[Nummer 1]
Een nieuwe voorzitter
Prof. dr. Hendrik Fayat algemeen voorzitter van het Algemeen Nederlands Verbond
Prof. dr. Hendrik Fayat, hoogleraar aan de VUB te Brussel, oud-minister, ere-advocaat en erelid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, heeft met ingang van 1 januari jl. het algemeen voorzitterschap van het Algemeen Nederlands Verbond aanvaard.
Prof. dr. Fayat werd in 1908 in Sint-Jans-Molenbeek geboren. Na zijn studies aan het Koninklijk Atheneum en de Vrije Universiteit in Brussel werd hij in 1933 doctor in de rechten. Tot 1935 was hij aspirant van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek. In hetzelfde jaar vestigde hij zich als advocaat in Brussel. Hij legde de advocateneed in het Nederlands af en was één der eerste jonge advocaten die zijn stageverslag in het Nederlands bij de Brusselse balie indiende. In de jaren voor Wereldoorlog II was hij privé-secretaris van verscheidene ministers en gedurende de oorlog vrijwilliger van de Belgische strijdkrachten in Engeland en rechtskundig attaché bij het ministerie van buitenlandse zaken in Londen en kabinetschef van de minister van binnenlandse zaken.
In 1946 werd hij voor de Belgische Socialistische Partij (BSP) lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, welk lidmaatschap hij in 1971 beëindigde. Zijn maidenspeech in 1946 was een protest tegen de vernieling van de IJzertoren. Van 1957 tot 1958 was hij minister van buitenlandse handel, evenals in de jaren 1968-1972. Van 1961-1966 was hij tevens adjunct, als minister, voor buitenlandse zaken en belast met de Europese onderhandelingen. In de jaren 1949-1950 was hij lid van de Consultatieve Vergadering van de Raad van Europa en van 1954-1957 lid van de Gemeenschappelijke Vergadering van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, alsmede bij toerbeurt herhaaldelijk voorzitter van het Benelux-Ministerscomité en van de Raad van Ministers van de Europese Economische Gemeenschap. In 1963 was hij voorzitter van de onderhandelingsconferentie over het eerste toetredingsverzoek van Engeland tot de Europese Gemeenschap ten tijde van het veto van generaal De Gaulle. Herhaalde malen trad hij, als minister of als volksvertegenwoordiger, op als afgevaardigde op internationale vergaderingen (UNO, UNESCO, OEES, OESO, GATT). In de periode 1959-1961 was hij ere-penningmeester van de parlementaire NAVO-vergadering.
Door zijn toedoen kwam in 1965 het verdrag over de Schelde-Rijnverbinding tot stand.