruditie gepaard aan immense hoofsheid die kon verklaren: ‘Ik ben flamingant omdat ik socialist ben’.
Rik Boel wees uiteraard op het grote belang dat Hendrik Fayat in het kader van de Vlaamse ontvoogding steeds heeft gehecht aan het probleem Brussel. Uiteindelijk vestigde hij ook de aandacht op de taak van de laureaat als algemeen voorzitter van het A.N.V. en op het feit dat hij mede het initiatief heeft genomen tot de organisatie van het komende 38ste Algemeen-Nederlands Congres. De aktiviteit van Fayat was zo veelzijdig en zo groot, besloot de feestredenaar, dat men onwillekeurig moet denken aan de lijfspreuk van Marnix van Sint-Aldegonde: repos ailleurs.
Na zijn toespraak overhandigde Rik Boel aan Hendrik Fayat volkomen onverwacht - en waarom geschiedde dat niet in de Wetstraat in de zetel van de Vlaamse Raad? - ook de erepenning van de Vlaamse Raad.
Frans van Passel, algemeen voorzitter van de Marnixring, vatte vervolgens bondig samen waarom de Marnixring van oordeel is dat zijn erepenning 1980 aan Hendrik Fayat uitgereikt moest worden en overhandigde die erepenning bij algemeen applaus.
In zijn welsprekend dankwoord maakte Hendrik Fayat van de gelegenheid gebruik om de Vlamingen met klem te waarschuwen tegen de zo gevaarlijke z.g. internationale neutraliteit die door sommigen wordt gepredikt, evenals tegen het dreigende terrorisme dat steeds meer veld wint; en hij wees ook op de opduikende doem van de werkloosheid die een nieuwe aanpak van het maatschappelijk leven en zijn taakverdeling vereist.
Hendrik Fayat bracht dan een bondige doch uitstekend samengevatte historisch-politieke analyse van het probleem Brussel, waarbij hij verheugd vaststelde dat ondanks alles de vernederlandsing van de Vlaamse Brusselaar een feit is geworden. Zijn toekomstperspektief voor de zo dringende als netelige kwestie van de Belgische hoofdstad besloot hij met een vurig
pleidooi voor Vlaamse politieke strategie ter zake: het is nu of nooit!
L. VERHAEGEN
| |
Prof. em. dr. G.A. van Es †
Prof. em. dr. G.A. van Es, oud-hoogleraar in de Nederlandse taal- en letterkunde aan de rijksuniversiteit van Groningen overleed in januari op 76-jarige leeftijd. Dr. van Es werd in Leeuwarden geboren. Hij bezocht de kweekschool en werd onderwijzer. Daarna ging hij in Groningen studeren en promoveerde in 1938 op het proefschrift ‘De attributieve genitief in het Middel-Nederlandsch’. Hij werd assistent en docent aan de Groninger universiteit en tevens leraar. In 1946 volgde hij prof. dr. G.S. Overdiep op als gewoon hoogleraar. Die opvolging was verklaarbaar want dr. Van Es bewerkte de verzameling opstellen van prof. Overdiep. Prof. van Es publiceerde over de historische syntaxis, de principes en de toepassing van de stilistische grammatica, over de dialectologie en de syntax. Hij schreef eveneens over de hervorming en het calvinisme, over de rederijkers en de protestantse letterkunde van de zeventiende eeuw. Hij schreef voorts een Nederlandse syntax in klein bestek. In 1969 legde hij zijn ambt neer, als een gevolg van de democratisering binnen de universitaire wereld waarbij hij zich moeilijk kon aansluiten.
| |
Prof. dr. J.H. Brouwer overleden
Op 22 januari overleed in Leeuwarden prof. dr. J.H. Brouwer, oud-hoogleraar in het Fries aan de rijksuniversiteit te Groningen en de gemeentelijke universiteit van Amsterdam. Hij is tachtig jaar geworden. Jelle Brouwer werd in 1900 in Beetsterzwaag geboren en was aanvankelijk ambtenaar bij de provinciale bibliotheek en de Bumabibliotheek in Leeuwarden. In die tijd publiceerde zij zijn eerste Friese gedichten. In Groningen studeerde hij Duits; hij legde zijn examens cum laude af en promoveerde in 1941, eveneens cum laude op het proefschrift It Autentica Rjocht. In dat jaar volgde zijn benoeming te Groningen als hoogleraar in de Friese taal- en letterkunde en in het Gotisch. Brouwer was de eerste hoogleraar in de Friese filologie. Hij bleef tot 1956 in Groningen werkzaam. In 1962 werd hij hoogleraar te Amsterdam in de Friese taal. Van 1956 tot 1964 was hij tevens directeur van de Fryske Akademy. In 1979 ontving hij de Ossianprijs van de Hamburgse Stichting FVS; de prijs wordt toegekend aan personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor het voortbestaan van bedreigde taal- en cultuurgemeenschappen.
| |
Karel de Groteprijs
Prof. dr. Frits van der Meer is onlangs de Karel de Groteprijs, de cultuurprijs van de gemeente Nijmegen, voor 1980 toegekend. Prof. Van der Meer publiceerde als kunsthistoricus en literator tal van werken, waaronder zijn bekende Atlas van de Westerse Beschaving, Augustinus de zielborger, Geschiedenis ener kathedraal en Onbekende kathedralen in Frankrijk. In 1968 ontving hij de P.C. Hooftprijs, de staatsprijs voor literatuur.
| |
Mathias Kemp-prijs
Loek Kessels en René Swartenbroekx, resp. uit Schaesberg en Genk hebben de Mathias Kemp-prijs voor het beste kinderboek en de beste jeugdroman ontvangen. De gouverneur van het Nederlands Limburg, dr. J. Kremers, reikte op 30 januari 1981 de prijs in Maastricht uit.
|
|