| |
| |
| |
Spiegel van de Nederlanden
| |
| |
| |
Uit Noord en Zuid
Toeristische samenwerking tussen de drie Beneluxlanden
Sedert enkele jaren werken de Beneluxlanden ook op toeristisch gebied samen. Binnen de Benelux Economische Unie is een Bijzondere Commissie voor Toerisme gevormd, die op pragmatische wijze naar meer coördinatie streeft. In deze commissie zijn vertegenwoordigd de nationale bureaus voor toerisme van België, Nederland en Luxemburg. Zij sloegen in 1973 voor de eerste maal de handen ineen om in een gezamenlijke campagne het Benelux-publiek meer te interesseren voor uitstapjes en korte vakanties in ons eigen Beneluxgebied.
Het uitgangspunt daarbij was, dat Benelux nog altijd een flink stuk kleiner is dan het grondgebied van Engeland of de Bondsrepubliek, waardoor het qua afstanden als één gebied kan worden beschouwd. Voor een Antwerpenaar ligt Gelderland immers niet verder dan de Ardennen en een Rotterdammer is even vlug aan de Belgische kust als in Friesland. Anderzijds zijn de verschillen van steden en landschappen zo groot, dat zelfs binnen dit relatief kleine gebied het ‘dépaysement’ gegarandeerd is. Dit alles werd in 1973 duidelijk gemaakt in een overvloedig geïllustreerde brochure met als titel ‘Benelux, grenzeloos vrij’, die in een oplage van bijna een half miljoen exemplaren werd verspreid en waarvan de oplage thans volledig is opgebruikt.
Tevens werden van 1974 tot 1976 in het stille seizoen maandelijks gemeenschappelijke toeristische persberichten gestuurd naar de bladen van de drie landen. Gelijktijdig werd gewerkt aan een eenvormig klassifikatiesysteem voor hotels in de drie Beneluxlanden. De uitgangspunten voor deze klassifikatie zijn thans vastgelegd. Er zijn echter nog een aantal technische problemen op te lossen alvorens deze klassifikatie in Benelux kan worden ingevoerd. Thans gaat er een nieuwe gemeenschappelijke actie van de drie Nationale Toeristische Diensten van start. Ouder de speelse slogan ‘Benelux, ons eigen buitenlandje’ wordt een reklamecampagne gevoerd waarin de aandacht wordt gevestigd op de vele en gevarieerde mogelijkheden die Benelux biedt voor een weekend, een korte vakantie of een daguitstap in het voor- of naseizoen. De maanden van maart tot juni zijn een uitstekend geschikte periode voor dergelijke korte breaks: de lente is immers een mooi jaargetijde met vaak zonnig weer, vele vrije dagen en zonder de soms benauwende drukte en verkeersproblemen van het hoogseizoen.
| |
Spektakelbeurs voor de Nederlanden
Eén van de evenementen die een brug slaat tussen Noord en Zuid is de langzamerhand traditie geworden ‘Spektakelbeurs voor de Nederlanden’. Het is een beurs voor toneel, muziek, dans, ballet, mime, poppenspel, jeugdtheater, muziektheater, cabaret, kleinkunst, pop en jazz. De derde beurs wordt ook nu in Breda gehouden in het begin van het jaar. De organisatie berustte bij de Culturele Raad Limburg, de Interprovinciale Cultuurraad in Antwerpen, de gemeente Breda en de Culturele Raad van Noord-Brabant in het kader van het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag.
| |
Benelux informatiepakket
De advertenties die in maart en april 1977 in de pers van de drie landen verschijnen bevatten een coupon die men kan uitknippen en insturen. Wie dat doet ontvangt een informatiepakket met onder andere een grote, kleurige, aantrekkelijk geïllustreerde toeristische kaart van Benelux. Op de achterkant staat een lijst van allerlei toeristische bezienswaardigheden in de drie landen, die het hele jaar door geopend zijn. Bezienswaardigheden die in de winter tijdelijk dicht gaan, staan niet vermeld, omdat de nationale toeristische bureaus extra publiciteit willen geven aan die toeristische attrakties en bezienswaardigheden die ook buiten het seizoen hun deuren open houden. Dat het aantal daarvan verrassend groot is kan in deze folder met één blik worden vastgesteld.
Verder bevat het Beneluxinformatiepakket een arrangementenbrochure van elk van de drie landen. Voor België en Luxemburg is het de eerste maal, dat de nationale bureaus voor toerisme zo'n brochure uitgeven.
Voor Nederland is het de eerste maal, dat de NBT-arrangementenbrochure op grote schaal ook in België en Luxemburg wordt verspreid.
De toerist in Benelux krijgt nu een kompleet overzicht van nagenoeg alle korte verblijfarrangementen die hoteliers en VVV's hebben samengesteld.
Het blijkt, dat er aan dit soort informatie veel behoefte bestaat. De interessante aanbiedingen voor weekends en korte vakanties worden dan ook steeds talrijker. Vele hoteliers stoppen allerlei extra's in deze arrangementen, die aangeboden worden tegen een prijs die vaak aanmerkelijk beneden de kamer- of pensionprijs ligt. De hotelhouders zien hierin een middel om ook buiten het drukke seizoen publiek te trekken. Voor de toerist is het een plezierige formule om tegen een aanvaardbare prijs enkele dagen te relaxen.
Voeg daarbij de reeds genoemde korte afstanden binnen Benelux en de aantrekkelijkheid van het arrangement is duidelijk.
| |
Nederlandse toeristenkaart voor Benelux
Sedert 1960 is ingevolge de Benelux-Overeenkomst inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het Beneluxgebied, de personencontrole aan de binnengrenzen van Benelux afgeschaft. Dit betekent echter niet, dat onderdanen van een Beneluxland, die zich naar een ander Beneluxland willen begeven, niet in het bezit van een identiteitsbewijs moeten zijn. Weliswaar behoeven zij geen identiteitsbewijs meer te tonen aan de Nederlands-Belgische of aan de Belgisch-Luxemburgse grens, doch eenmaal in een partnerland aangekomen moeten zij, evenals de inwoners van dat land, te allen tijde in staat zijn tegenover de plaatselijke politiële en justitiële autoriteiten hun identiteit aan te tonen. Voor inwoners van België en Luxemburg kan dit geen probleem vormen, omdat zij een officiële identiteitskaart bezitten, welke zij steeds bij zich moeten hebben. In Nederland bestaat zulk een verplichte identiteitskaart echter niet.
In verband met de moeilijkheden die daaruit kunnen voortvloeien voor Nederlanders die zich naar België of Luxemburg begeven en tevens ten einde het intra-Beneluxverkeer nog verder te vergemakkelijken zal binnenkort in Nederland, naast de reeds bestaande reisdocumenten een nieuwe identiteitskaart (toeristenkaart) worden ingevoerd, welke een onbeperkte geldigheidsduur heeft doch uitsluitend geldig is voor het Beneluxgebied. De prijs van deze kaart bedraagt f 2,50 exclusief gemeentelijke leges. Zij zal voorlopig alleen worden uitgereikt door de gemeentebesturen in de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg.
| |
| |
| |
Educatief gebruik radio-zenders
Op de internationale golflengte-conferentie in 1975 is aan Nederland en België een aantal radio-frequenties toegewezen, waardoor, hoe dan ook, tegemoet kan worden gekomen aan de in het volksontwikkelingswerk in Nederland en Vlaanderen levende behoefte aan uitzendingen ten dienste van het onderwijs en de volksontwikkeling. De toewijzing van één lange-golf-frequentie aan Nederland en België gezamenlijk voor het Nederlands taalgebied ten behoeve van de Nederlandse cultuur dwingt tot bezinning op het gebruik van radio voor onderwijs- en volksontwikkelingsdoeleinden in het algemeen en op de wijze waarop genoemde integratie formeel en inhoudelijk zou kunnen worden uitgewerkt.
De Nederlandse minister van onderwijs dr. J.A. van Kemenade en staatssecretaris dr. G. Klein hebben op 17 maart de voorbereidingscommissie open universiteit geïnstalleerd. De comissie zal de bewindslieden van adviezen dienen over de organisatorische opzet, de onderwijskundige vormgeving, financiering en fasering in de realisatie van een open universiteit in Nederland.
| |
Oproep
Vaak klagen de Vlamingen dat ze in Brussel als tweederangsburgers behandeld worden, dat men hen niet eerbiedigt, dat men in de grootwarenhuizen het Nederlands niet gebruikt, dat in banken en verzekeringsmaatschappijen - op een paar uitzonderingen na - het Frans steeds overheerst, dat Brussel een Franstalig uitzicht heeft, dat de Brusselse francofonen zich arrogant aanstellen en hen negeren. Met deze klachtenlitanie zou men zeer gemakkelijk heel wat bladzijden kunnen vullen.
Maar is de schuld wel steeds bij de francofonen gelegen? Moeten de Vlamingen niet eens op eigen borst kloppen en zich afvragen of zij zelf niet in grote mate de schuld dragen?
U die dit artikel leest, wees eens eerlijk met u zelf; hoe vaak gebeurt het niet dat, wanneer u in Brussel komt, u automatisch naar het Frans overschakelt, in winkels, op straat, in de bureaus, zelfs in de officiële diensten?
Indien de 400.000 Vlamingen, die dagelijks naar Brussel komen werken of winkelen, steeds en overal hun taal zouden spreken, dan kan ik u verzekeren dat de toestand vlug zou veranderen. De eerbied voor de Vlaming (en zijn geld) alsmede voor het Nederlands, zou alras merkbaar worden. Indien de Vlamingen een beetje konsekwent zouden zijn, dan zou op enkele jaren tijd de toestand er heel wat anders kunnen uitzien dan vandaag. Brussel zou meer en meer met de realiteit rekening houden en moeten houden.
Om deze idee te propageren, om hieraan regelmatig te herinneren, om de Vlamingen in het hinterland wakker te schudden en een klein beetje meer Vlaamsbewust te maken, hebben het VLAAMS KOMITEE (waarvan ik het genoegen heb voorzitter te zijn) het initiatief genomen om een grootscheepse vensterafficheslag op het getouw te zetten in het Vlaamse land zelf, met de slagzin ‘Spreek steeds uw taal te Brussel’. Deze kleine affiches (30 × 40 cm) zouden OVERAL in Vlaanderen moeten uithangen, niet alleen aan de vensters van huizen en appartementen, maar in alle openbare gebouwen, scholen, stadhuizen, kerken, feestzalen, cultuurcentra en noem maar op.
Willens nillens zullen de Vlamingen er dagelijks aan herinnerd worden dat ze te Brussel steeds hun taal moeten gebruiken. Het is een gezamenlijke campagne waaraan iedereen die het wil, kan meehelpen. Wij doen een algemene oproep, wij richten ons tot alle Vlaamse verenigingen en alle Vlamingen, van welke strekking ze ook mogen zijn, met het verzoek mee te helpen. Het is een campagne ten bate van gans de Vlaamse gemeenschap.
Om de actie te vergemakkelijken en te centraliseren werd er een speciale rekening geopend - nr 437-6155201-07 van ‘Spreek uw taal’ - Brussel 4. De affiches, die 10 fr per stuk kosten, kunnen besteld worden op de betalingsstrook ot bij S. Szondi, Ch. Degrouxstraat 78 te 1040 Brussel.
Deze actie is broodnodig en daarom moet zij slagen.
Zij moet grootscheeps zijn en algemeen. Daarom ook doen wij niet alleen een oproep tot individuen, maar vooral tot verenigingen en groeperingen, en hopelijk ook politieke, die zoveel mogelijk de handen in elkaar zouden moeten slaan om zich SAMEN in hun gemeente nu actief in te zetten en bv. ter gelegenheid van 11 juli de gemeente een gans bijzonder uitzicht te geven.
Wij willen ons volledig inzetten, maar atléén kunnen wij het niet. Daarom deze oproep tot mede- en samenwerking.
Wij hebben 100.000 meerkleurige vensteraffiches laten drukken. Wij nemen dus een groot financieel risico. De hele actie wordt inderdaad gevoerd zonder enige subsidie. Wij wensen dat de Vlamingen er zelf een succes van maken. Wij zijn enkel de initiatiefnemers. Vergeet het niet: ‘Brussel is ons aller zaak’. Spreek er dus steeds uw taal en helpt met vereende krachten dit te propageren, vooreerst door dit toe te passen en vervolgens door zoveel waar u kunt de affiches uit te hangen, het hele jaar door.
dr. jur. S. SZONDI, gemeenteraadslid te Etterbeek
| |
Vakantiecursus voor leerkrachten lager onderwijs
In het kader van het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag zal van 4 tot en met 14 juli 1977 voor de negentiende maal een vakantiecursus in België worden gehouden voor leerkrachten van Nederlandse scholen voor (gewoon en buitengewoon) lager onderwijs, alsmede voor studenten van pedagogische academies die verwachten in 1977 de bevoegdheid als onderwijzer te behalen. Het aantal deelnemers zal ten hoogste 60 kunnen zijn. In verband met de te verwachten integratie tussen het kleuter- en lager onderwijs zal een aantal hoofdleidsters van het kleuteronderwijs aan de cursus kunnen deelnemen. Indien het aantal meldingen het toelaat zullen ook leidsters, in het bezit van de hoofdleidsterakte in aanmerking kunnen komen.
| |
Stichting samenwerkingsverband Zeeuws HBO
Aan de redactie van ‘Uitleg’ ontlenen wij het bericht dat op een vergadering over het Hoger Beroepsonderwijs in Zeeland in Middelburg is besloten tot een stichting inzake samenwerking van deze tak van onderwijs in Zeeland. De vertegenwoordigers van de besturen van de Rijkspedagogische Academie, de Hogere Technische School, de School voor Fysiotherapie en de Laboratoriumschool en vertegenwoordigers van de gemeenten Goes, Middelburg en Vlissingen namen het besluit tot oprichting van het stichtingsverband.
| |
| |
| |
Werkgroep 19e eeuw Mij. Der Nederlandse Letterkunde
Op 27 november van het vorige jaar werd in den Haag de Werkgroep 19e Eeuw opgericht, die is voortgekomen uit een initiatief van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden. Doelstelling van de werkgroep is de studie van de negentiende eeuw in de ruimste zin te bevorderen. Daarbij wordt gedacht aan ontsluiting van materiaal in bibliotheken en archieven, d.m.v. bibliografieën en registers en het signaleren van nieuwe publicaties op verschillende vakgebieden. Tevens wil de werkgroep stimulerend en coördinerend optreden bij de organisatie van tentoonstellingen, het opzetten van projectgroepen e.d. Het werkterrein wordt globaal begrensd door de jaren 1800 en 1900. Het lidmaatschap van deze werkgroep staat voor iedereen open.
Voorlopig zullen de activiteiten beperkt blijven tot de uitgave van het documentatieblad ‘De Negentiende Eeuw’ en de organisatie van een jaarlijks symposium. Het documentatieblad zal de aandacht vestigen op nieuwe vakliteratuur (interdisciplinair), op tentoonstellingen en musea en op de activiteiten van allerlei genootschappen. Tevens zullen negentiende-eeuwse tijdschriften en almanakken worden geïnventariseerd, en wordt verslag uitgebracht van lopend onderzoek. Daarnaast komt er een rubriek, geïnspireerd op het tijdschrift ‘Navorscher’, waarin met de hulp problemen op het terrein van de werkgroep opgelost kunnen worden. Het blad zal bij voorkeur echter geen bijdragen bevatten, die ook in andere bladen gepubliceerd kunnen worden. Om al deze taken te vervullen, zal, naast de redactie, een groot aantal corresponderende leden uit verschillende vakgebieden noodzakelijk zijn. Het tijdschrift zal vier keer per jaar verschijnen. De organisatie berust bij een bestuur van vier personen: dr. H. van Dijk, prof. dr. M.H. Schenkeveld, prof. dr. A.L. Sötemann (voorzitter) en drs. P.A.W. van Zonneveld. De redactie van het documentatieblad bestaat uit zes personen: M. Keyser, drs. N. Maas, drs. M. Mathijsen, drs. J. Siesling, drs. J.P. Raat en drs. P.A.W. van Zonneveld. De laatste voert het redactiesecretariaat. Nadere inlichtingen worden verschaft door het secretariaat van de werkgroep p/a Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Universiteitsbibliotheek, Rapenburg 70-74 te Leiden.
| |
Vooroordelen moeten weg uit onze geschiedenisboekjes
Onder deze titel heeft Kick Schnöder in het orgaan van de Raad van Europese gemeenten een artikel geschreven over de studie ‘De problematiek der vooroordelen en haar impact op het geschiedenisonderwijs’ van de Belgische hoogleraar Louis-Theo Maes. Wij weten maar al te goed hoe dikwijls in de geschiedenisboekjes in de Nederlanden vertekende beelden worden gegeven. ‘De beschaafde mens van deze eeuw heeft over de energie, de materie en de natuur een merkwaardige heerschappij verworven, en ook zijn vat op het lichamelijk lijden en de vroege dood maakt grote vorderingen. In tegenstelling tot deze ontwikkeling echter leven wij, wat de relaties onder mensen betreft, nog in de Steentijd. Dit gebrek aan sociaal inzicht schijnt de vooruitgang van de positieve wetenschappen zinloos te maken’. Aldus het begin van de publicatie. Professor Maes is daarmee één van de weinigen, aldus Schröder, die gehoor heeft gegeven aan de op roep van het Interministerieel Comité van de Raad van Europa om te komen tot de oprichting van een nationaal voorlichtingscentrum met de bedoeling een nieuwe didactiek voor het geschiedenisonderwijs uit te werken. De hoogleraar gaat met name in op een aantal vooroordelen, die een verder samengaan van de volkeren van deze aarde blijvend tegenhouden. Voorbeeld: Nederlanders vinden niets doller dan domme grappen over nog dommere Belgen te vertellen, terwijl de Belgen omgekeerd zich uitputten in een even weinig vleiend proza over hun noorderburen. Samen nemen ze vervolgens de ‘Brusselaar’ op de korrel.
Woorden als ‘Yanks’, ‘Moffen’, ‘Polakken’, ‘Kaaskoppen’, ‘Nikkers’ en termen als ‘Italianen zijn onbetrouwbaar’, ‘het gele gevaar’, ‘Gierige Jood’, ‘Christenhond’ en ‘heiden’, worden nog steeds, aldus professor Maes, regelmatig gebruikt en verschillende van deze termen komen nog in geschiedenisboekjes voor, waarmee wij onze kinderen plegen ‘het goede uit het verleden’ bij te brengen.
Meer op het geschiedenisonderwijs inhakend geeft de hoogleraar, volgens Schröder, een prachtig voorbeeld van een onzinnig vooroordeel, dat in dit speciale geval samengaat met een imperialistisch streven: Waarom worden Frankrijk en Engeland nog steeds tot de ‘Grote Vier’ gerekend. Noch Frankrijk, noch Engeland hebben vanwege hun economisch potentieel, hun muntwaarde, hun bevolkingsaantal, territoriale oppervlakte, hun atoomkracht of andere reden immers recht op deze titel. In Amerika wordt onderwezen dat dit land door de ‘Pilgrimfathers’, die in 1621 met hun ‘Mayflower’ over de Atlantische Oceaan trokken, werd ontdekt. Men vergeet daar echter, dat de Spanjaarden een honderd jaar eerder al grote nederzettingen in dat land hadden. In het algemeen stelt professor Maes de vraag: Vergelijkt het geschiedenisboek regelmatig de historische problemen met de hedendaagse actuele situaties en werd er ooit weleens gewezen op het feit dat de ‘helden’ uit onze historie ook fouten maakten, omdat het tenslotte mensen waren? In totaal heeft professor Maes een lijst opgesteld van 120 vragen die uitgaan van een vooroordeel, dat onze schooljeugd dagelijks min of meer als vanzelfsprekend wordt opgedrongen.
Inmiddels heeft het initiatief van professor Maes al heel wat resultaten opgeleverd. Bij onze Zuiderburen werd een dag belegd voor geschiedenisleraren, waarbij hen de lijst werd voorgelegd. Voorts werd de lijst voorgelegd aai de geschiedenisexperts in de Raad van Europa, die de lijst volledig aannamen en aanbevolen bij alle lidstaten van de Raad. Voor zover bekend werd in Nederland, aldus Kick Schröder, tot nu toe helaas nog nauwelijks initiatief in deze richting genomen.
| |
Nieuwe voorzitter NUFFIC
Mr. F.J. Kranenburg, oud-commissaris van de koningin in de provincie Noord-Holland is mr. Ch. M.J.A. Moons opgevolgd als voorzitter van de Stichting der Nederlandse Universiteiten en Hogescholen voor Internationale Samenwerking (NUFFIC). Ter gelegenheid van de officiele overdracht van het voorzitterschap zei staatssecretaris dr. G. Klein o.m.: ‘Het zijn alleen de universitaire instellingen die de wetenschappelijke en technische groei, waaraan de ontwikkelingslanden zo'n sterke behoefte hebben, mogelijk kunnen maken, omdat zij in zich de zo belangrijke elementen opleiding, fundamenteel en toegepast onderzoek combineren’. In steeds toenemender mate gaat de universiteit in de ontwikkeling van de samenleving een rol speten.
| |
| |
| |
Derde Frans-Vlaamse veertiendaagse te Nieuwpoort
In het zopas verschenen huldeboek aan André Demedts, schrijft L. Verbeke, secretaris van het Komitee voor Frans-Vlaanderen: ‘sinds drie jaar wordt ook een Frans-Vlaamse veertiendaagse op touw gezet in Nieuwpoort o.l.v. burgemeestersenator G. Mommerency’.
Dat dergelijke organisatie reeds enige naam (faam?) verworven heeft, bewijst overduidelijk de melding in voornoemd werk. Op een paar uitzonderingen na, mag verklaard worden ‘derde keer, goeie keer’. De openingszitting, op 2 april jl., in aanwezigheid van mevrouw R. De Backer-Van Ocken, minister van Nederlandse Cultuur en Vlaamse Aangelegenheden en tal van vooraanstaanden w.o. een sterke afvaardiging uit Frans-Vlaanderen, was opnieuw hoogstaand. De toespraken van de minister, van de heer Billiaert, conseiller général uit Sint-Winoksbergen en van burgemeester-senator Mommerency (Nieuwpoort) werden afgewisseld door het optreden van ‘Les Choeurs du Groenberg’ (Sint-Winoksbergen) en van het Beauvarlet kamerkoor (Nieuwpoort). Jammer dat de tweetalige Billiaert z'n moedertaal (het Vlaams) ruilde voor het Frans, bevreesd om de draad kwijt te raken! Een volgende maal zou hij beter doen ... en inderdaad, tijdens de ontvangst op het stadhuis van Sint-Winoksbergen, op 16 april jl. (tijdens de Frans-Vlaamse-reis), sprak hij allen toe, in onvervalst Frans-Vlaams! De artistiek-historische avond, met medewerking van E.H. Deschrevel, die handelde over oude orgels in West- en Frans-Vlaanderen,
Op de eerste rij: Minister De Backer, burgemeester Mommerency (Nieuwpoort), E. Vansteenkiste, volksvertegenwoordiger, Mevr. Platteau - Van Elslande, lid bestendige deputatie, Arrondissementskommissaris Dezitter, burgemeester Vanhee (Veurne), Senator A. Vandenabeele.
en dr. E. Defoort over het werk van Vital Celen, bracht - alhoewel de onderwerpen uiterst interessant waren - niet het verhoopte (publieke) resultaat.
De folkloristische avond was iets van de bovenste plank. R. Watthy, de all-round ‘Streuvels’ uit Woumen heette de groepen uit Hondschoote en Sint-Winoksbergen welkom. Vooral ‘Les Joyeux Berguois’ (zwierige oudjes tussen 65 en 85 j.) uit laatstgenoemde Frans-Vlaamse vestingstad, toonden zich aan hun beste zijde en brachten een niet eerder geziene ‘show’. Dat is folklore! Merkwaardig - het dient gezegd - was wel dat ze allemaal hun pittig Vlaams spraken. Zelfs jongeren (uit Hondschoote) spraken dit.
De muzikale avond met opnieuw het Beauvarlet kamerkoor en ‘Les Choeurs du Groenberg’ met een meer uitgebreid programma, was buitengewoon. Frans-Vlaamse liederen waren nimmer uit de lucht in een volle zaal van de Zusters Clarissen. De burgemeestersvergadering, waar lic. Zwaenepoel over ‘watertoerisme’ handelde, werd gevolgd door een toneelopvoering van ‘Menschen lyk wyder’. In een soms muisstille, uitverkochte zaal, bracht het Volkstoneel voor Frans-Vlaanderen, o.l.v. Flor Barbry, een meesterlijke vertolking. DAT wordt sinds 20 jaar gesmaakt en gevolgd, hier, en in Frans-Vlaanderen. Zo moet het verder gaan!
Ook op 16 april, toen met 54 ingeschrevenen naar ‘La Flandre verdoyante et fleurie’ werd gereisd, scheen de zon in ieders hart. Het werd een dag om nooit te vergeten. De gidsen M. Verhaest en R. De Beer (Rexpoëde) loodsten ons door het steeds gastvrije Frans-Vlaanderen.
Vier muziekkorpsen brachten, te Nieuwpoort-aan-zee, de muzikale noot. Ook de toeristen hadden uiteraard enige interesse voor het ganse ‘gedoe’ en niet in het minst voor de keurig opgestelde tentoonstelling in de feestzaal van de vismijn van 2 tot 17 april 1977.
Ondertussen lonkt 1978 ons reeds toe. Belle (Bailleul) deed reeds een (eerbaar) voorstel.
Graag eindigen we (opnieuw) met de woorden van L. Verbeke: ‘wie voor Frans-Vlaanderen iets wil doen, moet dit doen naar de geest van André Demedts: met illuzieloze trouw’.
Nieuwpoort en Frans-Vlaanderen gingen een niet meer te scheiden huwelijk aan.
ETIENNE DESAEVER
Hoofd Dienst Toerisme en Cultuur
| |
Naar een ‘Stichting voor Internationale Nederlandse Cultuurspreiding’ in Vlaanderen.
Op 7 maart 1977 werd te Brussel een instelling van openbaar nut opgericht genaamd ‘Stichting voor Internationale Nederlandse cultuurspreiding’ (zie: Belgisch staatsblad, 147e jaargang, 1977, nr. 76). Deze stichting heeft tot opdracht
a. | het oprichten en beheren van culturele instituten en kunstinstellingen in het buitenland; |
b. | het bevorderen, het coördineren en, waar nodig en mogelijk het oprichten van leerstoelen in de Nederlandse taal aan buitenlandse universiteiten en wetenschappelijke instellingen en het onderhouden van contacten met buitenlandse leerkrachten en studenten in de neerlandistiek; |
c. | het verlenen van technische bijstand aan personen en nationale instellingen die culturele activiteiten in het buitenland organiseren; |
d. | de uitstraling van de Nederlandse cultuur en de culturele samenwerking van de Nederlandse cultuurgemeenschap met het buitenland bevorderen. |
De stichting wordt beheerd door een raad van beheer van dertien leden, benoemd door de openbare besturen die de doelstelling van de stichting onderschrijven
a. | drie leden, waaronder de voorzitter, aangeduid door de Minister die de Nederlandse cultuur in zijn bevoegdheid heeft; |
b. | drie leden, waaronder een ondervoorzitter, door de Minister die de Nationale Opvoeding in zijn bevoegdheid heeft; |
c. | drie leden, waaronder een ondervoorzitter, door de Minister die de Buitenlandse Zaken in zijn bevoegdheid heeft; |
d. | vier leden benoemd door de hierboven genoemde ministeries onder personen die deskundig zijn in de buitenlandse culturele samenwerking. |
Het is een goede zaak dat, naar wij hopen, er dank zij deze stichting een betere coördinatie komt inzake het buitenlands cultuurbeleid van Vlaanderen. Wij hopen echter dat het particulier initiatief, dat reeds vele jaren en onder zéér moeilijke omstandigheden heeft gewerkt, niet zal vergeten worden. Een goede samenwerking en een degelijke organisatorische binding zijn hier méér dan gewenst en noodzakelijk.
| |
| |
| |
Werkgroep Taalgebruik
Sommige aanduidingen in de KREDIETBANK te o.a. DE PANNE (Zeelaan) en KNOKKE (Lippenslaap) waren tweetalig opgesteld. Het A.N.V. is tussen beide gekomen: alle vermeldingen zijn nu eentalig Nederlands.
De Heer Jung, ambassaderaad bij de Westduitse Ambassade te Brussel signaleert het volgende:
‘...Ik heb de eer U mede te delen, dat onze ambassade onmiddellijk na ontvangst van uw brief van 14 mei de bevoegde instanties van de Bondsrepubliek Duitsland verzocht heeft, er in de toekomst rekening mede te houden dat Brussel een tweetalige stad is en dus het Nederlands op een voet van gelijkheid met het Frans dient te staan’...
In een reclameblad dat verspreid wordt in Vlaamse gemeenten (Brabant) heeft een directeur van de firma N. GOFFART uit Sint-Agatha-Berchem het volgende laten plaatsen:
BERICHT AAN DE BEVOLKING ‘FORD’. ‘Door een spijtige en onverantwoorde vergissing van een distributiefirma werden in nederlandstalige gemeenten drukwerken verspreid in de Franse taal’.
‘We verontschuldigen ons ten zeerste hiervoor bij de personen welke zulk een exemplaar hebben ontvangen’. R. FOLK, verkoopsdirecteur van de P.V.B.A. N. GOFFART.
De Garage van Eddie BAL te 9330 Dendermonde gebruikte tweetalige kasbons. De Nederlandse afdeling van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht oordeelt dat deze kasbon als document dienstig is voor de boekhouding, op grond van artikel 5 van het taaldecreet van 19-7-73, uitsluitend in het Nederlands mag gesteld worden.
Naar aanleiding van onze brieven heeft de directie van de OFFICE DES PROPIETAIRES Naamsestraat 80 te 1000 Brussel haar taalpolitiek in de Brusselse agglomeratie gewijzigd, d.w.z. sommige reclame-aanduidingen zijn in de twee talen gesteld, de plaaaten worden in het Nederlands en het Frans geplaatst.
Er werd een klacht ingediend bij de Vaste Commissie voor Taaltoezicht tegen het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits verzekering, Tervurenlaan 22 te Brussel wegens het verspreiden van tweetalige berichten (onderrichtingen) aan de personeelsleden en diensten in het Nederlandse taalgebied.
Volgens artikel 39 van de taalwet mogen de berichten-onderrichtingen enkel in het Nederlands verstuurd worden.
Ingevolge onze actie voert ELECTRO-CASH Borrestraat 21 1930 Zaventem nu tweetalige reclame in de Shopping Magazine (edities Brussel).
Ter gelegenheid van het dertigjarig bestaan van de Luchtmacht stuurde de Staf aan Vlaamse firma's informatie over de Expo in het Jubelpark. De bijgevoegde plattegronden bleken eentalig Frans te zijn.
Minister Vanden Boeynants: ‘Navraag bij de Staf van de Luchtmacht heeft uitgewezen dat aan de door U vermelde informatie, inderdaad een franstalige plattegrond gehecht was.
‘Ik betreur dit ten zeerste en heb de betrokken diensten, de nodige onderrichtingen gegeven opdat een herhaling van deze feiten zich niet meer zou voordoen’...
De reclame van MELI - ADINKERKE was in B-Revue (N.M.B.S.) Frans-Nederlands gesteld. Voortaan wordt er voorrang verleend aan het Nederlands.
Het A.N.V. is al verscheidene malen tussenbeide gekomen bij de directie van GB/INNO/BM: bijna altijd krijgen onze taalverzoeken een positieve oplossing.
De taaltoestanden zijn volledig in orde in Inno-Brugge, Knokke en Gent, dit is ook het geval voor Priba-Oostende.
De kaarten die zich in de agenda's van BREPOLS te 2300 Turnhout bevinden en waarop België, Nederland en Frankrijk afgedrukt staan, zijn foutief. De directie heeft de nodige correcties laten aanbrengen.
E. WIEME
| |
Belgische politieke partijen en de Noord-Zuid integratie
De Belgische verkiezingen zijn achter de rug. Het is interessant om de gepubliceerde partijprogramma's na te slaan o.m. betreffende de voorstellen aangaande de culturele samenwerking en integratie van Nederland en Vlaanderen.
Twee partijen hebben dienaangaande voorstellen m.n. de Christelijke Volkspartij (C.V.P.) en de Volksunie (V.U.).
| |
C.V.P.
Het partijprogramma vermeldt:
- | Versterking van de culturele integratie binnen de Nederlandse taalgemeenschap door o.m. het afsluiten van een Taalunieverdrag... |
- | Uitbouw in de Belgische Radio en Televisie van het systeem ‘open school’, in combinatie met de educatieve televisie, en in samenwerking met Nederland. |
Daarom is vereist:
- | De goedkeuring van het ontwerp van wet tot uitvoering van de grondwet m.b.t. de internationale culturele samenwerking.
De cultuurraden moeten bevoegdheid krijgen over de internationale culturele verdragen die hen aanbelangen. |
- | Ontwerp van wet tot oprichting van een Kommissariaat-Generaal voor de internationale culturele betrekkingen, om alle activiteiten en bevoegdheden ten bate van de uitstraling van de Nederlandse cultuur in het buitenland te coördineren en te bevorderen.
Invoeren van een passend statuut voor vaamse docenten in de Neerlandistiek in het buitenland. |
Verder noteren wij nog de volgende voorstellen:
- | Opstellen van een cultureel uitwisselingsprogramma tussen Vlaanderen en Wallonië. |
- | De oprichting van culturele instituten in het buitenland en de benoeming van gespecialiseerde culturele attachés aan onze belangrijkste culturele missies in het buitenland. |
| |
Volksunie
Het partijprogramma van de Volksunie vermeldt o.m.:
‘Op het culturele vlak wil de Volksunie dat de samenwerking met Nederland verdiept en uitgebreid wordt. Vlaanderen moet in staat zijn internationale akkoorden af te sluiten o.m. op het vlak van de cultuur...’. Verder nog:
‘De Volksunie wil een buitenlands beleid gericht op een versnelde culturele integratie met Nederland, door het op elkaar afstemmen van het onderwijsbeleid en het cultuurbeleid in beide landen...’.
|
|