Uitgangspunt
De onderwijsgevende die de fouten van een leerling niet alleen telt, maar ook beoordeelt naar soort, voorkomen en ontstaan, zal bij de voortgang van het onderwijs rekening houden met de ontdekte problemen. Het inspelen door de onderwijsgevenden op deze problematiek is het begin van remediërende activiteit.
Onder remediëren wordt hier verstaan het verbeteren van de relatie tussen het ‘onderwijzen’ van de leerkracht en het ‘leren’ van het kind door verandering van de onderwijsleersituatie.
Hoe ingewikkelder deze problematiek is, hoe moeilijker het voor de onderwijsgevenden wordt om hier zonder hulp verantwoord te kunnen handelen.
De vraag om hulp is dus in de eerste plaats een persoonlijke vraag van de onderwijsgevende die twijfelt aan het adekwaat zijn van zijn beroepsmatig handelen.
De vraag om hulp kan echter ook door anderen, b.v. ouders, onderzoekers of begeleiders, het schoolteam of de schoolleider gesteld worden.
Het optimaal op elkaar afstemmen van ‘leren’ en ‘onderwijzen’ tijdens het remediëren wordt bepaald door 4 factoren:
- | de mogelijkheden van de leerling om te leren; |
| |
- | de mogelijkheden van de onderwijsgevende om te onderwijzen; |
| |
- | de mogelijkheden van de betrokkenen om met elkaar een adekwate relatie op te bouwen; |
| |
- | de mogelijkheden van aanvullende hulp. |
De aandacht voor en de kennis van het lerende kind en de vakbekwaamheid van de onderwijsgevende vormen hierbij de kern. Het functioneren van deze kern wordt in sterke mate bepaald en beïnvloed door de beschikbare hulp uit daaromheen liggende onderwijsstructuren.
Hierbij gaat het niet alleen om de ter beschikking staande materiële hulp en informatie, maar ook om de theoretische stellingname die er bestaat ten aanzien van de remediërende activiteit.
Het onderwijs in Vlaanderen en Nederland kent een grote verscheidenheid van theoretische stellingname. Er zijn uiteenlopende vormen van hulpverlening ontstaan bij ‘de vergroting van de zorgbreedte voor de leerling’.
De taalleerkracht, de remedial teacher, speciale opvangsgroepen, consultering, op remediëring gerichte groeperingen van leerlingen of leerkrachten zijn hiervan verschijningsvormen.
Vanuit de ervaring hiermee en vanuit een principieel-theoretische benadering is het van groot belang meer te weten over:
a. | de practische mogelijkheden die onderwijsleersituaties bieden t.a.v. de remediërende activiteit; |
b. | de voorwaarden die fundamenteel zijn voor het vergroten van de zorgbreedte voor de leerlingen. |