Neerlandia. Jaargang 84
(1980)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 166]
| |
Op de leestafelDe muziek van het Vlaamse volkDoor de ‘Editions Westhoek’ te Duinkerken wordt gedacht aan een prestigieuze uitgave over de Vlaamse volksmuziek. Het boekwerk is bedoeld als stimulans voor de Vlaamse emancipatie in Noord-Frankrijk. De initiatiefnemers stellen hun werk als volgt voor: Sinds Lodewijk de XIVe (spottend ‘Pietje Veertien’ genoemd) werden de Frans-Vlamingen in de onwetendheid van hun geschiedenis, hun identiteit en hun belangen gelaten, en ontriefd van onderwijs in hun duizendjarige taal: Het ‘Vlaemsch’. Sinds enkele jaren herontdekken zij geleidelijk aan hun oorspronkelijke muziek. Niemand twijfelt: Het gaat niet om een mode zoekend naar nieuwe klanken, het is de wedergeboorte van een eerstehands openbaarder van de Vlaamse identiteit. In het werk dat wij U aanbieden, het eerste dat dit origineel onderwerp bespreekt, beginnen Jean-Paul Sepieter, de auteur van ‘Vlaemsch Leeren, eerste leermethode van de Vlaamse Volkstaal van de Westhoek’, en Chr. Declerck, draailierbespeler van de groep ‘Marieke en Bart’, met de geschiedenis van de heropleving van de Volksmuziek die zij als handelende personen beleefd hebben. Daarna worden de muzikanten en de groepen, die de acteurs ervan waren, voorgesteld: Hubert Boone, Wannes van de Velde, de Vlier, 't Kliekske, Rum, Alfred en Kristien den Ouden, Marieke en Bart, Het Reuzekoor, de Snaar, Willem Vermandere, Groep 1544, Haeghedoorn, Klauwaerts, Kreupelaer, Kakesteeks, enz... Volgt daarop een rijke s tudie betreffende de traditionele Vlaamse muziekinstrumenten (vlier, doedelzak, rommelpot, draailier, gotische harp, enz...). Vooral de oorsprong van de instrumenten, hun bouw en de geschiedenis van hun wedergeboorte wordt besproken. De traditionele volksdansen zijn het onderwerp van een speciaal hoofdstuk (historische beschrijving, onderdrukking van de dansen doorgodsdienstige en politieke machten). En tenslotte, een kleine bloemlezing verenigt onuitgegeven geschreven of mondeling overgedragen volksliederen, alsook een vijftigtal Vlaamse liederen van de Westhoek die door de vereniging ‘Menschen Lyk Wyder’ verzameld werden. De illustratie zal overvloedig zijn, buiten de reproductie van schilderijen, prenten en oude documenten, zal de lezer ook foto's van de belangrijkste folkgroepen documenten betreffende Vlaamse volksdansen en de bouw van instrumenten vinden. Het boek ‘DE MUZIEK VAN HET VLAAMSE VOLK’ zal worden uitgegeven in de serie: ‘Volkstradities’ zoals ‘Les Enfants de Jean Bart’, formaat 24 × 30, op de Franse manier bestaande uit 250 pagina's. Een oorspronkelijke luxe uitgave van 400 werken, genummerd van 1 tot 400, zal tot standgebracht worden, gedrukt op ‘Centaure ivoor’ papier, (175 gram) en ingebonden naar keus, onder linnen gekartonneerde omslag met gouden bedrukking of halfleren met de hand gemaakte omslag. Deze oorspronkelijke uitgave zal identiek zijn aan de luxe uitgave van het boek ‘Les Enfants de Jean Bart’ dat thans onvindbaar is. Daarnaast worden ongenummerde ingenaaide exemplaren gedrukt op offset papier van 90 gram.
Tweetalig boek Frans - Nederlands verschijnt in 1980. Het drukken zal beginnen zodra de eerste 500 inschrijvingen geregistreerd zijn.
Inschrijvingen en inlichtingen: Westhoek-Editions - 23, rue Vauban - F 59140 Dunkerque - C.C.P. no 196 870 J Lille. | |
Een opmerkelijke kroniekHet behoort gelukkig nog niet tot de uitzonderingen dat personeelsleden geïnteresseerd zijn in het wel en wee van het bedrijf waar ze werkzaam zijn. Maar het zijn er maar weinigen die zich er zó in gaan verdiepen dat ze er aanleiding in zien de geschiedenis op schrift te stellen. Eén van hen is Jan Deloof, werkzaam op de ‘Dienst Personeelszaken’ van het Zwevegemse draadbedrijf Bekaert. Nu had hij zonder meer een ‘geschiedenis’ van ‘zijn’ bedrijf kunnen schrijven; maar in dat geval zou er ongetwijfeld een heel andere tekst uit zijn pen gevloeid zijn. Het verrassende van dit ‘bedrijfsverhaal’ is, dat het is ingebed in de veranderingen, die zich gedurende de voorbije honderd jaar op maatschappelijk gebied hebben voltrokken. Terecht heeft hij deze opmerkelijke kroniek het opschrift ‘De tijd is veel veranderd’ meegegeven. Het is een schets geworden van de levensomstandigheden van mensen van allerlei slag, die op de een of andere wijze met het bedrijf van Bekaert verbonden zijn geweest. Dat heeft hij weten te bereiken door hen, zoveel als mogelijk was, aan het woord te laten. Maar wanneer daartoe aanleiding was, is Deloof aan de hand van zorgvuldig uitgekozen documenten, dieper op de ontwikkelingen ingegaan, met name op díe welke zich op het sociale vlak hebben voltrokken. Door het boek in dit kader te plaatsen heeft het een meer dan strikt regionale betekenis gekregen. Dit heeft tot gevolg, dat het ook voor mensen van buiten deze door Leie en Schelde begrensde streek, de moeite loont kennis te nemen van de inhoud. Deloof heeft het verhaal van Bekaerts draadtrekkerij op een zeer bijzondere manier samengesteld. Ik duid het met opzet zó aan, omdat het doet denken aan een compositie. Het thema is de geschiedenis van het bedrijf van Bekaert; en dat laat hij omspelen door de weergave van de ervaringen en belevenissen van de mensen uit het Zwevegemse in een zo groot mogelijke verscheidenheid. Anders gezegd: als het bedrijfsverhaal de schering is, dan kan het verhaal van zijn zegslieden vergeleken worden met de inslagdraad. De schrijver is erin geslaagd het ‘patroon’ op een buitengewoon boeiende wijze uit de ‘verf’ te laten komen. Doorgaans munt een geschiedkundige beschrijving van een bedrijf niet uit door leesbaarheld. Dat is meestal het gevolg van het karakter van dergelijke uitgaven; vaak zijn ze een samenbundeling van een aantal technische verhandelingen, die dor en saai zijn. Mr daarvan is in het boeak van Deloof in het geheel geen sprake. Wel zal het kunnen voorkomen dat men, doordat de vertellers sprekend ingevoerdGa naar voetnoot(1) worden, af en toe moeite heeft met het juist verstaan van de tekst; er worden no al wat uitdrukkingen gebezigd, die sterk lokaal gekleurd zijn. Maar daar staat tegenover dat de schrijver op deze wijze zichzelf de gelegenheid geschapen heeft volop aandacht te kunnen schenken aan het sociale | |
[pagina 167]
| |
leefklimaat, zoals dat weerspiegeld wordt in de wisselwerking tussen een in betekenis toenemend bedrijf en de bevolking van de streek waar het zijn hoofdzetel heeft. Duidelijk laat hij uitkomen dat er vroeger veel schortte aan dit klimaat. Door een bijna onoverbrugbare kloof werd de massa van de Vlaamse arbeiders gescheiden van hen die hun maatschappelijk lot in handen hadden. Zeker, dit speelde over in West-Europa, maar in Vlaanderen werd dit sociale verschil nog extra aangezet door het taalverschil; het Vlaams was de taal van de ondergeschikten en het Frans die der meesters. Van deze laatste groep moesten niet veel inspanningen verwacht worden op het vlak van de vernederlandsing van het bedrijfsleven in Vlaanderen. De stichter van de Zwevegemse draadtrekkerij behoorde in elk geval niet tot hen; zijn bedrijf kreeg een Franse naam te dragen en hij ‘zorgde ervoor dat de feitelijke moedertaal van zijn kinderen het Frans was’. Op een voortreffelijke wijze weet Deloof het inzicht in het proces van de Vlaamse
Voor de Eerste Wereldoorlog: arbeiders brengen via het kanaal tussen Schelde en Leie (van Bossuit naar Kortrijk) boomstammen aan voor de fabriek van Bekaert. Die bomen werden gezaagd en verder verwerkt tot houten bobijnen waarop het prikkeldraad werd gewonden.
ontvoogdingsstrijd te verdiepen. En met deze vaststelling kom ik tot een ander, zeer belangrijk kenmerk van deze kroniek. Of de schrijver er opzettelijk naar toe geschreven heeft, weet ik niet; maar zijn boek werkt als een spiegel die hij met name de jonge mensen van deze tijd (die kunnen teren en terugvallen op wat in het verleden aan rechten verworven is) voorhoudt. Ze worden in de gelegenheid gesteld het stuk weg te overzien, dat werd afgelegd door hun ouders, groot- en overgrootouders. En als ze dan goed toekijken, zullen ze tot de ontdekking komen dat twee aspecten een grote rol gespeeld hebben, te weten het maatschappelijke én het culturele. Al gauw zullen ze bemerken dat er een grote mate van evenwijdigheid bestaat tussen deze twee aspecten; ze hebben n.l. allebei alles te maken met de verheffing van het volk van de Vlaamse gewesten. Want als er in West-Europa één volksgroep is, die in de loop van de voorbije eeuw een opzienbarende ontwikkeling heeft doorgemaakt, dan zeker die van het Nederlandstalige landsdeel van België. Vanuit een toestand van uitbuiting en onderontwikkeling is het volk van Vlaanderen opgeklommen tot een volk dat op alle terreinen van het maatschappelijke en culturele leven is gaan meetellen. Niet alle gebeurtenissen, waarin het bedrijf van Bekaert een rol speelt, worden in deze kroniek even zwaar beklemtoond. Als daardoor een zekere mate van onevenwichtigheid ontstaat, dan hangt die indruk nauw samen met wat is achtergebleven in de herinnering van de mensen die de schrijver aan het woord laat komen. Zo is het dan ook niet verwonderlijk dat maar weinig aandacht wordt besteed aan de beginjaren; immers de kring van mensen die daaraan nog herinneringen meedraagt (en dan ook nog uitsluitend via overlevering) is heel erg klein. Heel anders wordt het als de jaren van de Eerste Wereldoorlog ter sprake gebracht worden; over dit viertal jaren raken de mensen bijna niet uitgepraat. Uit hun verhalen komt duidelijk naar voren, dat na meer dan zestig jaar de indrukken natuurlijk wel vervaagd zijn, maar dat men er niet de minste moeite mee heeft zich de verschrikkingen weer voor de geest te halen. En dat is geen wonder, want het land tussen Schelde en Leie, dat onder de rook (en zeker onder het gehoor!) van het front lag, heeft zwaar te lijden gehad van de Duitse terreur. Het zal niet vaak voorkomen dat een schrijver aan de lezer aanwijzingen geeft met betrekking tot het kennisnemen van de inhoud van zijn boek. Jan Deloof heeft gemeend op deze regel een uitzondering te moeten maken. En dat heeft ook weer alles te maken met de geheel eigen werkwijze die hij voor het samenstellen van deze kroniek heeft gevolgd. Zo heeft hij de grote lijn weergegeven met een in vette letters gedrukte tekst; de lezer wordt daardoor in staat gesteld kennis te nemen van de algemene gang van zaken, zonder dat hij zich al te veel moet bekommeren om allerlei details, argumenten of documenten. Voor degenen, die met name geïnteresseerd zijn in het sociale gebeuren zoals dat zich in de voorbije honderd jaar heeft voltrokken, is de tekst gezet in gewone letters. Om zijn betoog te staven heeft Deloof menig keer naar een document gegrepen; deze teksten heeft hij cursief laten afdrukken. Zelfs de oppervlakkige lezer is niet aan de aandacht van de schrijver ontsnapt; hij kan volstaan met het lezen van de onder- | |
[pagina 168]
| |
schriften bij de vele foto's, waarvan het merendeel een grote documentaire waarde heeft.
Aan het slot van zijn ‘Voorwoord’ merkt hij lichtelijk ironisch op, dat het natuurlijk niet verboden is, dat alles gelezen wordt. Om een zo eerlijk mogelijke en tegelijk verantwoorde neerslag aan het papier te kunnen toevertrouwen, heb ik mij uiteraard aan deze laatste ‘raadgeving’ van de schrijver gehouden in de hoop zowel hem als de lezers recht te hebben gedaan.
Naar aanleiding van: Jan Deloof, De tijd is veel veranderd. Een kroniek over honderd jaar in en om Bekaert te Zwevegem. 412 blz.; ISBN 90 209 0846 4 - Bfr. 450. - Uitgeverij Lannoo, Tielt. | |
Het Europees alternatiefHet Europees avontuur is begonnen. Omdat U er alles zou van weten schreef YVO PEETERS zijn boek HET EUROPEES ALTERNATIEF. In ruim 100 bladzijden wordt een overzicht gegeven van de geschiedenis der Europese gedachte, van de verkiezingen en de houding der verschillende partijen, een analyse van het verschijnsel Euro-communisme, een doorlichting van de begroting van de Gemeenschap, van rechtsorde die is ontstaan, van de regionale politiek en de uitbreiding naar Griekenland, Spanje en Portugal toe.
De structuur en de werking van het Europese Parlement worden uiteengezet.
De auteur besluit zijn werk met een pleidooi voor een nieuwe geest in een Europa der volkeren.
Voor dit werk schreef Maurits Coppieters, lid van het Europees Parlement een nabeschouwing en prof. dr. Brugmans een ‘ten geleide’ met de aanhef: ‘Het is niet altijd eenvoudig, om objectief, zakelijk te schrijven over een onderwerp, dat ons nauw aan het hart ligt. Toch h eeft Yvo Peeters dat klaargespeeld’.
YVO J.D. PEETERS, HET EUROPEES ALTERNATIEF, met een voorwoord van Prof. Dr. H. Brugmans en een politieke conclusie van Maurits Coppieters, Antwerpen 1980. 112 pagina's, 12 illustraties en schetsen. Nr. 10 in de reeks Westpockets uitgegeven door de uitgeverij De Nederlanden v.z.w. te Antwerpen.
Prijs: 280 fr. te storten op rekening 414-7047901-14 van de Nederlanden te Antwerpen. | |
Nederlandse Museumgids
| |
Het ongeluksjaar 1830
| |
150 jaar België en andere karikaturenUitgegeven door de n.v. Roularta te Roeselare en in België verdeeld door de n.v. Librico te Schelle - 114 blz. - 230 fr.
In tegenstelling tot wat de ietwat agressieve titel kan laten vermoeden gaat het hier om een verzameling van 111 ironizerende tekeningen over het Belgische politieke bedrijf, zoals die hoofdzakelijk in 1980 door ‘Jan’ werden gepubliceerd in de tijdschriften Knack, Zeg, Pan en Trends, en in de kranten ‘Gazet van Antwerpen’ en ‘De Morgen’. Te verkrijgen in alle boekhandels in Vlaanderen. |
|