Kaiyo-Maru
In het jaarverslag 1975 werd reeds vermeld dat er pogingen worden gedaan om het in de jaren zestig van de vorige eeuw te Dordrecht gebouwde schroefstoomoorlogschip ‘Kaiyô-maru’ te lichten.
Het schip, dat korte tijd diende als vlaggeschip van de Japanse Shogunale marine, verging tijdens een storm in 1868 in de baai van Ezashi aan de kust van Japans noordelijke eiland Hokkaido. De duikwerkzaamheden werden na een onderbreking in de winter in juni van het vorig jaar hervat. Midden juli werd onder grote publieke belangstelling en met enige ceremonie een 16 c.m. kanon, behorende tot de hoofdbewapening van het schip, geborgen. H.M. Ambassadeur had zich bij deze gelegenheid laten vertegenwoordigen door één van de stafleden van H.M. Ambassade te Tokio. De bergingswerkzaamheden worden bemoeilijkt door een laag harde leem die de wrakstukken van het schip bedekt. Buiten een drietal kanons, waaronder een bijzonder gave en fraaie bronzen één-ponder van Nederlandse makelij, is een groot aantal granaten boven water gekomen.
Met medewerking van het Rijksarchief kon beslag gelegd worden op copieën van de volledige correspondentie tussen o.m. de N.H.M. en haar adviseurs m.b.t. de bestelling uit Japan en de bouw van het schip op de Dordtse werf.