De stembus heeft gesproken
De stembus heeft gesproken. Maar op het moment dat we dit schrijven is er nog geen kabinet. De gedachten van de Nederlanders zijn overigens meer bij het tragisch lot van de gegijzelden in Drente, dan bij het nieuws over de vorming van een kabinet. Eén ding staat vast. Men heeft zich niet laten beïnvloeden door de trieste gebeurtenissen in negatieve zin. Eerder is het omgekeerd geweest. Met een grote opkomst bewezen de kiezers hun verantwoordelijkheid en gaven te kennen hun steun te geven aan het parlementaire stelsel. Van het roepen ‘om een sterke man’ is geen sprake geweest. Het had anders kunnen zijn in een tijd van geweldpleging tegen het wettig gezag en het zijn toevlucht kiezen tot terreur. Althans zo heeft de geschiedenis dikwijls te zien gegeven. De Nederlanders hebben ook nu blijk van hun nuchterheid gegeven.
De verkiezingsuitslag heeft bewezen dat geen heil werd verwacht van de kleine partijen. Stuk voor stuk zijn die groepjes weggevaagd of toi een minimum van zetels teruggebracht. Enerzijds is dat een waarborg voor stabiliteit - mits zich in de grote partijen geen scherpe tegenstellingen vertonen - anderzijds is er een nadeel aan verbonden. Immers, aan het instituut ‘volksvertegenwoordiging’ wordt enigszins tekort gedaan. Maar ergens moeten de grenzen worden getrokken, waartoe de kiesdeler dient. Men zou in dit verband ook aan een groter parlement kunnen denken.
De PvdA is met 53 zetels (in 1972: 43) de grootste partij geworden, gevolgd door de groepering van het CDA met 49 Kamerleden tegen 47 bij de vorige verkiezingen. De VVD ging vooruit van 22 tot 28 zetels. D'66 bracht het van 5 op 8. De CPN kreeg een gevoelige klap en viel van 7 op 2 terug. De PPR ging van 7 naar 3 zetels. Nog groter was de teruggang van DS'70 van 6 op 1. De Staatkundig Gereformeerde Partij handhaafde het zeteltal van 3. De Boerenpartij liep van 3 naar 1 terug. Het Gereformeerd Politiek Verbond werd gehalveerd en behaalde 1 zetel. Evenals de Pacifistische Socialistische Partij. De Rooms-Katholieke Partij Nederland is verdwenen. De nieuwe Reformatorische Partij heeft de Kamer niet kunnen halen. Evenmin de Nederlandse Volks Unie.
De kabinetsformatie zal nog tal van moeilijkheden opleveren. Gaat men objectief beschouwd - en op dat standpunt stellen we ons - de stembusuitslag na, dan kan de voorzichtige conclusie worden getrokken dat de kiezers hun fiat hebben gegeven aan het afgelopen beleid van het kabinet-Den Uyl. Maar zo eenvoudig liggen de zaken ook weer niet. Want de VVD heeft een flinke winst geboekt en van het begin af een royale oppositie gevoerd. Evenmin mag worden vergeten dat in het vorige kabinet de CHU niet in het spel voorkwam. Thans behoort de CHU tot het CDA. En dan rijst de vraag of in het CDA gelijk wordt gedacht. Wat ook van de PvdA gezegd kan worden die het stemmenverlies van de PPR en de CPN, alsmede van de PSP naar zich toe heeft getrokken. Is het nu in CDA en PvdA allemaal botertje aan de boom? Het staat nog te bezien. En dat zal bij pogingen van een samengaan van PvdA en CDA wel blijken. Duidelijk is dat deze twee groeperingen samen over een grote meerderheid in de Kamer zullen beschikken. De PvdA heeft geen last meer van de eisen die voor een kabinetssamenstelling door de PPR zijn gesteld. Een samengaan van het CDA en de VVD behoort ook tot de mogelijkheden. Alleen dan is de meerderheid bijzonder krap. En dat is altijd een hachelijk avontuur. Van D'66 kan verwacht worden dat het in een bondgenootschap met de PvdA en het CDA er de scherpe kantjes zal afslijpen.
Het kabinet-Den Uyl leed schipbreuk op het eerste wetsontwerp over de grondpolitiek. De verwijten van beide kanten waren niet van de lucht. Een aantrekkelijk onderwerp voor iemand om er straks, 25 jaar later, op te promoveren. Men staat er nu nog te dicht op. En iedereen kan begrijpen dat er meer redenen zijn geweest om het bondgenootschap te beeindigen. En dan is het dikwijls de vraag,
wat nu precies de emmer heeft doen overlopen. Het ging trouwens ook nog om de wettelijke regelingen van de ondernemingsraden, de vermogensaanwasdeling en het probleem rond de investeringen. Het laat zich aanzien dat in de PvdA, nu de grootste partij, die waarschijnlijk ook de formateur zal leveren, men er duidelijk op staat dat ten aanzien van de wetsvoorstellen de zienswijze van de progressieven tot werkelijkheid gebracht moet worden. Die wetsontwerpen komen natuurlijk bij het formatieoverleg aan de orde. Van de zijde van het CDA zal men het been strak houden. Vooral nu de CHU, de voormalige oppositiegroep, binnen het CDA een woordje meespreekt. Alles bij elkaar genomen is er thans niets te zeggen over een snel en soepel verloop van de formatie. Temeer niet nu is gebleken dat in de PvdA en het CDA er zich moeilijkheden voordoen. De PvdA heeft te maken met een groter invloed van links. Het CDA verkeert thans reeds in een roerige situatie omdat er geen overeenstemming is over de volgorde van de drie voormalige fractievoorzitters. Als er over deze zaken nu al onenigheid is ontstaan, hoe zal het dan straks zijn? Iedereen kan weten dat het CDA een machtig blok is geworden, maar dat het toch op een wankele basis stoelt. Misschien zal men tot de slotsom komen dat voor het bewaren van de eenheid en een krachtig optreden naar buiten, eerst in eigen huis de onenigheid moet verdwijnen. De winst van de PvdA is waarschijnlijk ook te verklaren uit het respect dat voor de heer Den Uyl is gegroeid in de afgelopen jaren. Ook zijn politieke tegenstanders prijzen hem voor het optreden bij de huidige gijzelingskwesties. Zo heeft de heer Van Agt mee dat men in hem de integere politicus ziet. Wat nu ook weer niet betekent dat het de anderen aan deze kwalificatie zou ontbreken. Terwijl de heer Wiegel zijn jeugd mee heeft en zijn voortreffelijke debattaktiek. Maar doorgaans stemt de kiezer op programma's in de eerste plaats. Velen echter gaan op de persoonlijkheid van de lijsttrekker
af, wat ongetwijfeld het geval is geweest bij Jan Terlouw, de voorman van D'66.
De motieven zijn velerlei. Daarvan een analyse te maken is bijna ondoenlijk. Nog moeilijker is het op dit ogenblik te voorspellen welke combinatie straks het regeringsbeleid zal bepalen en... wie daarvoor worden aangezocht.
GEERT GROOTHOFF