Vlaanderen; in 1976 werd de schijnwerper gericht op de stad Duinkerken en omgeving; de veertiendaagse van 1977 liep langs de schilderachtige paden van ‘La Flandre verdoyante et fleurie’; 1978 betekende afspraak met de Vlamingen van Belle; Steenvoorde kwam aan de beurt in 1979 en de jongste ‘quinzaine’ van 1980 bracht Nieuwpoort een flink stuk dichter bij Wormhout, de lieftallige gemeente van Maire Deldicque.
1981 staat voor de deur en amper een viertal maanden scheiden ons nog van een nieuwe Frans-Vlaamse Veertiendaagse. Opnieuw zullen Vlamingen van weerskanten van de schreve mekaar vinden aan de boorden van de IJzermonding. Nieuwpoort wordt voor de zevende keer het trefpunt van zoveel mensen die het met ons Vlaanderenland zo goed menen. De Werkgroep Frans-Vlaanderen en het stadsbestuur, dat onder de bezielende leiding van schepen voor Toerisme en kultuur, W. Vermote, al zoveel baanbrekend werk geleverd heeft, hebben weer alles in het werk gesteld om van de ‘quinzaine 1981’ een waar pronkstuk te maken. De sleutelpositie zal bezet worden door Hazebroek, een stadje even voorbij de Casselberg en de driehoek uitmakende met de gemeenten Belle, Steenvoorde die allebei al eerder aan de beurt kwamen.
Hazebroek is een Frans-Vlaamse stad waar weliswaar wel wat minder ‘vlemsch’ gesproken wordt dan in de andere gemeenten die tot nog toe in het daglicht werden gesteld, maar het is er daarom niet minder prettig. De mensen van Hazebroek, met een uiterst dynamisch stadsbestuur aan het hoofd, hebben alvast alle medewerking aan de ‘quinzaine’ beloofd.
Hazebroek is vooral gekend om zijn mooi stadhuis, gebouwd in neo-klassieke Empirestijl en ingehuldigd op 11 februari 1801. Het stadje bezit ook een prachtig justitiepaleis, opgetrokken in de 19e eeuw, een belangrijk spoorwegverkeer en een Posthotel dat tot stand kwam onder impuls van Abbé Lemire, oud-deputé en Maire van Hazebroek. Verder zijn er nog het hospitaal, het hospice en de materniteit - eveneens het werk van diezelfde Abbé Lemire - het onthaalcentrum voor de derde leeftijd, ontworpen in 1973 en het gekende ‘Motteféodale de l'Hoflandt’. Hazebroek beschikt ook over een prachtig sportkompleks met drie voetbalterreinen en twee tennisvelden; een prachtige Onze Lieve Vrouwkerk; een Vlaams lyceum, een biezonder bezienswaardig museum ‘Couvent Augustins’, gebouwd in 1616 in Vlaamse Renaissance; een socio-edukatief centrum; de Sint-Elooiskerk; een prachtig stadspark waarin zich het standbeeld van Abbé Lemire bevindt; een gemeentelijk sportstadion met overdekt zwembad; een financieel centrum; een industriezone, de H. Hartkerk en zoveel dingen meer.
Het waren de paters Augustijnen die in 1630 het eerste ‘collège d'Hazebrouck’ hebben gesticht, kollege dat ononderbroken aktief bleef tot in 1792. Hazebroek is gelegen op 44 km. van Rijsel, 35 km. van Duinkerken, 55 km. van Arras en 22 km. van St.-Omaars. Er zijn rechtstreekse spoorverbindingen met Duinkerke, Calais, Rijsel, Parijs en de rest van Europa. Hazebroek ligt ook maar een boogscheut verwijderd en was lange tijd een belangrijk handelscentrum. Reeds in 1886 telde Hazebroek 11. 332 inwoners.
De benaming - De legende vertelt dat de naam Hazebroek ook wel eens zou kunnen ontleend zijn aan de familienaam Haza, een prominent figuur die destijds aan de basis zou gelegen hebben van de oprichting van de St.-Eiooiskerk. Die Haza zou naar verluidt ook weer zijn naam te danken hebben aan de haas, zodat de langoor en niemand anders de stamvader van Hazebroek mag genoemd worden. Bekijken we Hazebroek nu van uit een andere hoek en dan lezen we broek-van-de-haas of de haas-met-de-broek.
Hoe dan ook, de Haze-broekers met aan het hoofd hun Maire M. Moriss Amand zullen harteiijk welkom zijn te Nieuwpoort.