Toch een grens in Turnhout?
Er is méér nodig dan een gastvrij cultureel centrum, een gastvrije directeur en medewerkers, om een regionale werkdag over ‘De participatie van de basis aan het cultureel Noord-Zuid verkeer’ volledig te doen slagen.
Op 26 november 1977 werd in ‘De Warande’, het levendig cultureel centrum in Turnhout (provincie Antwerpen), door het Noord-Zuid Contactcentrum Volksontwikkeling de tweede regionale werkdag georganiseerd ten behoeve van deelnemers uit het sociaal-cultureel werk in de provincies Noord-Brabant en Antwerpen. De eerste regionale werkdag werd georganiseerd in Bemelen (Nederlands Limburg), de derde volgt in april 1978 in ‘De Sirkel’ te Drongen voor deelnemers uit de provincies Zeeland, Oost- en West-Vlaanderen. Een ‘nationale werkdag’ wordt het sluitstuk.
Even iets over het programma. Zoals in Bemelen bestond het programma uit drie onderdelen, m.n. een informatief gedeelte bestaande uit inleidingen door de heren M. Faassen en J. Das, die een toelichting gaven over de wenselijkheid van dit Noord-Zuid verkeer en over die subsidieregelingen die ter zake van toepassing zijn; ten tweede een ‘beurs’, waarbij de verschillende aangesloten organisaties informatie konden geven over hun werking; tenslotte werden in de werkgroepen vier sociaal-culturele vraagstukken door de Noord-Zuid bril benaderd, m.n. de kadervorming, de participatie, de programmering en de grensoverschrijdende contacten.
Een negentigtal deelnemers van organisaties uit Noord-Brabant en Antwerpen waren 's ochtends present. Hoewel de ‘Antwerpenaars’ thuis speelden, behaalden de ‘Brabanders’ in aantal de absolute meerderheid. Verwacht werd dat de deelnemers dank zij de uitvoerige documentatiemap (samengesteld door J. Jansen en M. van Heijningen, respectievelijk stafmedewerker en lid van de Culturele Raad Noord-Brabant) zonder problemen alle voorgelegde onderwerpen ‘noord-zuidelijk’ en gezwind zouden bespreken. Dit was helemaal niet het geval. Men werd vrij hard geconfronteerd met het feit dat de grens gewoon een harde realiteit is. Bepaalde begrippen werden volkomen anders geïnterpreteerd; andere werden door de ene of andere groep niet begrepen. Zo duurde het wel even voor men tot de vaststelling kwam dat het lidmaatschap en de contributie wel eens hetzelfde kon betekenen (een gemakkelijk voorbeeld om niet over zeer fundamentele verschillen te moeten schrijven).
Uit deze kritische kanttekeningen mag men niet besluiten dat deze regionale werkdag de bekende mist in ging. Het was een bijzonder interessante en boeiende confrontatie waaruit duidelijk bleek dat de verantwoordelijken voor en de basis van deze culturele werksoort juist meer dan ooit en behoedzaam moeten verder werken. Persoonlijk gingen wij - ondanks alle opwerpingen, kanttekeningen, negatieve kritiek, e.d.m. - tevreden naar huis. Waarom? Het is een grandioze illusie te verwachten dat ‘de basis’ - d.i. de man en de vrouw die zich in zijn regio volledig engageert voor de vorming en ontwikkeling van zijn medemens - plotseling en probleemloos zijn of haar ‘collega’ van over de grens gaat ontdekken. Dit kan niet, dit is onzin. Vergeten wij niet dat de Noord-Zuid contacten - óók binnen het sociaal-cultureel werk - zich in het verleden bijna altijd beperkten tot topmensen.
Het Noord-Zuid Contactcentrum Volksontwikkeling heeft met de organisatie van de regionale werkdagen bewust gebroken met deze ‘traditie’. Dit centrum moet - ondanks de problemen die zich stellen - de ingeslagen weg bewust blijven volgen. De resultaten zullen niet uitblijven. Zei één van de inleiders niet: ‘Wanneer wij kijken naar de Noord-Zuid contacten op het vlak van het vormings- en ontwikkelingswerk, dan stellen wij vast dat deze eerder gering zijn, zélfs beschamend weinig. Beschamend voor een werkveld dat, zoals Fons Erens zegt, de openheid en de onderlinge solidariteit wil bevorderen. Laten wij hier vandaag én in de toekomst concreet iets aan doen’.
Het Noord-Zuid Contactcentrum heeft de grote verdienste om ‘iets’ op gang te hebben gebracht? Dit ‘iets’ - voor sommigen zeer weinig, voor anderen wat meer - moet het blijven vasthouden. Dit is zijn opdracht, zijn plicht. Het zou een goede zaak zijn indien de overheid met aandacht en belangstelling (!) even op de ‘schoolbanken’ ging zitten om enkele besluiten grondig te bekijken, b.v.:
- | de zgn. culturele integratie bleef nog te zeer beperkt tot de belangstellingssfeer van topmensen; |
- | de basis (welke dan ook) heeft belangstelling - dit werd ten overvloede bewezen - maar werd haast nooit wezenlijk bij de integratie betrokken en staat er dus vreemd tegenaan te kijken; |
- | dus: een basisgericht beleid want... het gaat ook om die basis. |
Nog een laatste opmerking: Gevraagd: een ‘Interlimburgambtenaar’ voor de provincies Antwerpen en Noord-Brabant. Dit besluit van één van de werkgroepen, dit raadsel moet opgelost worden in Den Bosch of in Antwerpen.
Wie zet de eerste stap?