Minister De Backer bepleit integratie Noord-Zuid
Het thema: ‘Het basisonderwijs en de culturele integratie Noord-Zuid’ was voor de minister van Nederlandse Kultuur en Vlaamse Aangelegenheden, mevrouw R. de Backer-Van Ocken, de aanleiding zich duidelijk uit te spreken voor een zorg van overheidswege voor het culturele leven en voor de culturele integratie van Nederland en Vlaanderen. Het verheugde haar telkens het A.N.V. te ontmoeten. In het begin van haar rede haalde de bewindsvrouwe de bekende uitspraak van de Nederlandse liberale staatsman Thorbecke aan ‘kunst is geen regeringszaak’. Maar in onze tijd is het vanzelfsprekend wanneer regeringen en hun verantwoordelijke ministers een beleid uitstippelen om de culturele stromingen te steunen. Want de cultuur is de zuil waarop in onze tijd welvaart en welzijn stoelen. Toch, aldus de minister, had Thorbecke niet geheel en al ongelijk. De culturele activiteiten gaan uit van het particulier initiatief voor een belangrijk deel. De cultuur is een goed van de gehele gemeenschap. Zonder de medewerking en de financiële steun van de overheid kan het culturele leven niet gedijen. Ware het anders, dan zouden het bibliotheekwezen, de musea, de schouwburgen en de concertzalen bijvoorbeeld geen bestaan hebben.
Interessant waren haar bedenkingen tegen de culturele akkoorden. ‘De wereld is in onze tijd een straat geworden met een lengte van 40 000 km en 3 miljard buren. En toch kunnen we ons afvragen of onze buren niet vaak als vreemdelingen worden beschouwd’. De internationale culturele relaties zouden op geringer schaal moeten worden geschoeid.
Wie kennis neemt van de teksten van een cultureel akkoord als dat van Nederland en België zal weinig onderscheid bespeuren met de tekst van een cultureel verdrag van België en Venezuela. En toch hebben Nederland en België, als nabuurstaten, veel gemeen. De minister zag de bepalingen van de nationale wetgevingen - zoals op onderwijsterrein - als obstakels voor een wezenlijke culturele integratie van Nederland en Vlaanderen. In dit verband sprak mevrouw De Backer haar voldoening uit over het waarschijnlijk in 1980 te sluiten Taalunieverdrag tussen beide landen, dat de juridische kaders zal scheppen om de Noord-Zuid-samenwerking tot realiteit om te buigen. Wanneer we in de Europese eenheid opgaan is het van belang de eigen waarde en de eigenheid onzer daarin een plaats te geven.